stufe van de Godsdienst aangaat, zieh zouden gedra*en naar hun
goeddunken, en dat de andere provincien sich mo^en° l c k n naar
den rehg.ons-vrede of in het stuk van religie zu k eer c l 'emeene
Ä J * Stl ,en ’ / ls m tot rust en Welvaart van de
S Teders’ ^ t l lede« dien, en tot bewaring
held •> i Cn Sere8.tl8'lleid , zouden dienstig vinden. Die vriivaif
de God f]'6 f6 SChl™ ’ °M zicb ’ in Ä
mdcre vc-M ’ naar,.ei8en goedvmden te gedragen , is bij de
1879 n k 1 Van dlt art,ke1’ ß^ekend den 1 February
penile i , " tJiiienomsn5 maar nog meer bevestigd geworden, zegf
S ! hem ’t fevieemn^ i • , Ö van dM and eree" Kin ’ t pdo3itn. cdt e vaenc ned e ÄRehVie zoalf
mvaent US t^ÄchiT e *r esumerte0ne n, s?loCeng einn dhee tS tjaataern 1v8a8n3 H^oeldlva°nodd iv odoe r,U onmie
Z dc r Z lZ T r de Vf:R™ « Pkovwcibn vastte stellen,
en L i " 1” Godsdienst , in bet toekomende, alleen beschermd ,
waaion de fen 1°P«? f re & dlenSt°efen,nS Hetluld zoude worden:
seide n e \ i t f Staten eeni8e verandering makende in het voortbiee
llotctenn . « dinatt dd ea aE^vaanagndel,Cis chdee £Geelraelfeonrem everriJdhe eiRd eliing ied ,e gdaoadrsydaine nsdte,
» d»» 1 sm °PW aUJ tooff^aten en aangenomen is gebruikt te worv
wwmoi dtltt szonu,d°el wffeoDrdde’°n0 rdgeeImijkam inti n’e*e r°dP enebnadaer b8eesPcrhcedrimktd ena logmee xebricneneernd
I Paovmci«, zonder de openbare Leeyinge of Exer-
» PaovixaL L T i a,D ^ el,iile ln de tegenwoordige Geiimeeiidb
» t e S S Ä ! ’ “ • voorts,n het verbond toe te laten ach-
J f f l ö r r T - rS,2' iS ? Dit besluit echter,, door geen na-
den nm ' ^ra?bt!8d zijnde, is geen algemeene wet geworpoed
vindcn I6DerC^ r°7 lncie omtrent die toelating handelen naar
„ t8V Nationale Synode te Dordrecht, in de jaren 1618
£ ^ do r t v ’d 6r-de Ieer der Gereformeerden , zoo als
, geloofsbelydenis der Gereformeerde kerken ten iare 1878 te
en v e rw i e r f T 6“ ’ :®% * 1 Catechisrnus vervat was,
i . , P , e gevoelens der Remonstranten. In liet iaar 1681
hevestigden de Staten of leden der bijzondere provincien de Gere-
gLe™steelwd tge worTde n, e’n ZTdi t :alble de:f.e ablizjo od e svJo'noordtdeu rteen Dotordt reocph t dwea ss tvaaastst--
d i n T Ä a ^ ’ ft0r " elk,en tiJd dus de Gereformeerde GodswiJi
l zZIiJi ooookk wTell d e GoTd sdienst vand € hdeenv osolarraet,g teg,e nGoeomdsdd iewnsetr dw aosm, dteartboope
am b t l ’ f £*?§? eeniSe andere geloofsleer to t
S L e d i l d e n V aa i: len f 10fft worden; echter werden,
v a n ü i d “ ^ “ ^ “ ^ e npor l og, andere gezindheden geduld, welke
*oodat mpn 7 Ger yrlJheid/ erkr ^ en en *}ieer bescherming genoten ?
lemmerd nlnnt«6 godsdiensoefening vrij en onberePten
van 1 f f “ dat het eemge ondersclieid alleen in de voor-
u it dc in o fn l06^ ™ “ ^ “ beSt° nd ’ Wier Predikanten bovendien
n r o v i t l ! ! 1 t ,Cr geestehjke goederen en gedeeltelijk door de
ievoorrepte pp i H,^i60 , eta werden. Dit onderscheid tusschen de
wh eoruddene nv/ nnD egr^ h S r ^ va? elk, hyzonder godsdiensVti8gn 1g7en9o0o ts°cPhSaep'
W e anibten , J 1, a"i dvigThe6d?e ng eeSnC rbelkgte n&ngs$p*os*te*n , towta nbneete rh ehkulneendee nd evuagn-
den en bekwaamheden hen daarop aanspraak deden hebben , en; dit
voorregt is ook, in het jaar 1818, bij art. 192 der groudwet, aan
clken Nederlander toegekend.
