ARMOE, voorm. d. in Oost-Indie, op de noordkust van het eil.
J am , ten W. van den hoek Awer.
ARMOEDE, b u u r s c h . , g r a a f s c h . Zutphen. Zie A rmiioede.
AllMÜYDEN, of A rm eijen , op het eil. Walcheren. Zie A rn eme id en .
ARNE , voorm. watertje in het eil. Walcheren, prov. Zeeland, dat,
van Middelburg afkomende, bij Arnemuiden in zee viel.
ARNEM, oude naamvan de stad A rnhem. Zie dat vvoord.
ARNEMUIDEN, gem. op bet eil. Walcheren, prox. Zeeland, distr.,
arr'. en kant. Middelburg, (5 m. k., 1 s. d.) palende N. aan
Kleverskerke, 0. en Z. aan het Arnemuidsche g a t, dat haar van St.
Joosland scheidt, en W. aan de gem. Middelburg.
Zij bevat, behalve het stad je A r n emu i d e n , de heerlijkh. N i eu-
w e r k e r k een Mor t i e r e , en beslaat eeneoppervlaktevan486 bund.
Men heeft in deze gem. 1 Herv. kerk, 1 school, 1 stijfselfabrijk,
198 huizen en ruirn 1300 inw., die schier het eenige middel van bestaan
vinden in de kustvisscherij, welke zij, thans met 16, in 1834 nog
met 21, scbuilen uitoefenen ; terwijl buiten deze schuiten hier nog ge-
vonden worden 19 hoogaartsen, die op de Schelde en de Zeeuwsche
stroomen visschen. Yroeger bestonden hier 31 zoutkeeten , die aan
velen een goed bestaan opleverden. Deze zoutkeeten , die aan onder-
scheidene Heeren te Middelburg toebehoorden, waren langzamerhand
tot op 10 verminderd, toen den 7 Julij 1802, des avonds ten elfure,
de kruidmolen aan den Middelburgschen havendijk, ruim f u. hemels-
breedte daarvan verwijderd, in de lucht sprong, en het vuur aan
de zoutkeeten mededeelde, zoodat er 8 tot den grond toe afbrand-
den, weshalve er nu nog slechts twee overig zijn , welker cigenaars de
eene te Middelburg, de andere te A rnemeiden woont.
He stad A rnemuiden , ook wel A rmeyden , A rm e i je n , A r e h u ije en
E r r e m e e , bij de inw. meestal A r r em e ije , of volgens de Zeeuwsche uit-
spraak , E rr em e je , in het Latijn A rnemeda geheeten , is eene stad van
den tweeden rang, die J u. 0. van Middelburg , en 1 u. Z. van Yere,
aan het Arnemuidsche gat, gelegen is. Zij ontleent hären naam van
het watertje de Arne , dat hier eertijds zijnen uitloop had.
Vroecer lag A rnemuiden meer Zuidwestwaarts en nader aan Middelburg
, en deze plaats , die men , ter onderscheiding van het tegenwoor-
dige A rnemeiden , gemeenlijk O od-A rnemeiden noemt, moet reeds in de
1.5de eeuw bestaan hebben, zoo als blijkt uit eenen brief van Jan 1, Hertog
van Lotharingen en Braband, gegeven op St. Nikolaasavond van het
jaar 1288; want hij verklaart claarin, ter bede van F loris V , Graaf
van Holland en Zeeland, zijnen bloedverwant, tolvrijheid in alle zijne
landen te geven aan de twee steden , die F loris voorgenomen had te
stichten , de eene in het eiland Schouwen te Brijdorp, de andere in
Walcheren bij A rnemuiden. Zij was destijds , en zelfs nog eene eeuw later ,
eene groote en neringrijke koopstad, aan wier inwoners H aqein , Koning
van Noorwegen, in het jaar 1370, vele bijzondere privilegien, ter be-
vordering van hunne zeevaart op Noorwegen verleende , hun alles kwijt-
scheldende, wat zij tot dien tijd toe tegen hem mogten misdaan hebben
; nemende hen in zijne bescherming en alle zijne havens voor hen
openende, om daar, mits betalende den gewonen toi, hunnen koop-
handel te drijven. Indebrieven, hiervan gegeven, wordt A rnemeiden ,
nevens Z ierikzee en Middelburg, onder de Zeeuwsche steden genoemd.
