Iwengeh; de andere vdrtrokken in Maart, wederom andere Liter,
ledere vvalvisclrvaarder heeft vijf, zes of somtijds meer sloepen bij
zieh , die op zijde of van achteren aan het schip hangen. Ter plaatse
hnWner bestemming gekomen, laten de walvischvangers deze sloe-
jien in zee , bemannen die met eenige van het sclieepvolk, onder
welke een harpoenier. Zoodra men nu eenen visch ontdekt, wordt Inj
nagejangd,' en wanneer men hem genaderd is , '»ehret de harpoenier
liem met den liarpoen , die aan «eene -lange lijn vastzit, in het lig-
chaam; is de visch niet zoodanig gewond, dat hij nog kracht heeft,
om de geheele lijn uit te loopen , dan kapt men het touw af, en
men tracht den visch andörmaal te treffen, hetwclk dan zoolang her-
haald wordt tot hij geen kracht meer heeft , om de lijn uit te loopen
, en st-erft , als wanneer men hem met de sloepen naar de plaats
sleept , waar het schip lig t, hem aan stukken kapt, en het spek ,i
waarvan naderhand traan gekookt wordt, even als de baarden, van
welke men baieinen maakt, binnen boord brengt. Ofschoon de Groen-
landsche of Straat-Bavis visscherij -societeit te Harlingen , wegens on-
ge lukkige vangsten en verliezen , is ontbonden geworden, zoo hebben
toeb de Heeren B arend V isser en Z oon aldaar de vaart aangehouden
en trog twee of meer sclv'pen in zee , van welke in den loop van dit
jaar Cr ein met verscheidene walvisschen bevracht is te huis gekomen,
waardoor deze visscherij nieuwe aanmoediging heeft bekomen.
K oophandel en S c r ee pvaart .
'■ ■De Koophandel r die als de ziel en zenuw van ons Vaderland aange-
gemerkt wordt , moethier zeer vroeg gedreven zijn. Men be&peurde hier ,
zelfs reeds in de onbescbaafdste tijden , eenige beginselenvanbekwaamheid
tot bet oefeneti van nulte handwerken , die naderhand gelegenheid tot
eenen voordeeligen bandel gaven ; maar toen de Romeinen , in de eerste
eeiiw onzer tijdrekcning , in grooten getale herwaarts overkwamen , begon
de koophandel meer algemeen te worden. Vele Romeinsche kooplieden
, zieh hier te lande hebbende nedergezet, dreven handel op de
Briltannische eilanden er> andere gewesten, ln Z e ela n d heeft men ou-
de opschriften gevonden , in welke de Romeinsche kooplieden lmnne
dankbaarbeid aan de Goden betuigden , voor het beveiligen der koop-
waren op zee. Ten tijde van V itelliüs , waren er nog vele Romeinsche
kooplieden in deze landen , die toen door de Kanihefaten gewapenderhand
OV'etvallen werden. De grachten , welke te dier tijde in de N ederlanden
werden gegraven, zijn, naar allen schijn , niet alleen ten diensle der krijgs-
Keden , maar ook tot gerief van den handel, aangelegd. Het Friesehe bont
was toen reeds zeer beroemd en werd längs die Drususgracht uitgevoerd.
Toeh later deze landen doer de Noormannen overvallen en door de Fränkische
koningen overmeesterd waren, werd de handel aanmerkelijk verdenkt.
Maar in de tiende eeuw begon de handel in geweven stoffen ,
die uit Viaanderen naar Frankrijken Duitsehland vervoerd werden, eenen
aanZiCnlijken opgang te maken. Het oprigten van vrije jaarmarkten
bragt‘ook niet weinig tot de uitbreiding van den koophandel toe(l). In
( i ) Lezenswaardig Over het vroegér hand-lsverheer dezer laude is Jonlch.
