beschouwd werd, en jaarlijks aan meer dan 20,000 huisgezinnen oen ruim
bestaan verschaffe, vanwaar zij haren naara van Groote Vissclierij
ontlecnde. Tot op Bet einde der veertiende eenw werd deze visch, even
als alle andere, versch gegeten, en er kon alzoo geen handel mede ge-
dreven worden ; maar \\ iliem Bkukeiszoon , een visscher van Bi e rvl i e t ,
vond, omtrent dien tijd, de kunst ui t , om den haring te kaken en in te
zoutcn. Nadat hij die kunst, naar hem ook wel beukelen genoemd,
aan zijne landslieden onderwezen had, is de haringvisscherij door hare
voordeelen van groot aanbelang voor de Nederlanders geworden ; die
m de bereiding van den haring, zoo door kaken als inzouten, nog
door geen natie geevenaard, veel min overtroffen is geworden; waarom
ookde^Hollandsche haring boven alle anderen gewild is, en op de
vreemde markten veel duurder verkocht wordt, als zijnde veel beter
van smaak en van meerdere duurzaamheid. V6or de Spaansclie beroe-
ringen maakten vooral de Zeeuwsche visschers veel werk van dezen
handeltak; later zieh meer op de kaapvaart toeleggende, veronacht-
zaamden zij de haringvisscherij en deze verplaatste zieh grootendeels
naar Noord- en Zuid-Hol land, en wel naar de steden Enkhuizen ,
Vl aardingen, Ams t e rdam, Rot t e rdam, Schiedam, Delfs-
haven en Maas 1 a n d s 1 ui s. Thans is Vl aardingen , de voornaamste
zetel dezer visschcrij , waaraan ook Maa s l a n d s l u i s ,
D e l f s h a v e n , E n k h u i z e n , de R ij p en A m s t e r d am ook
nog deel nemen.
De h a r i n g wordt in de Noordzee, op de kustcn van Engeland
en Schotland, van den 24 Junij tot den 23 November, gevangen ; te
weten : van St. Jan tot St. Jakob, of van den 24 Jnnij tot 23 Julij,
omtrent Hitland, Fair Hill, en Bockenes ; van St. Jakob tot de H.
kruisverheffing , of van 2d Julij tot 14 September, omtrent Bockenes
of Sevemot, en van de H. kruisverheffing tot St. Catharina, of van
den 14 September tot den 2d November, in het diepe water beoosten
Yarmouth ; ook vangt men , niet ver van däar, nog haring tot in het
laatst van Jannarij. De schepen, welke daartoe gebezigd, en haring-
buizen genaamd worden, zijn doorgaans 2d tot 30 lasten groot. Deze
blijven , zoo lang de vangst duurt , in zee , maar zij zijn vergezeld van
kleinere vaartuigen, jagers geheeten , die bestemd zijn , om den ge-
vangen haring spoedig over te brengen.
De haringvangst is in vroeger tijd geregeld, bij plakkaten , door de
Hooge Regermg uitgevaardigd. Zoo is, bij plakkaat van 12 Mei 1620,
uitdrukkelijk verboden eenigen baring binnen de klippen op de kusten van
Ierland, Hitland of Noorwegen, te vangen, omdat deze ongeschikt is
tot inzouting, alsmede dat men vöör den 24 Junij geene netten mag
uitwerpen. De buisliedcn, aldus noemt men bet scheepsvolk, dat ter
baring vaart, mögen elkander de vangst niet beletten, noch elkanders
netten beschädigen. Z ij, die niet vangen ku'nnen , moeten ter-
stond naar huis terugkeeren. Het scheepsvolk mag geen haring in
zee verkoopen, enz.
