nadnt de Noord-IIollandsclie steden , die ’s Prinsen zijde gekozen liad-
den , mede eene vloot in zee hadden gebragt, keerde die van A m s te r d am
terug. In de maand October , poogden de Amsterdammers weder de
Noordhollandsche schepen , onder S onoi . voor Nieuwendam te verjagen,
doch hier licp hun de kans zoo tegen , dat zij tot binnen de palen voor
de stad werden terng gedreven. A l b a , thans ziende, hoe nnttig het
voor hem was , meestervan de zeesteden te wezen , veranderde ten aan-
zien van A m s te rd am geheel van gedrag, vermanende haar met alle
vriendelijkheid tot getrouwheid aan den Iioning, en doende dit ver-
gezeld gaan van beloften en hoop op groote voordeelen ; ook was het
voor zijne partij een geluk , dat L um e y , Graaf van der Mark, niet
slaagde in eenen aanslag op de stad , en dat het gemeen , bij die
onderneming, in rust bleef.
Toen Aiba, in 1575, zieh hier bevond, deed hij eene vloot uitrusten van
56 , zoo groote als kleine , schepen , metoogmerk , om daarmede meester
van de Zuiderzee te worden. Met grooten ophef zeilde zij uit, den
24 September, onder M a x im ilia a n H e n r i s , Graaf van Bossu , in het
Lijzijn van den Hertog, en in tegenwoordigheid van eene groote menigte
Geestelijken, die aan den Schreijershoek stonden, en m«t kruissen en
zegenen , haar goed geluk wenschten, maar den 11 October werd
zij door de Noordhollanders, onder C o r n e l i s D i r k s z o o n , geslagen en
Bossu te Hoorn gevangen opgebragt.
Het ver geefsche beleg van Alkmaar , het verlies van den zeeslag op
de Zuiderzee, älsmede de aanstelling vart eenen nieuweji Landvoogd ,
noodzaakte den Hertog, om van hier te gaan. Van den
nieuwen Landvoogd verkreeg de stad de uitbreiding van haar gebied ,
en de vernietiging van de keur, door de Hertogin van Parma, in 1565
gemaakt', op de namaagschap onder de Regenten. Doch vele ingeze-
tenen en onder dezen van de voornaamsten, die zieh, om den dwingeland,
boven vermögen met schulden bezwaard hadden , vervielen tot armoede
en moesten met bedelen hun bestaan zoeken.
Omstreeks dezen tijd ontstond hier een oproer onder het scheepsvolk,
dat om betaling riep. De schutterij , in de wapenen gekomen , plaatste
zieh op den Dam.» De Burgemeester Buik bezette met twee vaandelen
de Nieuwebrug, en wist, door goede woorden, de oproerigen tot stilstand
te brengen, maar daags daaraan werden de voornaamste belhamels ,
in plaats van betaling te ontvangen , tot de galei verwezen, of op andere
wijze gestraft , hetwelk dit volk zoodanig verbitterde , dat het s’ Ko-
nings zijde verliet, en de stad zeer onveilig maakte.
Een weinig daarna , in het jaar 1575 , legden die van Noord-Holland
eene vloot onder Marken , om de vaart van en naar de stad te verhinderen.
De Landvoogd beval, ten einde hen te verdrijven , eene vloot
van 27 schepen u it te rüsten, waarvan er 10 naar het Haarlemmermeer
zeilden , tot,voor de schans aan de Oude-Wetering, waarvan de bewaring
aan Hopman S c h e t t e r was toebetrouwd. Die wakkere Bevelheb-
ber had naauwelijks deze vaartuigen vernomen , of hij viel er met de
zijnen op aan , bemagtigde het grootste en beste schip van Amsterdam
, en zoude , waren de Haarlemmers niet uitgevallen , waarschijn-
lijk de meesten overweldigd hebben.
