AMANUS-GRACHT, kanaal in Oost-lndie, eil. Java, W. van
Batavia, hinten de voorm. Utrechtsche poort, zijnde in het jaar
1647, op eigen kosten van den Proknreur J ohannes Amanus , V
n X o « Z1Ja fraa»je tumen aangelegd, die men echter mental,
am* Van »ngezondheid, verlaten heeft.
eil rtn o rSSI’ ^ 0ost~Indie> °P de «üdwestkust van het
W ASil'AlV li . i p d' “ :do“ ü‘"“ “1-
o .i “ „p op h ,‘ * * ■ ■ * ! **•
AMBA, nv. m Oost-lndie, op de noordkust van het eil. Java
■AMR? ’ -e n J cri.van./k'n hoek Paboeranam in zee valt’
AMBA, neg. in Oost-lndie, eil. Java, landschap Mataram, N. van
Karta-Soera-de-Nmgrat, Z. van Salatiga, aan den weg van Sama-
rang naar Souracarta. "
7 /^ IBf CHT (^T-EN-LANG.), pold. in de Biesbosch, prov. Zuid
Holland arr Gonnchem, kant. en gem. Sliedrecht, palende N
aan de Merwede 0 aan den polder de Ruigtens, Z. aan de Sncepkil i
en W. aan Stededyk; groot 108 bund., 7 v. r. Voör de oversimn
ming van 18 Novemherb 1421, behoorden deze grondTn S g Ä E
ronie en heerl. van Merteede of heerl. Craeijestein, en sederl die over-
^Jn *J,1 weder aangeslibd en drooggeloopcn.
A mI cht ( EN)? SCh’ 1 Pr°V- ^ B r a l a n d . Zie L u it en -
AMMCHTEN (DE VIER), i„ het lat. Q uatuor 0 ™ , in het
fransch les Q uatres metiers, aloude benaming van de gronden tus-
schen het Land van Waas en de Honte of Westerschelde gelegen en
ns genoemd naar de vier hoofdplaatsen (As senede, A x e l B 0
c h o n t e e n H u l s t ) aan welke het omgelegen land onderworpe^ was.
het k l ?°[ t0i j Di,T,tsche rÜk> en de ingezetenen stonden , in
het kerkelyke, onder den Utreclitschen Bisschop. Toen Keizer Otto I
op de grenzen van het Rijk, omstreeks hetjaar 940, het nieuwe kasteel
te Gent bouwde, onderwierp hij daaraan het L a n d van W a a s
en de V ieh A mbachten. Deze nabuurschap viel nogtans den Vlamingen
, ’ en nunne vorst poogde daarom deze gronden van het Rijk
IV H ontvangen. Ten jare 1037 schonk dan ook keizer H endrik
, als leenheer, aan B oudewun I , Graaf van Viaanderen de V ier
A mbachten. B oudewun stond deze daarna af aan R obbert de Fries
en deze wederom aan zijnen zoon R obbert II, bijgenaamd van
t Z T ' r tr ,1'{i le t0t de deze zieh van lieverlede van de leenroGerriagvheeni dv atae Voianatsnldaearne,n d, opcoho gddaenn
legden er de Keizers de hand op. Zoo gaf Keizer F rederik i„ 1218
ook de V ier A mbachten aan den Hollandschen Graaf W illem I , omdat
de Vlaamsche Graym J ohanna de verheffing had verzuimd : doch zin
z o o n Hendrik h e m e p deze gifte in 1221 en gaf ze aan Johanna terug
fvaANn AAvveeTnnHnneessV, fbaa6r ee ZonSenK uSi tp hPa a hr areeerr s^te h u w ’ edli°jCkh , Ji"n hGent b e z it van
Henegouwen g c s t e ld , v o r d e r d e n in 1247 o o k d e Rijks le e n e n t e r u g
Roomsrh K U- T^klaarde^k W . llem II, Graaf van Holland L
Roomsch Koning , wiens zuster A delheid met J an van A vennes ge-
K « “ ^ n a a n h e t r ijk v e r v a l l e n , d ew ij l Marreet
in g e b r e k e g e h le v e n w a s , om z e v a n h em t e v e r h e f fe n ; w a a r o p
J ie w e d e r t e r le e n m t g a f a a n g e z e g d e n J an van A vennes. R ichard
A M B.
