VI. der ’tHart, een bondel van langwerpige Wor*
Afdeel. men ^ die ]n elkander verward waren, gevon-
Hoofd- den heefc. O f de,genen, die in de zelfftan*
stuk» digheid der Nieren, van Honden, Wolvenen
van Menfchen waargenomen zyn, op die wyze
derwaards gebragt, dan door de Piswegen in»
. gekroopen waren, zal meer tfayfeling onderhevig
z y n , dan deoirfprong der Wormen in Beenderen
en in uitwendige Gezwellen, welke daar,
zo men thans met zekerheid meent te weeten,
van buiten inkomen. Dat ’er in de Holligheid
des Buiks van Viervoetige Dieren en Menfchen
fomtyds gevonden zyn , is onbetwistelyk. Behalve
de Voorbeelden, dat zy tot de Na ve l,
uitgekroopen z y n , het welk men onderftellen
moest niet te kunnen gefchieden, zonder door-
booring van de Maag o f het Gedarmte ( * ) ,
vind ik dit laatfte bevestigd door een’ duide.
lyke Waarneeming van den Heer v an D o e v
e r e n , thans Hoogleeraar te Groningen, die
in zyne Inwydings Redevoering , toen zyn
Ed. in den jaare 1753, te Leiden, Doftor in
de Geneeskunde wierdp, dienaangaande aldus
fpreekt.
zy door- „ Op gezegden Dag, (zynde de 24 van
fomtyds- Mey van ’ c voorgaande Jaar, ) werdt het Lyk gehet
Ge bragt van een Kind van omtrent twee Jaaren, ’t
darmte* 3 1. , , welk
(*) Lnmbncos nonnunquam Ventrictilum, Inteftina, Um-
bilicum & Ventrem, atque Inguina perforare & foras erepere,
ScHiiïCK. Oif. Mei. Libr. III. O&tvo, p. 67+.
welk gebruikt zou worden om de Vaten VL
ll met eene Waschagtige Stoife op te vullen. Afdeel.
Aanftonds liep de ongewoone dikte van den Hoofu-
' Buik in ’t oog, die ons noopte om denzel-STUK-
,, ven te openen; waar op zig in de hollig-
„ heid een ongewoone veelheid van Vogt
„ openbaarde, dat met een bruine Drekagti-
„ ge Stoffe, als van half verteerde Spys ,
„ vermengd was, en tot eenige Oneen aldaar
„ uitgeftort. Dit gaf reeds iets tegennatuur-
„ lyks te kennen. Daar op vertoonde z ig ,
„ boven het Schaambeen, een bondel ronde
, , Wormen, hangende uit den doorboorden
„ Krinkel-Darm *. By nader onderzoek be-*i**»
, , vondt men dat het twee Wormen waren,
„ in elkander gedraaid en gettrengeld zyn-
de, waar van de één, geheel in de hol*
, , ligheid des Buiks hangende, dun was en
,, omtrent v y f Duimen lang; de ander, van
„ dikte, als een Tabakspyp , agt Duimmen
lang, zat -nog met een derde deel van zy-
,, ne langte in de holte van den Darm, waar
, , in een Gat was, zo groot, dat men ’er de
„ Pink gemakkelyk kon infteeken. Vervol-
,, gens vondt men , omtrent twee Voeten
, , laager in die zelfde Darm, een Gatvander-
3) gelyke grootte, waar door een andere der-
„ gelyke W o rm , ongevaar ter langte van
„ drie Duimen, uitkwam, en een weinig daar
„ van af was een derde G a t, waar door dee*
„ ze Worm, met zyn andere end, vry in de
1. Dist. xiv. stuk. 1» Buik