Tot Nut en Vergetioegen, opgerigt den 16 Maart 1824, metbepaling
van niet nicer dan 2» leden aan te nemen , welk getal steeds aange-
vuld blijft ; een Genoot s c l i ap , ten doel hebbende, om de leden
gelegenheid te geven , t o t b e o e f e n i n g der Wi s k u n d e , onder
de zinspreuk : Vermeerdering van kennis is ons doel, zamengesteld uit
22 werkende en 24 honoraire leden ; en 8 scholen.
Onder de vermaarde mannen , waarop A rnhem roem draagt, verdienen
melding , de G od geleerde n : Godefkibus van A rnhem , de 51ste Abt van
Aduard:\ 1574; C arolus Gallus, geb. 1550 •f 1616, Hoogleeraar aan
de hoogeschool te Leyden ; Gvsbertus S chevickhaven , Biechtvader van
F erbinand II, Koning van Bohemen en Ilongarijen, die in 1619 een
werk over de Aller-heyligste Goddelijke Dryvoudigheid heeft tloen druk-
ken, en H enrik G erarb C annegieter, Predikant te Boisward, die
door zijne godgeleerde sehriften bekend is; d e R e g t s g e l e e r -
d e n : R einier T engnagel, Hoogleeraar in de Regten aan de liooge-
school te Leuven ; F reberik van ben S anbe , Raadsbeer en Fiskaal
van Gelder en Zutphen, geb. 1577 1617 , bekend als schrijver
van twee regtsgeleerde werken ; L ambertüs Goris -¡- 20 Junij 1651 ,
na zieh door onderscheidene werken te hebben beroemd gemaakt ;
C orn élis van E ck •{• 1752 , na eerst aan de hoogeschool te Frane-
k e r, en later te Utrecht, Hoogleeraar in de Regten te zijn ge-
weest; H erman Cannegieter, geb. 1725 f 1804, Hooglceraar eerst in
liet burgerlijke en later in bet Natuur- en Volkenregt te Franeker ;
diens broeder Joannes C annegieter , Hoogleeraar in de regtsgcleerdheid ,
aan de hoogeschool te Groningen 1806 ; en J onas D aniel Meyer geh.
15 Sept. 1780 f 6 D ee. 1854 , vooral beroemd als schrijver van het
werk : Esprit des Institutions Judiciaires (Geest der regterlijke instel-
lingen) ; de W is k u n d i g e Gerarb W i j n e n , geb. 1648 + 29 Mer
1722, als Hoogleeraar in de Wijsbegeerle aan de hoogeschool te Har-
derwijk ; de G e s c h i e d k u n d i g e n : H enricus A qutlius , wiens ei-
genlijke naain was H enbrik A rents of A r n t s , en die in 1566 eene körte
kronijk van Gelderland in het licht gaf ; Gerarbus van B reuckelaer
©f B roeckelaer , •{• 1602; Ciiristophorus B r o uw er , geb. 1559
1671 , een geleerd Jesuit en schrijver van de Antiquitates Fulden-
ses (Fuldasche oudlreden), de Antiquitates Trevirenses (Triersehe oud-
heden) en andere werken ; J ohan van den S a n b e , die een vervolg op de
Nederlandsche oorlogen van zijnen oom E verarb van R eyb schreef, en in
1658 als oudste Raad in het hof van Friesland , na zieh ook door
regtsgeleerde werken te hebben bekend gemaakt ; en A reno van S lich-
tenhorst, die, in 1654, de Historiae Geldricae Libri X IV (de Gel-
dersche gesehiedenis in veertien boeken) van P ontanus , in het Neder-
duitsch vertaald en vermeerderd , uitgaf ;de L a t i j n s c h e t a a l ge -
l e e r d e n : T heoborus M arsilius , geb. 1548 f 1617, na eerst Hoogleeraar
in de welsprekendheid bij het collegie des Grassins te Parijs en
later Lector aan het collegie van Frankrijk te zijn geweest ; T heoborus
R ycke ; Otto A rntzenius , geb. 1705 •}• 1765 , die eene goede uitgave
van D ionysius Cato heeft geleverd ; en Cornelius B oonzaijer , geb. 1755
8 Jan. 1792, als Reetor der Latijnsche scholen te Gorinchem; de
j k u n s t s c h i l d e r s : W emmer N oot, die in 1670 geboren was, en
in het voorstellen van doorzigtkundige onderwerpen en het nabootsen
van beeldhouwwerk uitmuntte; Gerrit J an van L eeüwen , 28 April
1825, die veel roem alsbloem- en fruitschilder behaalde ; en A ntoon
S minck P itloo , geb. 1790 •}• 1857, aan de choiera, te Napels , waar
liij Directeur der akademie van beeidende kunsten was.
