120 A M B.
I >' -?i
IIM
r ■
decid , zoodat het twee schiercilanden vormt, die aan clkanderen vast zijn
door eene smalle landengte van niet meer dan drie honderd zestig roeden,
de Pas van B a gírela genaamd. Het noordwestclijke en grootste dezer
schiereilandcn wordt Hitoe, het zuid-oostelijke L ey t i mor geheeten.
De noordelijke kust van Hi toe ligt 2 m. van Ceram en de oostelijke
van dat sehiereil. l£m. van Oma. De baai, die de twee schiereilanden
scheidt, wordt in de binnen- en de buitenbaai verdeeld, welke laatste zoo
diep is , dat een schip slechts op weinige plaatsen ankeren kan ■ ook
gaat hier somtijds een zoo zware stroom , dat de schepen daardoor naar
zee worden teruggedreven.
De grond op A mboina is , hoewel berg- en roísachtig, evenwel zeer
vruchtbaar, maar aan aardbevingen ónderhevig. Zoo liad er op den
12 Mei 1645 zulk eerie verschrikkelijke aardbcving plaats , ais men bij
menschen gelieugen hier niet liad ondervonden. Zij begon in den
morgenstond, duurde den geheelen nacht door, en was van een
zoo hevig onweder vergezeld, dathetscheen , ais oí'hemelen aardevergaan
zouden ; den 17den dier zelíde maand ontstond er weder eene aard-
beving, die wel 8 of 10 dagen aanhield , waardoor de grond alom open-
geschenrd werd en zware rotsbrokken neder stortten. Een dergelijke
ramp trof dit eiland op den 12 Junij 1675, ’s avonds omtrent 6 ure,
wanneer onderscheiden sterke schokken , vergezeld vafc ongemeene zeer
schrikkelijke donderslagen en zware bliksemstraten met eene sterke
schittering , werden waargenomen. Dit was echter niet te vergelijken
bij hetgene den 17 Eebruarij daaraan volgende voorviel, als wanneer dit
ciland, des avonds, bij schoon maanlicht en stil weder, zonder eenig
voorafgaand gedruisch, van zoodanige schadding en aardbevingwerdaange-
tast, dat er met den eersten schok 75 chinesche woningen benevens een
gasthnis nederstortten , waardoor 75 menschen gedood en 35 zwaar
g'ekwetst werden, ook werden de overige steenen gebouwen zoodanig
gescheurd eil ontzet, dat de bewoners er zieh niet meer in durfden
vertronwen ; over liet gehcele ciland kwamen er bij deze ramp 2322
personen om. De laatste dezer aardberoeringen begon den len November
1855, en duurde eerst met geringe tussebenpoozingen, en
vervolgens alnemende, ruim twee maanden voort; hierdoorwerd riiede
eene verschrikkelijke verwocsting aangerigt; het Chinesche kamp
stortte grootendeels in ; in het fort Vi c t o r i a lieten onderscheiden
menschen het leven en het vernieuwde hoofd rukte geheel uit elkander.
Hel gebergte op de kust van Hi t o e , naar den kant van den
P a s Baguela, leed bijzonder veel, zoo zelfs, dat daarvan stukken
afgevallen zijn. Het spieet ook op verschillende plaatsen open, waar-
doer later nog klompen dreigden afte störten, zoodat het niet zonder
gevaar te naderen was. Door het nederstorten der kruinen, gerankten
eenige riviertjes verstopt , ten gevolge waarvan een zwarte modder
uit den grond opwelde , die , nadat de lavieren weder harén loop hadden
genomen , opgedroogd is. Verschcidene doessons (tuinen) in de valleijen,
inet vruclit- en andere voordeelgevende boomen, werden door den
nedergestorlen grond, meestal bestaande uit een zandachtig grint,
hedolven , waardoor de aan grenzende negorijen groote schade ledeii ; ook
sloegen er vele woningen om, en de Moorsche tempels werden onbruik-
baar gemaakt. Het eiland liad echter aan den zuid- en zuid-westkant
bijna niets geleden; de schokken waren in die rigting minder hevig; en
in het algemeen werden de meeslen van een zwaar onderaardseh geluid
vooralgegaan, dat eenige seconden aanhield , en dikwijls de gelegenhcid
gaf, om in tijds de open lucht te kunnen kiezen. Het sebeen als of
n
AMB. 1 2 7
eene geheele vernietiging zoude plaats hebben ; het geluid was als van
zware kanonschoten. M en heeft opgemerkt, dat de schuddingen zoo w el bij
helder maan- en sterrelicht, als met donker, regenachtig weder plaats
hadden, en dat te A mboina niet het minste van eenen bezetten zwavel-
achtigen dampkring is waargenomen , maar nu en dan donder met
llikkerende bliksemstralen , die, als het wäre, tot op den grond neder
vielen.
