{VI. fchéidenheid aanmerkelyk. Men heeft ’ei»,
Afdeel. van 0uds, in ?t Grieksch den naam van A Vu'#,
XXVI ‘
H oofd- en ’ n ’c Latyn dien van Stella aan gegeven;
svijk- om dat de gemeende Soorten, doe» haare v y f
Straalen, de Geftalte van eene Star, zo als
die gèwoonlyk afgebeeld wordt , uitdrukken,
L innjeüs heeft dien naam veranderd in Jste-
rfas, en zulks niet zander dubbelzinnigheid,
plzo de Havik, en de Butoor o f Roerdomp
dus genoemd wordt, gelyk ook de Gehemde
o f Spiegel-Roch (*). A’WifSf hebben Hippo?
crates en A ristoteles opgemerkt in de Zee
te zyn, ’t welk Plïnius vertaak door Stelle? ,
en dit zou de reden zyn , dat mpn deeze
Schepzelen hedendaags Sterren noemt, vol?
gens L inckius. Ook is die Naam, met by*
voeging van de plaats der afkomst, nóg heden
algemeen, De Franfchen noemenze Et olies
de Mee, de Engelfchen Sea-Starsde Duit?
fchers Meerflern, en wy Z ee-Sterren. Even-?
wel vindt mén /er nóg andere benaamingen
aan gegeven. Dè Êngelfchen noemenze ook
wél Stosfish'es, dat is Sterre - Visfchen, è r Ro*
fe s , dat § Róbzen, en Prizets, k welk men
Grypers vertaalen zou kunnen, Men ziet, dat
’ alle
(*) Zie ’t Register sgter het Agtste Stuk van deeze
flatuórlykt Histtrie, op 't woord Astcriat. Uus hadt zyn
^d. misfehien beter gedaan met het woord Asttria , gelyJc
hetzelve in deLyst der Oeflagten geplaatst was, te gebruiken.
öT lieveï Aitèriünij volgens * Grieksch, dewyl men de StM-
*e- fieénen noemt AsterU. Qai lm diitin^uit btne dou%.
alle die benaamingen ook niet oneigen ,
doch van waar zy den naam van Seapo44e *
Zee - Pad hebben gekreegen , is wat duister, Hoow
en die van Zee-Kwab, welken ’er de Najpr- stux;
Saxen aan zouden gegeven hebben, niet alge:
meen. Veclen kunnen, zeef bek.waam.eLyk»
den naam van V y f koek voeren, die ’er door
onze Visfchers ook wél aan gegeven wordt-
Omtrent de Rangschikking deezer Schepje-Rang.
]en is een aanmerkelyk verfchil geweest;
Aristoteles telde z e , \Vegens de hardheid.
Van hun bekleedzel, welke in fomroigen zeef
groot is , onder de Qstracoderim, dat is.,
Schaaldieren. Hier in is deeze Philofoof van
julianus en anderen gevolgd.; doch Ronde-
lettüs heeft de Zee - Sterren betrokken tot
de In lékten en Plantdieren. In ’t eerfte Geval
hadt hy meer reden , aangezien veel en met
een menigte van dwarfe Irifnydingen o f Kerf*
jes ais bézet zyn , dié de Geledingen aanwy-
zen; dan in het laatfte , dewyl men ’er wei:
nig Plantaartigs aan verneemt. A l p r o v a n -
pus pïaatfteze, derhalve, op bet end van zy-
ne befchryving der Infekten., en werdc hief
in door Johnston gevolgd. Z y bewoonen ei-
gentlyk geen Schaal o f Schulp; alzo het be-
fdeediel, “ dat z y hebben, epn gedeelte van
haar Lighaara is , m welk z y nooit kupneft
Uittrekken o f afwerpen , en hierom-konden
z.y piet gevocglyker, dap pp ’t end van den
Rang