v a n C o r n w a l l i s , die door eenige Kcurvorstcn tot Keizer verkoren was ver-
nietigde in 1238 en 1260 wel W i l l e m s uitspraak, doch M a r g a r e e t s
zoon Guy, zijne moederopgevolgd zijnde enal wederom de leenen veron-
achtzamende, verldaarde Keizer R u d o l f I , in 1320 de V i e r A m b a ch t
e n ook wederom voor verbeurd , en droeg ze op aan J a n v a n A v e n n e s 7
de Jonrje, die zijnen vader inmiddels was opgevolgd. Sedert hieven de
Vieh A m b a c h te n aan de Graven van Holland en Henegouwen, tot op het
jaar 1523, toen W i l l e m III, bij verdrag zijn regt daarop afstond aan
R o b b e r t , Graaf van Viaanderen, wiens opvolgers, van toen af, in het
gerust bezit daarvan geblevcn zijn, mits altijd den Keizer als liunnen
leenheer erkennende. K a r e l V, heeft nogtans ook hier aan die leenroerigheid
een einde gemaakt. Nadat bij den Munsterschén Vrede
Axel cn Hu l s t aan het gemeenebest der Vereenigde Nederlanden
toegekend zijn geworden , is de benaming in onbruik geraakt.
AMBACHTEN- (DE VIER), anders genoemd D u iv e n d u k e c . a . , gem.
op het eil. Schouwen, prov. Zeeland, dus wel genoemd omdat zij uit
de vier amb. heerl. Brijdorpe , Duivendi jke, Kl aas Kinderen-
kerke en Loopers Kapel le is zamengestcld. Zie voorts D u i v
e n d i jk e .
AMBACHTSPOLDER, pold. in Rijnland, prov. Zuid-IIolland,
arr. s Gravenhage , kant. Alphen , gem. Ilazerswoude; groot 23
bund , en liggende 3J v. beneden A.P.
AMBACHT VAN DORP, voorm. ambt in Delfland. Zie D o r p -
A m b a c h t.
AMBADJANG, berg in Oost-lndie, op het eil. Sumatra, 933 eil. ,
85 v. boven de oppervlakte der zee. Het is een der toppen van
het gebeugte Singalong. Vroeger liep de weg uit de Beneden-
naar de Bovenlanden over dezen berg en was alzoo uiterst steil, ruw
en smal ; desniettegenstaande heeft de Luitenant Kolonei R a a f e in
1822 zijne troepen en geschut daarover weten te brengen. In 1833
heeft de toenmalige Commissaris-Generaal v a n d e n B o s c h , eenen ande-
ren weg doen aanleggen, waarbij de A m b a d ja n g verineden wordt.
Zie Anee.
AMBAHIQ st . , in Oost-lndie, op de Oostkust van het eil. Celebes
in de baai vanTello 2° 20' Z. Br. 116° 58' O. L.
AMBAL, ads. resid., in Oost-lndie, op het eil. Java, resid. Bag-
len, zijnde tevens cen regentschap van dien zelfden naam.
AMBALEGA , st. in Oost-lndie, op het Sundasche eil. Madura, bijna
te midden van het eil. , 2 | m. O. ten Z. van Maduretna, 1 m. N. W.
van Sampan , ten N. van eene bergrij , die zieh van Sotia tot Sanpan
uitstrekt. Zij is van rondsom door een fraai bosch omgeven, heeft
eenen schoonen Moorschen tempel en telt wel 4000 huisgezinnen, die
onder eenen Ingabei staan. ^
0— ’ d*s^*' ''i Oost-lndie, eil. Java, resid. Eadoe
^ VI AUWAJNG , plaats in Oost-lndie y eil. Borneo y waar niet zeer ^
diep onder den grond diamant- en goudmijnen gevonden worden.
AMBILAN (AJER), riv. in Oost-lndie, op het eil. Sumatra. Zie
I n d r a g i r i .
AMBIVARITEN, een der volkstammen, die , ten tijde toen de
Itomeinsche Veldheer J ulius C esar eenen inval in deze gewesten deed
t land bewoonden. Daar C esar hen slechts eenmaal noemt, is het
Zeer imIP1ei> 1iik te bePalcn, in welk gedcelte van ons land zij hun
verblyi hielden. Sommigon plaatsen hen tusschen Breda en Bergen-
op-Zoöm cn dus in de Baronie van Breda, anderen rneer zuidelyk