VI.
Afdeel.
in.
H o o fd stuk.
Ronde
Worm,
niet veeleer behoorden tot het Gellagt der
Draadwormen o f Bandwormen.
O f die Eigenfchap, dat de Stukken van een
doorgefneeden -Worm niet alleen in Leven bly-
ven , maar zelfs wederom geheele Wörmen
o f volkomen Dieren zouden worden, gelyk
de Polypen ( f ) , in de Menfchen - W ormen
ook onderzogt z y , kan ik niet verzekeren.
Het is niet zeer waarfchynlyk, doordien dezel-
ven veelal fpoedig van kant gemaakt worden
o f dood zyn , eer menze uitwerpt, o f weldra
Iterven. Vindt menze in een Lyk , dat eeni*
ge Uuren is dood geweest, niet altoos dood?
W a t mag daar van de reden zynP Alle Darm-
wormeq, van Menfchen geloosd , die hy levendig
kon krygen , in koud Water gedaan
zynde, ftierven weldra, zegt van d en B osch,
voorgemeld ( § ) , en dit heb ik ook dikwils ondervonden.
De Franfche Heer A n d r y , onder-
tusfchen, maakt gewag van v y f groote uitgeworpen
Wormen, die, in Water gedaan zynde,
wel een Maand daar in hadden geleefd, en
R edi verhaalt, dat met Olie , Theriaak , g e meen
W a te r , Aloë en andere Apotheekmid-
delen, weinig Wormen om den hals geraakt
zyn. Een laater Autheur, B r o u ze t genaamd,
vlugge, dikke Wormen in A z yn , Wyn , het
afkookzel van A ls t, Water en Olie doende,
be-
('j') Uitgezogte yerhandciingen. III.De.1X. bliidz, 34^*
($) Aantekening V . Eladz, z6 , als boven.
bevondt, dat zy door de twee laatften een wei- VI.
nig verzwakt, maar door de overigen veel vlug-
ger gemaakt werden. In Speekzel en Bloed H o o fd-
Itierven zy aanftonds, volgens B i a n c h i n i stuk.
(*). Wat zal men uit alle die Proeven beflui-
ten ? ’t Was te wenfchen, dat men eens onderzogt
, o f zy wel in de Aarde konden lee-
ven: als ook, o f de ronde Wormen van Viervoetige'
Dieren en Visfchen van eene zelfde
Soort zyn als die der Menfchen, gelyk men
verzekerd vindt.
De Heer P a l l a s kon niet begrypen, waarom
de Pleer L innzeüs onderfcheid maakte tusfchen
de Ascarides Lumbricoides, dat, zegt hy,
de waare Lumbrici der Geneesheeren z y n , die
byna allerley Geflagt van Dieren plaagen, en de
Lwnbricus Intejïimlü> dien de Ridder Relde ia
getal van ringen en oneffenheden met den Aardworm
overeen te komen. Dit doet hem vraa-
gen, , , o f 'er in Sweeden ook tweederley
„ ronde Menfchen-Wormen zyn , terwyl in
„ alle overige deelen van Europa de Afcdris
, , Lumbricoides alleen ’t fchepe komt voor den
„ ronden Darmworm der Menfchen” . Den
Heer Doktor B o d d a e r t heeft het behaagd ,
Afcaris Lumbricoides door Aarsmaay te vertolken,
en Afcaris Pollicaris door korte Aarsworm
, in welken Doktor v a n P helsum ,
ten onregte , het puntagtig o f dunne fpitfe
end
<*) zie die zelfde Aantekening.
c 5