De baring, dien men tusschcn den 24 Junij en den 2d Julij vangt,
wordt met grof zout toebereid, en daarom grof zouten baring gehee-
ten; die, welke men na den 2d Julij vangt, wordt met fijn zout toe-
gereed ende tonnen worden , ter onderscheiding, metbijzondere teekens
gebrand. Geen haring, die na den 2d Julij gevangen is, mag ter
sleete verkocht worden , zoo hij niet ten minste tien dagen op zijnen
eersten pekel gelegen heeft. De haring, welke duren moet en ter
\erzending dient ? wordt aan land verpakt en opgehoogd*
Behalve deze-Aaring , gewoonlijk pekelharing genoemd, wordt door
de Nederlandsche visschers in het najaar, op onze kusten en in da
Zuiderzee, nog veel haring gevangen, die eerst een weinig gezouten
en daarna gerookt zijnde, bokking genoemd wordt, en eene groote
vervulling voor de ingezetenen uitmaakt. De voornaamste hangen of
hallen, dus noemt men de keeten , waar de haring gerookt wordt,
zijn te Zwo l l e , V o l l e n h o v e en Ha r d e rwi j k . Ook wordt
de versehe of najaarsharing, onder den naam van panharing bekend,
bij de mindere volksklasse vrij algemeen gegeten, en overigens lot
Veevoeder of bemesting gebruikt.
De gezouten haringen en ook vele gerookte wordt buitenlands verzon-
den, voornamelijk naar de West-Indie , naar Polen en Duitsch-
lan d , vroeger ook in groote menigte naar Hamburg en Bremen;
doch sedert de Hamburgers zieh ook veel op de haringvangst toeleg-
gen , en daarin , naast de Engelschen , onze voornaamste mededingers
geworden zijn, heeft het vervoer derwaarts grootendeels opgehouden.
De Hollandsche steden, welke schepen ter haringvangst uitzenden ,
stellen gezamenlijk een kollegie aan, hetwelk het k o l legie der
groote Vissclierij van de provincie Hol land genoemd wordt,
en uit eenen Voorzitter, 12 J^eden, en een Secretaris bestaat; hebbende
de Voorzitter en 3 Leden benevens de Secretaris zitting wegens Vlaardingen
, 2 Leden wegens Maaslandsluis, 3 wegens Amsterdam, 1 wegens
Rotterdam, 2 wegens Enkhuizen en 1 wegens de Rijp. Dit kollegie
draagt met de regering zorg voor het behoorlijk in acht nemen der
keuren en ordonnantien aangaande de visscherij ; welke keuren en or-
donnantien niet gemaakt of veranderd mögen worden , zonder dat de
raad en de bedenkingen van dit kollegie ingewonnen zijn.
De Walvisehvangst was vroeger mede van zooveel belang voor de
N ederianden , dat daartoe jaarlijks tot 236 schepen naar Greenland
, Spitsbergen , en Nova Zembla werden uitgerust. Ook lokte zij
een aanzienlijk aanlal Nooren , Deenen en Jutten naar deze landen,
die tegen het najaar weder huiswaarts keerden , en hunne winterteering
vonden uit hetgene zij op de Nederlandsche schepen overgegaard had-
den. De Walvisehvangst werd in het jaar 1614 , door eene bijzondere
maatschappij , onder den titel van Noordsche compagnie, onderno-
men , die echter, door veel tegenspoed, niet langer dan tot in het jaar
1643 stand hield, en toen vernietigd werd, waarna deze visscherij voor
een ieder open bleef, en alzoo door onderscheidene rederijen werd uitge-
oefend. Deze visscherij geschiedde in de Straat Davis, op de kusten van
Greenland en van de eilanden der IJszee ; als: van IJsland, het Bee-
len eiland, het eiland Mauritius of Jan Maaijeneiland, Spitsbergen en
Nova Zembla; maar aangezien de visschen , door de gedurige ja g t, die
er op gemaakt werd, schuw geworden zijn , zien de walvischvaarders
zieh thans genoodzaakt de visschen dieper in zee, onder het ijs , op
te zoeken , waardoor deze visscherij thans met veel meer gevaar vergezeld
gaat, dan vroeger het geval was, en er ook veel minder gevangen
worden, zoodat men thans het te kort moet aanvullen door
de zeehonden- of robbenvangst. De meeste walvisschen worden tus-
schen de 77° en 79° gevangen..
In bet begin dezer eeuw werden nog jaarlijks meer dan 100 schepen
ter Walvisehvangst uitgerust, waarvan eenige vroeger andere later ver-
trokken, naardat zij eene längere of kortere reis moesten a 11 eggen
; flie, welke naar Straat Davis steveuden, vertrokken bet vroegst,
nameljjk in February, omdat zij den versten togt hadden te vol-
I . D e e i . 6 *