minder gegoede, op schaatsen, zelf de siede voörtschuift, en zieh deze
vermoeijende inspanning getroost, om liet voorwerp zijner keuze mede
m het ijsvermaak te doen deelen, en de nijvere landman dit voeytuig
gebruikt, om de vrucht zijner noeste vlijt marktwaarts te brengen.
BETREKKING TUSSCHEN NEDERLAND EN BELGIE.
Aangezien het Traktaat der 24 Artikelen, waarbij de scheiding
tusschen bet K o n in g r ijk d e r N ederlanden en B e I q i e bepaald wordt
onder bet afdrukken van dit Algemeen Overzigt onherroepelijk is
vastgesteld, meenen wij dit Overzigt niet betcr te kunnen beslui-
te n , dan met de opgave der onderlinge betrekkingdie er, ten opzigte'
van het grondgebied, ingevolge het bovenstaande traktaat, tusschen
N ederland en B e l g i e zal blijven bestaan.
De waterloozing voor Vlaanderen , zal tusschen het K oningrh k d e r
N ederlanden en Belgie geregeld worden , in overeenkomst met de be-
palingen ten dien aanzien in art. VI van het definitief verdrag vast-
ffesteld, dat den 8st™ November 1785, tusschen Zijne Majesteit den
Keizer van Duitschland en de Staten Generaal, gesloten is.
De beschikkingen van art. 108 tot 117 ingesloten, van de algemeene
•akte van het Congres van Weenen, betrekkelijk de vrije scheepvaart
op de stroomen en bevaarbare rivieren , zullen toepasselijk worden ger
rnaakt op de stroomen en bevaarbare rivieren, die het Belgische en
Nederlandsche grondgebied vaneen scheiden of gelijkelijk doorloopen.
Er zal door de Nederlandsche regering op de vaart op de Schelde
m hare monden, een eenig regt, van f 1,150 per ton, worden geheven
, te weten : f 1,12 van de schepen , die, van uit de volle zeer
körnende, de TVester Schelde zullen opvaren, om zieh längs de
S c h e l d e , of door het K a n a a l v a n l e n z e n , naar Belgie te begeven,
en f 0,38 per ton van de schepen, die, längs de S c h e l d e
of door het Kana a l vanNeuzen, uit Belgie komende, d eWe s t e r -
S c h e l d e zullen afvaren, om zieh naar de volle zee te begeven^
zullende de heffing van dit regt, door de Nederlandsche Agenten te
A n twe r p e n en te N e u z e n , plaats hebben. De schepen, die
uit voile zee aankomen , om zieh, längs de W ester - r .Schelde naar
Antwerpen te begeven, zullen, als zij van, met betrekking tot den
gezondheidstoestand, verdachte plaatsen komen , de bevoegdheid heb-
ben, om, Vergezeld van eene gezondheidswacht, zonder verhindering
of vertraging, de reis voort te zetten, en zieh zoo naar de plaats hun-
ner bestemming te begeven. De schepen, die zieh van An t w e r p e n
naar Ne u z en of omgekeerd, begeven, of op de rivier zelve zieh
met de kustvaart of de vischvangst bezig houden, zullen aan geenerlei
regt onderworpen zijn.
Het loodswezen en de betonning, zoowel als het onderhoud der
zeegaten van de Schelde beneden Antwerpen, zal aan een gemeen-
schappelijk toezigt worden onderworpen. Met wederzijdsch overleg
zullen gematigde loodsgelden worden vastgesteld , ’ en deze gelden
zullen voor de schepen van alle natien dezelfde zijn. Het zal aan
de keuze van elk schip staan, dat zieh längs de S c h e l d e , van
uit de volle zee naar Belgie, of van Belgie naar voile zee begeeft,.
om zoodanigen loods te nemen , als het zal verkiezen, en het zal
diensvolgens aan beide landen vrijstaan, om längs den geheelen
loop der Sc h e l d e en aan hären mond, de diensten voor het loodswezen
te vestigen, die voor het verschaffen der loodsen noodzakelijk
zullen geoordeeld worden. De beide regeringen zijn gehouden, ieder voor
haar gedeelte der rivier, om de bevaarbare zeegaten van de Sehe Ido
en van hare monden te onderhouden, en daar noodige tonnen en boeijen
te plaatsen en te zorgen , dat deze in behoorlijken staat blijven.
