Y-I-: een fcherp Vogt uitvloeijen , maakende een
FDr.EL. zeer pyniyke Zweer, en men zoude het overi-
Hqofjd- ge van den afgebroken Worm door Infnydin-
stuk, gen moeten zien ’er uit tekrygen, het welk
een zo groote Ontfteeking zou veroirzaaken in
de Wonde, dat men veel moeite zou hebben
om het Lighaamsdeel voor Verderving o f Heet
Vuur te befchucten. Men verhaalt dat de Hol-
landfche Soldaaten, wanneer z y twee o f drie
Jaaren in Bezetting gelegen hebben op die Kust,
’er even zo wel van aangetast worden als de
Inboorlingen des Lands.
Niet alleen aan de W a l, maar Ook op de
Schepen, die naar Guinée en de Westindiën
vaaren, o f daar van daan komen, openbaaren
zig dikwils dergelyke Wormen, in de Armen
en Beenen der Matroozen , en een onvoorzig-
tige behandeling doet ’er fomtyds dezelven van
Kerven, Door het gebruik der gewoone Solutie
van Sublimaat in Moutwyn wordt de uit-
haaling, zo men meent ondervonden te hebben
, veel bevorderd , zodanig dat men ’er
den Worm in twintig Dagen uitgehaald heeft,
daar anders fomtyds wel veertig Dagen toe ver -
eischt worden.
Ik heb thans verfcheide van deeze Westin-
difche Beenwormen , onder welken één van
zulk een aanzienlyke dikte is, dat ik goedvond,
denzelven,, in de i . Figuur op de CVII. Plaat,
naauwkeurig te doen afbeelden, en wei in die
geftalte, zo als hy grootendeels om een Stokje
jc gewonden,en met het agter-end daarafhan- h^ u
gende, zig vertoont. Deeze is gevuld rond , ^
ondoorfchynende en Strookleurig: ik heb een an- Hóofd-
dere die platagtig, doorfchynende en bleekerSTUK*
is , ’t welk aan drukking o f uitdrooging zal toe
te fchry ven zyn. Dezelve is ruim drie Voeten.
men heeft ’er gezien van v y f o f zes Voeten ,
ja van meer langte: zo dat ’er fomtyds wel
een Maand tot de uithaaling wordt vereischt.
L innjeüs hadt deezen W orm, dat zondeiling
i s , nog niet gezien.
(4) Draadworm, die plat fpiraat gewonden is. ^ ïv .^
Zee
De Visfchen der Zee van Noorwegen , in- Draad- j
zonderheid de Haringen, hebben zeer dikwils worm.
aan de Ingewanden zekere Puistjes , waarin
dergelyke Wormen huisvesten. Men noemt
het de Melaatsheid o f Schurft der Visfchen,
en Menfchen, die veel zodanige Visfchen ee-
ten, krygen ’er een dergelyk Uitflag : wes?
halve men dit ook wel noemt de Melaatsch-
heid der Visfcheren. Zie hier wat de Heer
M artin ons dienaangaande, in de Stokholmfe
Verhandelingen, voordraagt. ^ i
Toen ik in de Herfst des jaars 1759 naar
, , bergen in No o rw eg en re isd e , hoorde ik met
,, verwondering , waar ik kwam, dat er van
, , Puis-
fpirali convoliitus FlUfortnis. Syß Nae.
j i t i , Stockholm. 176°. p. S&ö* Qöe“ e'
(4) Gordius plano-
XII. Lepra Fiscium.
STKöM. SÓndm. 194-