Het bestuur over het Ilervormde kerlcgenootschap is thans, aanbe-
volen: 1° aan eene Al gern eene Synode, welke eens in het jaar
bijeenkomt, en waarvan de Leden , behalve de Secretaris en de
Ouestor, die aanblijvende zijn , verkozen worden uit de Provjnciale
kerkbesluren; 2°; aan eene Algemeene synodale Commissie
van zeven Leden, namelijk: de President en de- Secretaris der Synode
en vijf andere Leden , Predikanten of Ouderlingen.
Yoorts is het Rijk, ten opzigle van dit kerkgenootscliap, vcrdeeld in
10 provinciate herhbesturen; zijnde: dat van Ge l d e r l a n d , van Z u i d-
Ho l l an d , van Noor d-H o 11 a n d , van Z e e l a u d , van Ut r e cht ,
van F r i e s l a n d , van Over i j s sel , van Gr o n i n g e n , van
No o r d - R r a b a n d en van Dr e n t h e . Deze provinciale bestu-
ren zijn weder in klasses en de klasses in ringen verdeeld. De
klassis van Maastricht, welke in drie ringen vcrdeeld is , Staat echter op
zich zelve, en behoort tot gefen der gemelde Provinciale kerkbesturen.
De Proviciale kerkbesturen bestaan uit de Presidenten, der klassikale
besturen , benevens eenen Secretaris eu eenen Ouderliug. De klassikale
besturen zijn belast met het onmiddellijk opzigt over een aantal ge-
ineenten , tot eene klassis gebragl. De ringvergaderiugen dienen , zoo
om in de waarneming der vacaturen te voorzien, als om de bijeenkom-
sten der Predikanten, tot eenen ring behoorende, gemakkelijker te make
n , alsmede ter versterking van den band der broederlijke liefde ,
niet tot uitoefening van eenig kerkelijk bestuur.
De Presbyteriaansche kerken, zoo Engelsche als Schotsche, behooren bij
de Nederlandsche klassen en ringen. Voor de Waalsche kerken bestaat
eene afzonderlijke kommissie , uit welke een lid naar de jaarlijksche
vergadering der Synode wordt afgezonden. Gelijk regt is toegekend
aan eene , in het jaar 1820 benoemde, commissie tot de zaken der
Protestantsche kerken in Nederlandsch Oost- en West-Indie.
Ook zijn nog in alle de provincien van het Rijk aangesteld,. Provinciale
Kollegien van toezigt op de kerkelijke administration bij de
Hervormden, en voor de klassis van Maastricht een Kollegin van toezigt
op de finantiele administralien bij de Protestantsche Gemeenten.
Er bestaan over het geheele rijk bij het Hervormd kerkgenootscliap
43 klassen, 129 ringen en 1228 gemeenten, die bediend worden door
1454 Predikanten.
Het beroep van eenen Predikant bij de Hervormde gemeenten ge-
scliiedt op zeer verschillende wijzen. Aan de meeste is het regt van
vrij beroep door den kerkenraad toegekend, welk beroop echter door
de kerkelijke goedkeuring, en ook door de politieke goedkeuring van
Z. M. den honing, haar volle beslag ontvangen moet. In andere gemeenten
is , of aan den honing, of aan de Ambachtsheereu en Am-
baehtsvrouwen , het jus patronatus laicalis opgedragen , hetwelk hun
het regt geeft, om eenen Leeraar aau de gemeente ter heroeping voor
te stellen, Dit regt van collatie wordt elders, zoo als in de provincid
Groningen, op die wijze «itgeoel’end, dat de unicus collator of dei
gezamenlijke eollatoren , den Leeraar alleen beroepen, behoadens kerkelijke
goedkeuring. Somtijds lieeft de Ambacbtsheer sleckts het regt
van halve collatie, in welk geval de kerkeraad eene nominatie voruit,,
waaruit hij alsdan den Predikant kiest. Eiders weder lieeft liij het
regt, om met den kerkeraad mede te stemmen, Iciwijlhij eiders .alleen