VI.
A fd e e l »
XJII.
H oofds
t u k ,
n.
Scabra,
Ruuwe,
230 B e s c ü r y v i n g v a n
uitzetting van het L y f toe aan een zeer groo-
te veelheid van W a te r , welke zy kunnen in-
neemen en weder uitfpuuwen, waar door het
L y f van deeze Rupfen den eenen tyd driemaal
zo dik is als den anderen tyd. O f zy
weezentlyk zwemmen is zo zeker niet, en dat
haar Voedzel in $lym en onreinighpid van
doode Visfchen zou beftaan, gelyk men elders
meldt (* ) 3 fchynt nog meer bewys te behoeven.
L innasus ze gt, dat zy in de Europifche
Oceaan zig onthouden en van Schulpjes k e ven.
(2 ) Zee -Ru ps , die langwerpig is, hebbende
de Rug gefchubd en rmw.
De volgende Soorten gelyken , inderdaad,
ook meer naar Rupfen dan naar Muizen, hoewel
zy de Rug uitwendig met Schubben gedekt
hebben. Deeze , die het L y f een weinig
langer dan een Pisfebed, met twintig
Schubben gedekt, die ruuw zyn , en weder -
zyds ongevaar twintig Pooten h e e ft, ont-
hieldt z ig , zo zyn Ed. meldt, in de Zee der
Nederlanden, volgens Doktor Baster. (f_).
Cs) Zee-
(*) SEBA, Kabinet. III DEEL , bladz. 9.
fa ) Aphrodita oblonga, Dorfo Squamato Scabro. Syst. Nat.
XII.
f t ) Habitat in Man Belgico» D . Baster, zegt L ink/eus.
(3 ) Z e e -R u p s , die langwerpig is, hebbende
de Rug gefchubd. met vierentwintig Schub-
ben.
Van deeze geeft ons de Heer Baster de A fbeelding,
onder den naam van de Gefchubde Zeemuis,
zynde deszelfs L y f maar omtrent een
Duim lang en een zesde Duims breed, hoe-
danigen zyn Ed. tusfchen het oude Hout, by
het vernieuwen o f herftellen van een Sluis te
Zirikzee, in ’t jaar 1763 ontdekt hadt. De
Heer G ronovius, ondertusfchen, befchryft
dergeiyken, die men aan ’t Strand der Z e e ,
doch zeldzaamer dan de ruige Soort, zo ik
het begryp, zou vinden ; als volgt C*)*
, , De langte is twee Duimen. Het L y f is
„ langwerpig breedagtig, van boven verhe-
venrond, van onderen plat. Pooten heeft
„ het Dier wederzyds zestien, die dik en
„ kort z y n , aan de tippen met Kwastagtige
, , Doorntjes, egaal. De Rug is met verhe-
„ venronde Schubben volkomen gedekt, die
„ Beenagtig Kraakbeenig zyn , leggende als
,, Dakpannen op elkander, twaalf aan ieder
„ Zyde , en ieder een Tepel bekleedende,
„ die uit het L y f uitpuilt. De genen, die
» dig-
(3) Aphrodita oblonga, Dorfo Squamato, Squatnis viginti
ejuatuor. Syst. Nat'. XU. Aphrodita Squamata. Baster. Opusc,
Subs.W. p 66. T. VI. f. j .
(*) Act. Helvet. Phys. Math. Mei. Tom. V. p. c7?.
P 4
A f d e e l -
XIII.
H o o fd s
t u k ..
in,
S q u am a ta ,
Gefchubde.
I. De e l . XIV, Stuk.