Mr. H, M . A. v a n Asch v a n W ijck^ G e s c h i e d k u n d i g e b e s c h o u w i n g
v a n h e t o u d e h a n d e l s i r e r k e e r d e r s t a d U t r e c h t , v a n de v r o e g—
s t e t i l d e n t o t a a n de v e e i t i e n d e e e u w .
den aanvang der veertiende eeuw, ontstond er een geweldig oproer onder
de lakenwevers, in de Vlaamsche en Brabandsche steden , hetwelk ,
doordien de wethouderschap het niet voorzigtig genoeg gedempt had,
gelegenheid gaf, dat de weveri jen naar de N oordelijke N ederlanden, en
vooral naar Hol la nd, werden overgebragt. Reeds eene eeuw vroeger,na-
dat de Ridders der Duitsche orde de landen aan de Oostzee bemagtigd
hadden, waren de Oostersche koopvaarders begonnen hunne waren ook
naar de N ederlanden te voeren en de voortbrengselen dezer landen wederom
terug te brengen. A m st e r da m begon, in de vijftiende eeuw,
Antwerpen, dat toen reeds eene bloeijende koopstad was, naar dekroon
te steken. Daar deTexel sche z e e g a t e n , omtrent het jaar 1400,
door inbraak, wijder geworden waren, begon men het IJ met groote
schepen te bevaren. De Oosterlingen bragten hunne granen en hout-
waren te Ams t e r da m ter markt, en die stad leverde hun wederom
gezouten visch en haring van de visscherij dezer landen, en hetgeene
verder dit land in grove waren opleverde. Het innemen van Antwerpen
, door den Hertog van Parma, in het jaar 1883, werd van een ge-
heel verval des handels in die stad gevolgd. Men verzuimde de
Schelde, die voor groote schepen onbevaarbaar wras gemaakt, wederom
te openen. De kooplieden weken daarop naar H o 11 a nd , den mees-
ten handel met zieh nemende. Van dien tijd af, begonnen de
V ereenigde N ederlanden, midden in den zwaren oorlog, met welken zij
te worstelen hadden, door de zeevaart en den koophandel te bloeijen.
Onder de talrijke steunsels van den Koophandel, dien de Neder-
landers vroeger gedreven hebben , en nog , hoewel op eene kleinere
schaal, drijven, is .een der voornaamste de liggmg aan de Noord-
zee , als mede hetgemak om de koopwaren over de Zuiderzee, längs
de bevaarbare rivieren, kanalen en vaarten, op eene min kostbare
wijze , in kleine vaartuigen, te vervoeren; waarbij nog kwam de
gezegende vrijheid, die ieder getrouw en gehoorzaam onderdaan al-
hier genoot, terwijl niemand, hetzij ingezeten of vreemdeling, van
welken landaard hij ook wezen of welke godsdienst hij ook belijden
mögt, indien hij de wetten gehoorzaamde , de lasten opbragt en zieh
stil en vreedzaam gedroeg , voor vervolging of onregtvaardige ver-
drukking te vreezen had j zoodat elk goed burger, voor zoo ver
dit met het behoud van het land bestaanbaar was , volstrekt meester
van zij ne eigendommen bleef. De aanzienlijke bevolking ; der ingeze-
tenen vlijt in het uitbreiden van hunne handwerken. manufacturen
en visscherijen 5 de groote menigte koopvaardijschepen, die zij
bezaten j de aanzienlijke voorraad van contant geld, waarin geen
land ter wereld bij de N ederlanden te vergelijken was, zoodat de
koophandel der andere natien voor een groot gedeelte , met het geld
der Nederlanders gedreven werd; de natuurlijke spaarzaamheid en
winzueht dezer natiej het goed vertrouwen, waarin de Nederlanders
hij andere volken stonden j de aanzienlijke en rijke wi sselbank te
Ams terdam , de Oost-Indische en de We s t - I n d i s ch e Ma a t -
s c h a p p ij e n en de So c i e t e i t v a n S u r i n a m e , hebben veel by-
gedragen, om den koophandel, vooral in Hol land, zoo hoog te doen
stijgen , dat het de afgunst van alle de andere handeldrijvende natien
gaande maakte , omdat zij zagen , dat de Nederlanders daarin een ieder
te boven gingen. Ook waren het de koophandel en de zeevaart r
die lien in Staat stelden, om gedurende tachtig jaren eenen strijd v
ter bekommg en bescherming van hunne vryheid tegen Spanje, vol te
houden, en dat rijk eindelijk te doen zwichten en het te dwingen ,