VI. plooid Vlies uitgefpannen- , met een gekaitel.
A f d e e l . d Rand dje Van Kleur zwart en geel bont,
S E naar een Galon van Goud o f Zilver- geleek:
s t u k . dach deeze verandering van Kiemen nadt die
Rand alleenlyk van de bovenzyde als in on-
ze Figuur, zynde van onderen geheel zwart;
Het overige van de Lip was t’eeuemaal fa-
mengefteld uit dikke witte Peesagtige Veze*
len. Oogen kon hy ’er niet aan ontdekken,
maar het Schepzel hadt twee uitfteekzels, als
Honds - o f Haazen * Ooren, onder aan den Kop,
doch zonder holligheid o f opening. Zouden
het deeze niet z y n , die ’er dep naam van
Zee -Haas aan geeven? Daar agter neemt de
Rug haar begin, welke, allengs yerfmallende,
naar een Pieramied o f Kegel zweemt, ter
langte van drie Duimen en een half, ter
breedte van iets meer dan één Duim. Ee
zyden van de Rug zyn met een dubbelde ry
van w it teVleeschagtige byhangzels verfierd,en
z y heeft nog eenige andere uitpuilingen: doch,
o f die allen natuurlyk waren^ kon hy niet
verzekeren, dewyl hetzelve, toen hy hetI
kreeg, reeds vierentwintig Uuren dood was
geweest.
Aan de onderzyde vertoonen zig de voor*
paamfte’ Werktuigen des Levens. Hier ziet
men een Buisagtig Mondje met een dik Vlies
omringd, onder aan den Kop. Aan de fli&'
kerzyde van het Dier komen de Deelen der
Voortteeling onder ’t Oog: daar ziet men een
Gat,
r door ’t welke de Penis uitgaat, èn een ^fdeEL>
Gat, ÜOür . ^ ___rio,.* Haner de Opening dr/earm n.r t,-. 0 Zo XVIi.- - - - -
r t d a n S i e v , gelyk v®
dCr VatTden^Hals (trekt zig het ovaale Agter-
lv f tot aan het end toe uit, dat van die zy -
” l een donkeret Kleur heeft, wegens de
” doorblinkende Ingewanden. Het Agte - y ,
in het hovende gedeelte, een weinig
den Hals, openende, konat vooree« eon
wyde Lyftnoeder, die uit den
tig is , te voorfchyn, waar onder men ee
” ne Klootronde Eijeritok geplaatst v in d t ,
’’ daar een witagtig gekrinkeld Vat o f
Epididymis tegenaan legt. De |H P
gaat van den Mond door tot in de Zakovoagtige
Maag, uit Vleezige witte Veze-
„ pypagi-ik ° , RuSr geplaatst
len famengefteld, die naai ae ^
” is en van de Maag komen de Darmen af,
” diè in verfcheide bogten gekrinkeld z y n,
welken de groenagtige Levér overal verge-
^ hpflant het ondei>
55
59
59
99 zelt e iEen Bal, eindelyk, beflaat het onder-
*’ fte der Buiks - holligheid, en daar van gaat
de gezegde gekrinkelde Buis a f , naar de L y f-
* r je jjger Bohadscii heeft niet noodig geoordeeld
, deeze inwendige Deelen van de
Zee-Haas af te beelden, om d.at zy nS^dfe
van de Ze e -L on g taamelyk overeenkomftig
waren. Echter, merkt hy a a n , ontbreeken
'er veelen in, die de Ze e .L ong heeft, gelyk