De tak der S c h e l d e , die de Ooster-Schelde beet, bij de tegen-
woordige plaatselijke gesteldheid niet tot de v a a r t van de vol le zee
naar Antwerpen en dcnRi j n gebruikt w ordende, zal, längs zijnen
geheelen loop , met gcene hoogere regten of tolgelden kunnen worden
bezwaard , dan die volgens de tarieven van Mentz, van den 31 Maart
1831, op de v a a r t v a n Gorincl iem tot aan de volle zee, worden
geheven, naar cvenredigheid der afstanden. De scheepvaart op de bin-
nenwateren, tusschen de Schelde en den Bijn, om van Antwerpen
naar den Bijn te komen en omgekeerd , zal wederkeerig vrij blijven ,
en slechts aan gematigde tolgelden worden onderworpen , die voor
den handel der beide landen dezelfde zullen zijn. Indien natuurlijke
gebeurtenissen de liiervoor aangewezene wegen in het vervolg voor de
Scheepvaart onbruikbaar mogten maken , zal de Nederlandsche regering
, aan de Belgische scheepvaart, ter vervanging der gezegde, dan
onbruikbaar gewordene, wegen voor de scheepvaart, andere zoodanige
wegen, die even veilig , en even goed en gemakkelijk zijn, aanwijzen.
Het gebruik der kanalen, die te gelijk de beide landen doorsnijden,
zal vrij en aan de ingezetenen daarvan gëmeen zijn. Men zal wederkeerig
en op dezelfde voorwaarden daarvan genot hebben, en van
wederzijden zullen slechts gematigde regten voor de vaart op die kanalen
worden geheven.
De handels-gemeenschap docr de steden Ma a s t r i c h t en Si t t a r d
zal geheel vrij blijven, en onder geenerlei voorwendsel liclemmerd
kunnen worden. Het gebruik der wegen, die deze beide steden
doorloopen en naar de grenzen van Duitschland geleiden, zal
slechts aan de betaling van een matig tolgeld voor het onderhoud
dier wegen onderworpen zijn , op zoodanig eene wijze , dat de tran-
sito-handel aldaar geenerlei hinderpaal kunne ondervinden , en dat die
wegen, door middel der bovengemelde tolgelden , in eenen goeden, en
dien handel gerijvenden , Staat onderhouden worden.
In geval er in België een nieuwe weg mögt zijn aangelegd, of een
nieuw kanaal zijn gegraven, tegenover het Nederlandsche kanton
Sittard aan de Maas nitkomende, zal het aan België vrijstaan.,
om aan het Nederlandsche gouvernement te vragen, hetwelk zulks in
deze veronderstelling niet zal weigeren, dat gezegde weg of gezegde
vaart , in overeenkomst met hetzelfde plan, geheel en al op kosten
en voor rekening van België , door liet kanton S i t t a r d heen, tot
aan de grenzen van Duitschland, ’verlengd worde. Deze weg of dit
kanaal, die alleen tot het onderhouden van handels-gemeenschap
zouden kunnen dienen , zal, ter keuze van het Nederlandsche Gouvernement,
aangelegd worden, hetzij door ingénieurs en werklieden,
welke België’ gemagtigd zoude worden daarvoor in het kanton S i t t
a r d te gebruiken, hetzij door ingénieurs en werklieden, die N ed er land
zalleveren, en die, op kosten van België, de bepaalde werken
zullen aanleggen, alles zonder eenig bezwaar voor N e d e r l a n d en zonder
benadeeling der uilsluitende regten van souvereiniteit op bet grondgebied,
hetwelk de bedoelde weg of kanaal zal doorsnijden, de beide
partijën zullen met gemeen overleg het bedrag en de wijze van heffiug
der regten en tolgelden regelen, die op zoodanigen weg of kanaal
zullen worden geheven.