landen , door zekeren Jean »e Greve , dien men voor den eerstcn Franschen
Predikant te A msterdam houden moet, in die taal gepredikt, zonder dat
men wcet op te geven in welke kerk; maar in het jaar 1586 werd door
de regering besloten den Waalschen Gerefornieerden de Nieuwezijdskapel,
tot verrigting van de openbare godsdienst, toe te staan , hoewel daar-
aan geen gevolg scbijnt gegeven te zijn , want kort daarna moet hun
de tegenwoordig nog door hen gebruikt wordende kerk van het Pau-
linenklooster zijn afgestaan , die in 1616 reeds moest" vergroot worden.
In 1647 werd zij vertimmerd en in 1661 andermaal vergroot, als
wanneer op het midden van het dak een koepeltorentje geplaatst werd,
dat. echter later weder afgebroken is. Nadcrhand zijn er ook nog van tijd
tot tijd, en laatstelijk in den jare 1822, verbeteringen aan de kerk ge-
daan, terwijl in 1857 het kostershuis en de consistoriekamer geheel
verbouwd en vergroot zijn. De kerk heeft een fraai orgel, dat in 1680
gemaakt en omtrent vijftig jaren later vernieuwd is. Het gewelf rust
op veertien ronde steenen kolommen. De andere kerk, die de Waal-
sche gemeente hier gehad heeft, en de Ni euwe W a l e n k e r k
genoemd werd, stond ter plaatse , waar voorheen de' schermschool was ,
op den lioekvan de Prinsengracht en het Molenpad. Dit gebouw dient
thans tot eene stadsschool.
De E n g e l s c h e P r e s b y t e r i a a n s c h e gemeente, die door
twee Predikanten bediend wordt, welke tot de klass. van Amsterdam
behooren, heeft sedert 1607 , als wanneer J o h n P a g b e t tot eersten vasten
Predikant dezer gemeente beroepen werd, de gewezen kerk van het
Beggijnhof in gebruik, welk gebouw , dat voor eene der oudste kerken
van A msterdam gehouden wordt, in 1665 op stads kosten vertimmerd en
vergroot, en in 1727 wederom vernieuwd is. Zij heeft eenen toren,
waarop eene hooge spits Staat. In 1753 hebben de voornaamste le—
den der gemeente, op hunne kosten , een nieuw orgel in deze kerk doen
plaatsen.
Voör dezen hadden de Engelschen, die men Br ow n i s t e n noemde,
ook eene kerk in de Barndesteeg , die, na den zwaren brand des
jaars 1662 , weder opgebouwd werd. Maar de gemeente nam sedert zoo
sterk a f , dat zij , in het jaar 1708 , sleclits uit eenen Ouderling, eenen
Diaken en drie broeders bestond, die toen tot de Presbijteriaansche
gemeente overgingen en het kerkhuis aan de Nederduitsche Hervormde
diakonie overgaven , welke het in 1714 verkocht heeft.
De E n g e l s c h e E p i s c o p a l e n hebben hier eene zeer kleine
gemeente, welke door eenen Predikant wordt bediend, die zijne zending
van den Bisschop van Londen heeft, en door den Enning van Groot-Brit-
tanje bezoldigd wordt. Vermoedelijk heeft deze gemeente hier geen
aanvang genomen voor het jaar 1700, want omtrent dien tijd huurde
zij eene bovenkamer vaneenhuisop den Oudezijds-Achterburgwal, dat
te voren tot eene Roomsche kerk was gebruikt geweest. In dit huis
hielden zij hunne vergaderingen tot het jaar 1763, als wanneer deze
in de kleine gehoorzaal der Doorluchtige school verplaatst zijn geworden
, welke zaal zij echter in het jaar 1767 , op aanzegging der regering,
weder hebben moeten verlaten. Sedert hadden zij eene kerk op de
Groene Burgwal, die", wegens bouwvalligheid, eenigen tijd naar de
Heerengracht verplaatst zijnde , later weder hersteld i s , terwijl men
den gevel eenige jaren geleden in eenen Gothiscben stijl ge-
bouwd heeft. Inwendig is de kerk fraai gestucadoord , van mat gesle-
pen glazen , twee predikstoelen , en , in plaats, van stoelen, met banken
voorzien. Terwijl zij voorts met een orgel benevens een fraai wapen
van Engeland prijkt, en ’s winters door eenen kagcliel verwarmd wordt.