A r n h em heeft meer dan eens veel door brand geleden , als in het
jaar 1564, toen een groot gedeelte der stad in de asch werd gelegd,
waarom aan de burgerij , tot vergoeding van schade , het Ar n h e r ame r -
b r o ek geschonken werd ; en in het jaar 1411, als wanneer de stad
bijna geheel door het vuur werd verteerd. In het jaar 1419 was er
tweemaal brand. De ecrste reis werden 200 en de tweede 500 huizen
eene prooi der vlammen, en in het jaar 1425 onderging de stad non--
maals een dergelijk lot.
In het jaar 1282 verkreeg R e in a l b , Graaf van Gelder} van Keizer
R ubole van H absburg , het voorregt, om stukken ter waarde van ster-
lingsche denarien, in de stad A rnhem te mögen slaan. Dezelfde
keizer R udolf heeft, toen hij dit privilegie bevestigde , daarbij gevoegd ,
dat hij de munt van A rnhem, naar zijn welgevallen, naar Roer-
m o n d e ot II a r d e r w ij k , en van daar wederom naar A rnhem , zoude
mögen verplaatsen.
Gedurende de twisten tusschen de Ileekerens en Bronkhorsten , die
omstreeks 1550 een begin genomen hadden , werd A rnhem in 1572 door
deHeekerens , onder hun opperhoofd , den Graaf van B lois , ingenomen,
wien h e t, door den ouden Vorst W illem van G ulik , die , als voogd over
zijnen onmondigen zoon , aan het hoofd der Bronekhorsten stond, nog
len zelfden jare weder ontweldigd werd.
W illem van E gmond , broeder van A rnoud , Hertog van Gelder, ver-
zekerde zieh, in het jaar 1467, van A rnhem , ten einde die stad voor zijnen
broeder , die destijds door zijnen zoon A bolf , op het kasteel te Buren ,
gevangen gezet was , in te houden. A bolf belegerde terstond hierop
de stad, maar zag, na verloop van veertien dagen , zieh genoodzaakt
het beleg op te breken.
K arel de Stoute, Hertog van Bourgondie, aan wien A rnoub het
Hertogdom Gelder en het graafschap Zutphen , ten overstaan van zijnen
broeder W illem van E gmonb, J a n , Vorst van Rleef, en anderen, voor
eene som van 92,000 rijnsguldens, verpand had , maakte zieh in het
volgende jaar meester van A rnhem , welke stad hem eene som van 90,000
rijnsguldens moest opbrengen, terwijl hij bovendien het raadhuis van
alle oude Schriften beroofde , welke hij naar het slot te Vilvoorden liet over-
brengen. Twintig jaren later , namelijk in het jaar 1492, was Arnhem
eene der eerste steden van Gelderland, die den wettigen Landvorst
K arel van E gmonb , Hertog van Gelder, den zoon van Hertog A bolf
toevielen; maar in het jaar 1505 deed F ilips de Schoone, Hertog van
Bourgondie, de kleinzoon van K arel de Stoute , hem den oorlog aan , en
liet A rnhem, zoodanig belegeren en bestormen,dat het zieh ten laalste moest
overgeven. Hertog K arel van Gelber wist echter , in het jaar 1515 , in
stilte met eenig krijgsvolk binnen de stad te komen , waaruit hij de
Bourgondiers verdreef , en hield zieh sedert, tot aan zijnen dood, den
30 Junij 1538, te dier stede op Naderhand heeft A rnhem, even
als geheel Gelderland, na zieh eerst onder de regering van W il l em ,
Hertog van Gulik, begeven te hebben , voor de magt van Keizer K arel V
moeten bukken , door wiens bestel het hooge geregtshof van Gelderland
, in het jaar 154o , te A rnhem gevestigd werd, terwijl zijn zoon
F ilips II, Koning van Spanje , in het jaar 1559, deze stad ook tot
eene vergaderplaats der vorstelijke rekenkamer benoemde.
Het is zeer opmerkelijk, dat de Spanjaarden , gedurende den tachtig-
jarigen oorlog , zieh nimmer van deze belangrijke plaats hebben kunnen
meester maken , zelfs niet, toen zij Deventer en Zutphen reeds onder
hun geweld hadden. Zij hebben de Arnhemmers wel menigwerf met
I. Deel. gg