Het was in dien tijd veel meer bloeijende in zeevaart en koophandel
dan Middelburg , en praalde met een deftig slot, waarop de Heeren
van A rnemeiden 9 zijnde een oud Zeeuwsch adellijk geslacht, hun ver-
blijf hiclden.
Dit O ud-A rnemuiden had, te dien tijde , toen het eil. St. Joosland en de
Craaijertpolders nog niet ontstaan waren , vöör zieh , dien grooten nitge-
strekten stroom, die Walcheren afscheidde van Zuid-Beveland , Wol-
phaartsdijk en Noord-Beveland , en dit gaf deze stad het voordeel, dat de
zwaarst geladene schepen aan haar hoofd konden af- en aanvaren , waar-
door velen , die zieh met scheepvaart en koophandel geneerden , zieh daar
vestigden. De stad werd hierdoor zoo wel varende, dat zij, in het be*
gin der vijftiende eeuw, onder de voornaamste koopsteden van Europa
werd geteld , hetgeen haar, in 1418, in het hanzeverbond deed op-
nemen. Ook bestond er ten tijde van hären grootsten bloei te Oud-
A rnemeiden eene fraaije kerk en een klooster van Reguliere Kanon*
niken , het Hu i s te Mor t i ere genaamd , dat rijkelijk met lan-
derijen en erven begiftigd was. Aangezien evenwel deze stad meer en
meer van het geweld der zee te lijden had, besloten hare inwoners, in
1438 , ten tijde van Heer G il l is van A rnemeiden , de laatste afstammeling
van dat geslacht, hunne nog overige huizen af te breken, en die, een weinig
meer noordoostwaarts op, te herbouwen; hieraan nu heeft het legen-
woordige A rnemeiden zijn bestaan te danken. Ook werd kort daarna
de plaats, waar O ed-A rnemeiden gestaan had , hevig door het water
aangetast, waardoorzij , sedert het jaar 1462, van dag tot dag , door
grondbraken , zoodanig afnam , dat nu van de twee en dertig gemeten
(15 bund. 69 v. r. 31 v. el.), die het besloeg, naauwelijks twee
gemeten (91 v. r. 83 v. el.) over zijn. In de nabijheid van dit
O ed-A rnemeiden werd W ill em van O ostervant , zoon van den Holland-
schen Graaf J an I I , in 1303, door de Vlamingen geslagen; en ten
jare 1331, waagde Graaf W illem V , in het begin der Hoeksche en
Kabeljaauwsclie twisten, in hare nabijheid , eenen zeeslag tegen zijne
moeder, vrouw M argaretha , Weduwe van Keizer L o d ew ijk van B e ije r en ,
die ongelukkig voor hem uitviel.
Men begon alzoo het tegenwoordige A r n em e id en , in het jaar 1438,
te bouwen , op den dijk van Middelburg, ter plaatse genaamd Oost-
hoek, in de parochie van Nieuwerherke, op 23 gemeten (11 bund.
47 v. r, 90 v. eil.) gronds. Het vlek had door zijne verplaatsing de
vorige nering , scheepvaart en koophandel niet verloren ; want naau,-
welijks was het gesticht, of het begon , door de menigte der van rondsom
toevloeijende inwoners, zeer volkrijk te worden, zoodat het reeds ten jare
1462, tot een aanmerkelijk dorp aangegroeid was, van welks grootte en
fraaije gebouwen men zieh eene verbeelding kan maken, uit eene
schilderij , nogheden ,'in de raadkamer van het stadhuis aldaar, hangende.
Den 10 Maart 1481 , brandde de plaats geheel a f , maar werd spoedig
weder herbouwd , en de koophandel nam er zoodanig toe , dat de regering
van Middelburg, voor het verloop der nering en inwoners van deze
laatste stad vreezende , besloot den eigendom van A rnemeiden aan zieh te
trekken , weshalve zij , in het jaar 1493 , de ambachtsheerlijkheid van die
plaats kocht van F il ip s van B o e rg o n d ie , die, door zijn huwelijk met A nna
van B orselen , Heer van A rnemeiden geworden was, want, na het uit-
sterven van het geslacht van A rnemeiden , was die heerlijkheid aan de
van B orselens gekomen.
Deze koop heeft daarna groote twisten tusschen die van Mi d d e l burg
en A rnemeiden doen ontstaan ; naauwelijks toch was zij getroffen ,
of de Middelburgers waren er op bedacht, om wetten te maken, die
de hoofdnering en handel aan hunne stad konden verzekeren ; hoewel zij
aan die van A rnemeiden zoo veel handel van minder aanbelang