Van de reede gezien , levert dit eiland een allczins fraai en verrukkend
gezigt op. Schilderachtige vlaklen , tusschen de kleine, menigvuldige,
bosschen gelegen, allen in bekoorlijk groen getooid , doen zieh daar
aan het oog voor. Hooge steile bergen , met groene bosschen bedekt ,
strekken zieh over het geheele eil. uit. In het verschiet, als in de
lucht verheven, zijn de kruinen der bergen omzoomd met ondoordring-
bare , donkere wouden van kolossaal geboomte , dat in den helderen
dampkring de hier en daar verspreid liggende hutten nog duidelijker
doet uitkomen, en aan het geheele land eene onbeschrijfelijke schoon-
heid bijzet. Bij het aanschouwen van dit verheven tooneel, vindt liet
oog eene zachte verpoozing , in groepen van ländvolk en grazend vee §
welke men hier op de minder steile afhellingen der naastbij gelegene
bergen ontwaart, terwijl nu en dan een wandelaar , die naar het hoog
gelegen B a t o e Ga d j a , het buitenverblijf van den Gouverneur, op-
klimt, dit heerlijke tafereel nog schilderachliger maakt. Aan het
uiterste westelijk einde vertoonen zieh , op de lagere lielling der bergen
, längs, de zee, uitgestrekte boomgaarden van kokosboomen.
Deze zoogenaamde klappertuinen rnaken een der aangenaamsLe gedeelten
van het eiland uit. De weg derwaarts gaat, even als de grond van
het geheele eiland, nu eens berg op dan weder berg af, terwijl men,
den ganschen weg over , aan de regterhand, het gezigt op de blinkende
zeevlakte en de schepen van de reede heeft.
Groote rivieren worden hier niet gevonden. Menigvuldige beken, die
goed drinkbaar water opleveren, störten hier en daar in hmisende wa-
tervallen van de hooge bergkruinen a f, stuiten al spattende op de ul
stekende rotsgevaarten , en banen zieh eindelijk eenen weg naar de vrucht-
bare dalen. De voornaamste dezer riviertjes zij n : de T o m o , de A 11 a ,
deNi toe, deBatoe Gadja o fOl i f a n t s r i v i e r , de Maroewa ,
de La t e r i , de Po et eh - T s ji n a , de Lopa, de Ma l e n e
de T o e w a , de R o e li o e , de L e 1 a , de A m e , de L e t i e , de
Sahoer o , d eL a ä , de Ma s i s i , de P i a - K i t s j i l de P i a-
B es ä r ,■ de We t i , d eW e s a , de O p o l a r i , de Wo l aw a ,
de Me t e n , de M a t a l e , de L a w a , enz.
De hoogste bergen liggen op H i t o e en beeten de AVananieen do
Kap aha.
De gesteldheid van den grond schijnt voor den rijstbouwweinig gc-
schikt; dit voorname voedingsmiddel wordt van Java naar Amboina ,
öVergcbräfft.. Koflii en indiffo worden er met »oed sevolst aanaekweckt. o o J o _ t) < U ü <i Groenten en vruchten zijn er minder overvloedig dan op Java, en
aardappelen worden alleen in enkele tuinen van Europeanen gevonden Het
belangrijkste voortbrengsel uit het plantenrijk is evenwel de kruidnagel ,
van welken elke , in volle groeikracht staande, boom, jaarlij ks van
25 tot 30 Nederl, oncen , en niet zelden meer, ja zelfs somwijlen
vier of vijfmalen zoo veel oplevert; terwijl men de geheele hoeveelheid,
die jaarlijks gewonnen wordt, op 250,000 tot 500,000 Nederl. pond.
schat. Ook worden hier de kostbare Moluksche olien, (onder anderen
de kajoepoetie-olie) verzameld.