VI. in de volgende Soorten onderfeheidt. ( * ) i.Ditf
'Afdeel. ronci z y n , gelyk de Europifche, die van de
^ XV11‘ Middellandfche en Roode Ze e , en uit de In-
g S . ’ dien. Men vindt dezelven wit , groen, rood
en paarsagtig: a. Die ovaal ^ zy n , en de zoda- nigen komen meest geelagtig, o f uit den witten,
voor: 3 - Die hoekig zy n , en daar van
heeft men ’er van Verfcheide Kleuren : 4. Van
onregelmaatige figuur, en hier toe behooren de
Doodshoofden o f Slangen- Eijeren, en de Zee-
Reaalen; als ook de Hartvormige: 5: Die
plat zyn , en dun; doorgaans mee een Ster op
de Oppervlakte getekend, en zonder zigtbaare
Pennen. Men kan z e , in navolging van ’t
Woord Discus, Zee-Schyven noemen : 6. Een
vreemde foort, die Pennen heeft als Pynap-
pel-Pitten, en z ig , van den eenen kant, byna
se'lyk een Zonnebloem vertoont. De Kl^ur- is
paarschagtig Violet. Van deeze
p i„ 5. op Plaat C X IV . van de eerde Sooit,
pi ' r . en 2 , van de tweede Fig. 3. van de
vierde Fig. 6 en 7 : van de vyfde Fig. 3 , de
afbeelding. . ,
De Kenmerken van dit Gefiagt , volgens
K T L inn^ us, zyn: een rondagtig Lighaam, met
een Beenige Korst gedekt, en meest met be,
weeglyke Pennen gewapend, hebbende van
onderen eenen vyfkleppigen Mond. Hy verdeelt
ze in regelmaatigen met het Aarsgat
boven,
(*) Conch-jlielogK. I, Partie. p. 3°7«
boven, en onregelmaatigen, die het Aarsgat, AyVU
zo wel als den Mond, van onderen hebben. XXVII.’
T o t de eerde Afdeeling van onzen Ridder H o o fd -
behooren e lf, tot de laatde zes Soorten; zo
d at’er in ’t geheel zeventien Soorten van Zee-
Egels o f Zee - Appelen door hem befchreeven
worden. K l e in hadt ’er agtenvyfdg, in zyne
agt Gedagten, opgegeven ( * >
Regelmaatige, met het Aarsgat boven.
( i ) Zee - A p p e l die halfklootrondagtig Bolrond
is, met tien Paden, de Perken bezet *.
met kleine Wratjes* zes-Kht.
Deeze noemen wy de Z e e -K lit , om dat zy
naar de Zaadbollen der Klitten, ee,n zeer bekend
Plantgewas, ’t welk alom aan de Wegen
groeit, eenige gelykhqid heeft. • De Franfchen
noemenze Pontons de Mer , dat is Zee - Knoo*
pen. De Sweeden geeven ’e r , volgens L in-
NiEUs, den naam van Borre aan. t Is die,
daar K l e in , onder den naam van Cidaris Milïaris,
(*) Ditlionn. des Aniniaux. Tit. 0-urfits. g. 3,oi.
( i ) Echinus hemisphaerico-globofus, Auibulacrisdenis, Areis
obfolete Verrucofis. Syst. Hat. XII. Gen. 299. **«»• S“f ( -
Ed. II. 2116 M. L. U. 705. Echinivs fybglobpfas, Vertice
piano. Faun, Sues.. Ed. I. 1289. Echinus marinus^ Aculeorutn
Vestigiis nonnihil ctuinentibus. LIST. Anim, Angl* 169* T*. 3.
f. 13 Echinus esculentus. R u m p s . Muf. 31. T. 13. f. B.
Cidsris Mil:i,aiis, KLEIN Echimd. 16. T. 9. B * s T f . B . . I J I .
p. 112 T. XL f . 2------‘8.