De Remonstranten hadden , vöör en na dat hunne leer , in de Synode
te Dordrecht van de jaren 1618 en 1619, veroordeeld was geworden,
te A msterdam in onderscheiden burgerhuizen, heimelijke vergaderingen
gehouden, maar het liep aan tot in den zomer van het jaar 1630, eer
zij ondernamen zeker huis of hoedenmakerij , aan de westzijde van de
Keizersgraclit, bezuiden de Prinsenstraat, tot eene kerk te vertimmeren ;
welke den 8 September van dat jaar, door S imon E piscopius , ingewijd
werd. Deze gem., die tot de Eerste Masse behoort en 800 z. te lt,
wordt door 2 Predikanten bediend, en de Hoogleeraar aan de kweekschool
neemt er mede jaarlijks een bepaald getal beurten waar. De Re-
mons t r a n t s c h e kerk is een eenvoudig, maar net en vierkant
gebouw , dat uitwendig door burgerhuizen geheel aan het oog onttrok—
ken wordt. Men gaat derwaarts, door twee lange gangen. Boven
den predikstoel, die in het zuiden Staat, is het orgel , en aan de drie
andere zij den der kerk zijn twee gaanderijen boven elkander, die ieder
door twaalf houten kolommen ondersteund worden. Bij de avondgods-
dienst wordt de kerk met lampen verlieht. In de kerkekamer ziet
men afbeeldsels van de vermparde Remonstrantsche Hoogleeraren
J acobbs A rminibs , S imon E piscopios en P h i iip p o s van L imborch , van den
Predikant J ohannes U ytenbogaart en van den Ontvanger P ie t e r U yten-
bogaart. Ook is er eene fraaije boekerij , voorzien van eene menigte
der nuttigste werken voor de Studenten der kweekschool.
De Evangelisch-Luthersche gemeente, die tot den ring van Amsterdam
behoort, en ruim 32,000 zielen te lt, wordt door 3 Predikanten
bediend , heeft twee kerken , d e L u t h e r s c h e O u d e k e r k e n d e
L u t h e r s c h e N i e u w e k e r k geheeten. De eerste vaste Predikant
bij deze gemeente. was A ndreas N esscher , die ten jare 1585 herwaarts
overkwam. De leer van L other was te dezer stede vroeger bekend dan die
der Gereformeerden, want reeds in 1520 hielden de volgelingen van
L other hunne heimelijke vergaderingen in bijzondere huizen, waarin
zekereMeester W illem , Priester van Utrecht, leerde. Ook kwamen zij som-
tijds buiten de stad bijeen, alwaar zij L otuers overzetting van het
Nieuwe Testament, in de Nederduitsche ta a l, lazen. In het jaar
1566 verzochten zij aan’ de Regering, die toen nog Roomschgezind
was , om de St. Olofskapel, dewijl men de Gereformeerden toegelaten
had , in de Minderbroederskerk te prediken, maar dit verzoek werd afge-
slagen. Na de verandering in regering en godsdienst, ten jare 1578
voorgevallen , predikten zij in een pakhuis , op den Singel, bij de
Handboogsdoelen, niet zonder kennis van de Gereformeerde Wethouder-
schap, maar toen zij, tien jaren later , eene openbare plaats ter verrigting
hunner godsdienstoefening verzochten , vonden zij zoo weinig gunst
bij de toenmalige regering, dat men hen niet alleen afwees , maar
hun verbood eenige bijeenkomsten te houden ; zelfs werd hen in het
jaar 1604 aangezegd, dat zij hunne heimelijke vergaderingen zouden
hebben na te laten of de stad te ruimen , want men verstond toen ,
dat hier geen andere godsdienst dan de Gereformeerde beboorde uitge-
oefend te worden.
De Lutherschen bekwamen echter allengskcns meerder vrijheid
en vergaderden eindelijk openlijk in lnin pakhuis , op den lioek van het
Spui en den Singel, de P o t genoemd, alwaar zij, in het jaar 1632,
in getal zeer toegenomen zijnde, en de Regering, in het stuk van
godsdienst , thans verdraagzamer vindende, eene openbare kerk begonnen
te bouwen , die op Kersdag van het jaar 1633 ingewijd is , en
tegenwoordig de L u t h e r s c h e O u d e k e r k genoemd wordt. Zij