Dit slot word , omtrent 1203, door de Kennemers on Wcstfriezcn, onder
aauyporing van AVou.ter van E gmond en A lbrecht, Baandcrlieer van B rede-
rode , in brand gestoken. Later schijnt het weder opgebouwd , en , in
1282, door J an van 1’ ersvn bezeten te zijn. In vervolg van tijd echter
zouden de Hollandsche Graven het in hunne magt hebben gehad.
In de vcertiende ceiyv andermaal geslecbt zijnde , is de grond gedeel-
telijk eonigen tijd onbetimmerd geblcven , en naderhand door de grafe-
lijkheid bij perceelen aan partikulieren verkocht.
AMSTELDAM, st. in Amstelland.. Zic A msterdam.
. AMSTELDIJK , dijk in Amstelland, prov. Noord-IIolland, arr.
Amsterdam, kant. en gem. Nie u wer- A ms le I. Zij strekt zieh van het
tolhek, 10 min. buiten ,de Utreclitsche poort der stad Amsterdam,
längs den Amstel tot;aan de buurt Over-Ouderkerk nit.
Aan dozen dijk vond men voorheen eene bijna onafgebrokene reeks bui-
tenplaatseti , van welke echter de meesten, in den aanvang dozer eeuw,
gesloopt, en door ianderijcn en boerenwoningen vervangcn zijn , ruim
halverwege op den N. U. hock van bet Kleine Loopveld ligt het Kalfje,
eene herberg, die nogal dikwijls door de Amsterdammers bezocht wordt.
Be buurt längs dezen dy k , welke dient, om den Buitenveldschen en den
Amstelveenschen polder tegen bet Amstelwatcr te beschütten , bevat omtrent
130 inw.
AMSTELEIND, voorm. geli. in de Meijerij van ’s Hertogenbosch ,
kw. Maasland, prov. Noord-Braband, arr. en ongeveer 4 u. 0.
ten N. van 's Hertogenbosch, distr. en 5 u. N. 0. van Boxtel,
gem. en ruim J n. Z. W. van Oss, £ u. N. W. van Heescli.
. De Heeren van Oss hadden hier hunne hoeve.
AMSTELHOF, oud adellijk lmis in Amstelland. Zie B iuscbenstein.
AMSTELLAND, in vroegere tijden onder den verkorten naan)
A mestelle voorkomende, voorm. baljuwschap , prov. Holland, dat ,
volg-c-ns de oudste verdeeling dier provincie, tot Kennemerland en
Westfnesland gerekend werd, maar, volgens eene latere verdeeling,
tot het Zuiderkwartier behoorde. Het grensde ten N. 0. aan het
IJ, ten 0. aan den Muiderban, Wbesperkerspel en liet Bijlemer-
meer, ten Z. Z. 0. en ten Z. W. aan de prov. Utrecht , . en ten W.
aan een gedcelte van Kennemerland. Het bevatte de stad Amsterdam,
benevens de dorpen Amstelveen, Ouderkerk, Diemen en
Waverveen, alsmede de amb. heerl. Waveren , Botsbol en
Ruige—Wi Inis, en werd door den Amstel in twee dcelcn gescheiden.
Aan de westzijde lag Nieuwer-Anistel of bet Regtsgebied van
Amstelveen. Aan de oostzijde lag, Ouder-Amstel of het Regtsgebied
van Ouderkerk, de Outewaler of Over-Amstelsche.
polder, , de ambachten Diemen en AVaverveen, behalve nog het
Diemer- of Watergraafsmeer , Waveren, Botshol en Ruige-
Wi lni s. Zoodat het, in het tegenw. Noord-IIolland, het kant.
Ouder-Amstel en het grootste gedeelte van Nieuwer-Amstel, en , in de
prov. Utrecht, een klein gedeelte van het kant. Baambrugge besloeg.
Twee Dijkgraaf- en Hoogheemraadscliappen zijn er die A mstelianb
betreffen , en waarover de Baljuw van ouds als Dijkgraaf is aange-
steld, als : het H o o g h e e m r a a d s c h a p v a n A m s t e l l a n d
en het H o o g h e e m r a a d s c h a p van den Z e e b u r g of Di e -
me.r- en Mu i d e r-z e e dij k.
De grond is hier laag, week en moerassig, zoodat er weinig
zaailand, maar meest wei- en veenland gevonden wordt, van welk
laalste een aanmerkclijk gedeelte tot waterplassen is uitgeveend.
