VI' o f vlak hebben» Van de Vyfftraaligen wor-
A f d e e l . den ook eenigen door hem uitgezondeid. Hy
XXVI. achtze eetbaar» wier Vleesch, in de Armen
»tük.D beflooten, rood is of geel. Van de zodani-
gen heeft ’er B elloniüs aan de Oevers van
Griekenland verzameld, wier L y f anderhalf
Voet breed was, met Armen van drie Vingeren
breedte; zo dat menze met geen Hoed
bedekken kon. Anderen vondt men ’e r, die
blaauw van Kleur waren en zeer broosch;
doch door ’t kooken werden z y , in ’t algemeen,
hard en rood van Kleur, gelyk de
Kreeften.
Tot Ge- In de Geneeskunde zyn zy ook gebruikt
E ! ld* geweest. t Tegen de Opftyging fchryft Hip-
f o c r a t e s voor, zwarte Sterren met Kool,
op geurigen Wyn gezet, te drinken. Wat
die Sterren zyn , valt moeijelyk te raaden.
R u m p h iu s maakt gewag van Zee-Zonnen o f
Medufa - Hoofden, die Koolzwart zyn.' Uitwendig
zyn de Zee-Sterren, in de opgelegde
Middelen tegen de Breuken o f uitzakkingen
van het Darmvlies, gemengd geweest
L o b e l verhaalt ons, dat een zeer bekwaam-
Apotheker te Middelburg in Zeeland, T h o m
a s v a n d e r G r a f t genaamd, een keurly-
ke Pleifter, daar tegen, hadt weeten te maa-
k en , waar in een groote Veelheid kwam van
Poeijer van Zee-Sterren, in de Oven fterk
gedroogd. De Pek, Gommen, Harden en
andere Middelen, \ is waar, daar bykomende,
de, zullen het'meefte doen; doch de beroo- Af^ l ;
king met den Damp van Zee-Sterren alleen, x x v i /
pryst de Vader der Geneeskunde tegen de H o o f b -
benaauwdheden der Vrouwsperfoonen aan : STUK*
anderen een Stank van dergelyke dingen, daar
en Paard, dat half dood was, byna door tot
zïg zelve komen zou ( * ) , tegen de Vallende
Ziekte. Hier uit mogt men opmaaken, dat
’er een Vermogen tegen de booze Geesten aan
toe te fchryven ware; wier werking fommi-
gen van den invloed der Sterren hebben afgeleid.
.
„ De Kruisvisch o f Kruisdrol, die men ookGetuite.
„ Zee-Ster noemt, (z e g t P o n t o p p i d a n s in
„ zyne befchryving van Noorwegen,) is een
wonderlyke Soort van Viseh en zeer yer-
,, fcheiderley. Ik wil daar van, gelyk ik tot
dus verre gedaan heb , flegts de genen aan-
„ haaien, die op deeze Kusten voorkomen,
„ waar onder ook eenigen zy n , van welken
ik my niet erinneren kan, die ergens an-
„ ders gezien te hebben. In ’t algemeen be-
,, ftaat de Kruisvisch uit een rond, vlak,
„ Lighaam, zonder Kop. Dit Lighaam is van
„ grootte als een Ryksdaalder, doch men
„ vindt ’er ook niet grooter dan een Schel-
,» lin g, geheel zwart zynde, met v y f lange
„ Takken o f Tw y g en , die by het Lighaam
„ wei-
(*) Quo odoce Mulus, nori Homo, excltaictuc Semi-mor-
tims. L IN cic.
E e 2