Het baarde ook niet weinig verslagenheid in de stad, toen men in
het begin van het jaar 1576 vernam , d a t: Muiden door Sönoi ingenomen
was hoezeer deze het slot aldaar niet konde bemagtigen , en door
H i e r g e s , met behulp der Amsterdammers , weder van daar werd ver-
dreven. Ook werd Amstelveen , dat door de Staatschen verlaten was,
taet hezetting uit de stad voorzien, en verder alle voorzorg gebruikt,
om A m s te rd am tegen overrompeling te beveiligen. Daar echter de Span-
jaarden alles, wat verrigt rnoest worden, om de stad voor den Koning
te bewaren, voor stads rekening lieten , gingen de geldmiddelen zeer
ten achteren, en de stad zelve werd op den oever des verderfs gebragt,
niettegenstaande de Regering , van den Iioning, verlof bekomen
had, om den accijns tweemaal zoo hoog tc vorderen, als tot hiertoe
gebfuikelijk was geweest, _
Het hof van Holland zond , toen de Gendsche bevrediging gesloten
was, eenen Deurwaarder, om deze ook hier af te kondigen dit werd
toegestaan , onder protestatie, voor zoo verre deze bevrediging niet
met de stadsvoorregten streed. In February 1577 besloot men op de
voorwaarden van die bevrediging, met den Prins van Oranje in ondere
handeling te treden ; ofschoon er van de zijde der Regering groote
zwarighedea gemaakt werden, door het voorstellen van 9 punten,
waarin zij wel wisten , dat de Prins niet bewilligen zoude; onder anderen
weigerden zij volstrekt de Hervormde godsdienst te gedoogen , of
tot het begraven der dooden van die gezindte te bewilligen. Maar alle
deze moeijelijklieden werden slechts geopperd , om tijd te winnen, want
de Magistraat had te gelijker tijd , heimelijke onderhandelingen met
Don J a n v a n O o s i e n r y k aangeknoopt. Nadat nu deze door de Alge-
meene Staten voor vijand verklaard, en de tijding daarvan aan de
Staten van Holland gekomen was , werd het onverzettelijk besluit geno-
men , om de stad door list of gcweldte dwingen. Zoo beraamde men, den
25 November 1577 , onder aanvoering van den Overste H e rm a n H e l l i n g
en den Kapitein N i c o l a a s R u i k r a v e r , een aanslag tegen de stad, die,
niettegenstaande zij, na de Haarlemmerpoort overrompeld te hebben,
met vier vaandelen knechten, reeds tot op den Dam voortgetrokken
waren, door het niet spoedig te hulp snellen van de overige benden,
mislukte, terwijl R u i k i i a v e r daarbij sneuvelde. Maar aangezien de stad
van rondomme bezet bleef, werd de Regering gedwongen , weder tot
onderhandeling te komen, en besloot nu te vreden te zijn , als zij eene
hezetting van 500, stadssoldaten mögt blijven behouden. De Prins
daarentegen vorderde, dat men de stadsvaandelen zoude afdanken,
en hem toestaan, over nieuwe opterigten vaandelen Kapiteins aan te
stellen. Staande deze onderhandelingen werd de stad al naauwer en
naauwer beslqten, waarop de Regering in het begin van het jaar 1578
S o n o i schriftelijk vroeg , wie hem last gaf, om vijandelijk tegen de
stad te handelen. Het antwoord was, dat hij gekomen was, op last
der Staten van Holland , niet om vijandelijk te handelen, maar om
de stad tegen de vijanden van het gemeeneland te beschermen. Men
was, van de zijde der Regering, toen nog wel bedacht, op eenige
middelen ter verdediging, maar de magt was gebroken , de schaarsch-
heid nam hand over hand toe, alle koophandel en handteering
stonden stil, en meer dan 500 burgers verlieten de stad. Eindelijk
klom de nood zoo hoog, dat men , uit gebrek aan geld, noodmunlen
moest laten slaan , waartoe het zilver van godshuizen, schutterijen en
gilden, en het zilveren beeid van S t . N i c o l a a s , uit de oude kerk, gebruikt
werden , maar dit, den nood nog niet vervullende, moest er last gegeven
worden , om te sluiten, zoo als men best konde, en de Afgevaardigden
kregen aanschrijving, om niet terug te keeren, dan met het gesloten
verdrag. Diensvolgens werd, den 8 February 1578, de Satisfactie
tot stand gebragt, waarbij A m s te r d am tot de Staatsche partij over-
ging. Deze werd den 16 Maart binnen de stad afgekondigd, worden-
I. Deel. 16