Hier wordt ook , voornamelijk in de nabijheid van Amsterdam ^
veel groente aangekweekt, die dagelijks in gezegde stad ter markt
wordt gebragt. In den Amstel, de veenplassen en de-andere wat'e^
ren wordt eene groote hoeveelheid baars,. snoek, karper, ; bräsem^.
maar vooral paling, gevangen.
A mstelland was vroeger. eene heerl., van welke de Heeren den titel
van Heeren van- A mstejl voerden. Het eerst dat men daarvan ge-
wag gemaakt vind't, is ten jare- 1019 , in eenen brief, die aaii
A beldold, den negentienden Bisschop acm Utrecht, wordt toegeschreven ,
en waarin de Heeren van A mstel , als leenmannen der Ütrecht9che
kerk , voorko-men-, Op het inidden der twaalfdc eeuw bezat E obEr i* van
A mstel de‘ lieerl. van A mstel nog als leenman der Utrechtsche kefk.
Na reeds vroeger met H e r b e r t , den zes en twintigsten Bisschop , in ge-
schil te zijn geweest, geraakte E gbert weder in twist met G odevaart
van R reenen , die in 1136 , na het overlijden van H erman van H oorn' ,
als H erberts opvolger, tot de bisschoppelijke- tvaardigheid verheven was;
Deze oneenigheid was veroorzaakt, doördien de Heer van A mstel den
Bisschop de inkomsten van- A mstel- en het omgelegen larid- ontliield- ,
op welke Godevaart een gegrond regt meende te hebben. E gbert
werd diensvolgens gebannen, en moest zieh op bevel van den Keizerwedep,
op zeei> • nadeelige voorwaarden , met den Bissehop verzoenen ; zoodat
hij nu alles, wat hij vöorheen in A mstel leenroerig- bezetew had-,
slechts als Stedehouder van den Bisschop behouden kom Zijnerr zoon,
G ijsber-t I , Heer van A mstel , vinden wij echter weder als leenman
van ■ den Bisschop van- Utreeht vermeld. Deze köos , in den ■ twifet
tussclien Graaf L odewijk van L oon en W illem Graaf van Hollandy
even- als zijnleenheer O tto I. , de drie en dertigste Bisschop van Utrecht,
des eersten zijde, en hielp hem, met zijne gemalin A d a , naar Utreeht
ontvlngten; maar dit kwam hem duur te staan , want de Kenneiiiers
en- Westfriezen staken den dam in den Amstel door, en liepen
geheel A mstella nd, al- rooveiide en plunderende af. In den oorlog
tusschen O tto II. , den vier en dertigsten Bisschop van Utrecht , en
R u dolf, Kasteleiu- van Koeverden, met den Bisschop te veld ge-
trokken zijnde', werd hij, bij Ane , onder Gramsbergen , zwaar
gewond en gevangen genomen , terwijl de Bisscbop in den strijd
emkwam. Van zijnen' overwinnaar vrijheid bekomen hebbende , om
tegenwoordig te zijn bij de verkiezing van eenen nieuwen Bisschop, mits
hij op- zijn krijgsmanswoord beloofde , dadelijk na den afloop dierver-
kiezing terug te- komen, werd hij door den nieuw verkoren Bisschop >,
W ii.brand van Oldenburg, van zijne gelofte ontslagen ,- onder voor-
geven , dat R udolf voor niets anders dan een oproermaker’ te houden
was, aqn wien men zijn woord niet behoefde- gestand te doen. Nh
dien tijd vinden wij de Heeren van A mstel. altijd, met betrekking
tot hunne heerlijkheid A mstelland , als leenheeren van de Utrechtsche
kerk genoemd. Toen echter Gi.isbrecrt IV , Heer van A mstel , om
zijne medepligtighcid aan den moord van F l-oris Y , Graaf van Holland
, het fand moest ruimen, werden zijne goederen verbeurd ver-
klaard, en lieeft, sedert dien tijd , A msteltand dan eens onder Utrecht,
dan weder onder Holland behoord. Uit een vredesverdrag tusschen
W illem van M eciielen , den een en veertigsten Bisschop van Utrecht ,
*en J an I, Graaf van Holland., in 1297 gesloten, blijkt. het , dat
de Bisschop over deze heerl. gezag had-, ofwaande te hebben. Volgens
deze overeenkomst moest de Bisscbop haar aan den Graaf te leen op-
dragen , om er naar zijn welgevallcn eenen man in te zetten., die