VI.
A fd e e l .
XXVII.
H o o fd s
t u k .
526 B E S C H R Y V I N C v a n
zig ook dikwils uitftrekt over de volgende
Soort. Breyn noemtze Allèrgrootfte Echi-
nodiscus, met den Rand niet ingefneeden , en
oordeelde, dat men hier van wel een nieuw
Gefla°t zou kunnen maaken, als ten opzigt
van de plaatzing van ’c Aarsgat niet alleen,
maar ook door ’t ontbreeken van de Bloem-
Tekening op de Rug, van de anderen vetfehil •
lende G ualth ieri in tegendeel, zegt, dat
»er die Bloem-Tekening niet op ontbreekt,
maar dat dezelve flegts wat anders is , zynde
ieder Bloemblaadje hier in tweeën verdeeld.
Zo verfchillen de Geleerden! Klein noemt
het Scutum Qratum hfyavienfe, waar van de
Heer A ndérson hem de afbeelding hadt toegezonden
XVII.
Oriiculus,
Zee-Schyf.
: zynde dit Voorwerp zeer fraay
Schildpadagtig gefchulpc, van onderen holrond
met den Mond volmaakt vyfhoekig en
gezwollen Lippen. Het onthoudt z i g , volgens
L innjeus , in de Zuidelyke Oceaan.
( ,7 ) Zee - Appel, die plat is en nagenoeg rond
van omtrek, met vyf Ovaale Paden, bet
/Iars”at ‘voai van den Mond af.
T o t deeze Soort worden alle die dunne
Echinus planus fucorbiculatus, Ambulacris qulnls
Ovalibus, Ano fubremoto. TesU
*. Fdraminibus nullis pemus, lótatus o
110. f. F, F. KLF.1N Echnoderm. t. 22. t ,L , F.
111. T.'xj. f. » i6) 19 * 20» 1 ’
d é Z e e - E g e é e n . 547
platte Schepzelen betrokken, welken men,
tot dus verre* in ’t algemeen Zee-Pannekoe-
ken genoemd heeft, geevende ’e r , in ’t La-
tyn , den naam aan van É'isbi o f Echinodisci,
en waar van hier vier Verfeheidenheden aangetekend
zyn.
De eerfle is met geeftè Gaten doorboord en ge-
kwahd. K le in noemt dezelve Placenta Rotula,
in ’t Hoogduitsch Raderkucben, d,at is Rader-
koeken , om dat de Oppervlakte niet alleen
Raderagtig getekend is, maar de Rand voor
een gedeelte met infnydingSB als die van een
Tandrad in de Uurwerken. Het Aarsgat heeft
deeze omtrent in ’t midden, tusfchen den
Mond o f ’t middelpunt van de Grondvlakte
en den Rand. In de byvoegzelen op Rum-
phius wordt ’er de naam van Zonnejlraalde
Pannekoek aan gegeven. Die by S eba kwamen
uit de Spaanfche Westindiën; doch die
van N. i en 2 , welke grooter is , en maar
twee infnydingen heeft, van de Perliaanfche
Kusten. Dezelve fchynt met de Groote
Pan-
P> Foramimbus duobus pervius, lobatus, G u a l t h . Test.
t. 110. f. H , H. BfiEYN, Eshin. 64, t, 7. f. j , 6, KLEIN.
Ecbinod t. 22. f, A , B.
y. Foraminibus quinque pervius, indivifus. Al t . Muf. ld.
f. iz$, G u a l th . Test. t. 110. f. e , e . Kl e in . Echintd.
T . 21. f. C , D. HUGH. Barbad, 280, C, 24. f, 3 , 4. SEB,
Muf. III. T . IJ. f. 7 , 8 , 9 , 10.
i', Foraminibus nullis pervius, indivifus. GUALTH. Test*
t. 110. f. B. Br e yn , Ecbinod, 64. t, 7, f, 1 , 2.
VI.
A fd e e l .
XXVII.
HOOFDSTUK.
Getand
zonder Ga*
ten.