Nicuwen-Altenaschen’polder , op de Blcckrivier, uit. De watermolens
brennen het water tot ruim zes palm. boven A. P.
Het dijkbestuur bestaat uit eenen Dijkgraaf, zeven Hoogdijkheemraden
en eenen Penningmeester.
ALTENA (SLOT VAN) , ook wel O b t e n a , in het Land van Altena,
ten N. 0 . van het d. Almkerl;, aan den Alm. Volgens eene ver-
telling onder de ingezetenen, zoude de Heer van dit land, toen hij
het kasteel wilde bouwen , in geschil gekomen zijn met zijnen broeder,
die niet ver van hier insgclijks een kasteel had , en tot hem zeide :
Niet Al te na of Bat is A l te na , waarvan dan het kasteel en vervolgens
het geheele Land van Altena zijnen naam zou ontvangen hebben. Men
moet dit echter voor een sprookje liouden; want in de oude lijst der goede-
ren van St. Maartenskerk te Utrecht vindt men H a r t n a vermeld, en het
schijnt nietvreemd te zijn, dat men hierdoor A l t e n a verstaan moet;
ook werd het L a n d v a n A l t e n a , H a l t h e n a of H o e t e n a genoemd, waar-
uit de gissing ontstaan is, of men den naamsoorsprong niet zoude
kunnen ontleenen van de vroegere houtrijkheid des lands.
Het slot was zeker geen der minste onder de Hollandsche kasteclen
en men wil, dat het ook voor een tolhuis gediend hebbe of om de
riv. de Alm te dekken, zijnde aan den anderen oever zwaar nmur-
werk in den grond gevonden, hetgeen doet vermoeden, dat ook däär
een slot heeft gestaan.
Toen de Edelen, medepligtig aan den dood van A e e id van P o e r -
geest , bijzit van Ärbrecht van Beijerex , op het slot van Ae-
eena geweken waren, werd het door den Hertog in het jaar 1395
belegerd en na eenen hardnekkigen tegenstand, hij verdrag, aan hem
overgegeven , waarna hij het liet verwoesten; enerwas sedcrtdientijdniets
meervan overig dan twee groote tienkantetorens van welke de laatste in
1678 , of volgens anderen in het jaar 1680, weggeruimd is; zoodat er
tlians niets anders dan een heuvel, bekend onder den naam van
Aetenaschen bebvee , overig is (zie het volgende art.).
ALTENASCHE HEUVEL, hoogte in het Land van Altena ,
gem. Almkerle en Uitwijk, N. 0. van het d. Alinkerk, waarop
vroeger het slot van Altena gestaan heeft, van hetwelk thans niets
meer te vinden is. Van dezen heuvel, die zeer hoog is, zoodat hij bijna
9 | el boven A. P. reikt, en thans, met de boerenwoning, die daar reeds
in 1600 gebouwd is , in eigendom behoort aan den bouwman F r a n s
v a n d e K o p p e l , heeft men een aangenaam gezigt over het geheele
Land van Altena.
Toen in 1740 de Maasdijk doorbrak en daardoor het Land van Altena
onder water gezet was ■, werden op den A e te n a s c h e n h e b v e e on-
derscheidene runderen en paarden geborgen en daardoor in het leven
behouden.
ALTENASCHE POLDER (NIEUWE) of het N ie bw e L a n d v a n A l t
e n a , pold. in het Land van Altena, prov. Noord-Braband, arr.
’s Hertogenbosch, kant. Heusden, distr. Waalwijk, gedeeltelijk gem.
Almkerk-en-Uitwijk , gedeeltelijk gem. Bmmikhoven-en-Waardhuizen,
en voor het overige gedeelte gem. de-Werken-en-Sleeuwijk palende
N. aan den Vervoornschen polder, 0. aan het Oud-Landvan Altena,
waarvan het door den Oud-altenaschen binnenzeedijk bescheiden
wordt, Z. aan den Zuid-Hollandschen of Dussenschen polder, en W.
aan Dussen , de Bakkerskil en den zoogenaamden Karnemelkspolder.
Deze polder, die men in 1640 begonnen is te bcdijken, beslaat eene
oppervlakte van 1106 bund. 1 v. r. 52 v. e. mcest welige akkers
en vette weilanden. Hij Staat onder het; bestuur van eenen Dijkgraaf
en zes Hoogdijkheemraden, van xyelke een tevens penningmeester is,
en ontlast zieh, zoo van zijn eigen water als van d a t, hetwelk hij van
het Oud-Land van Altena , door de sluizen in den Oud-altenaschen
binnen-zeedijk, ontvangt, en dat van den Vervoornsehcn-polder,
door drie groote sluizen in den Nieuwendijk, op het Bergsche veld.
ALTEREN, d.., prov. Noord-Braband. Zie H a e s t e r e n .
ALTEWIESE , geh. , grooth. Luxemburg. Zie A r tw i e s .
ALTFORST of O b d V o o r s t , d . , in het Land van Maas en Waal,
prov. Gelderland, kw., arr., distr. en 4 | u W. ten Z.van Nijmegen,
kant. en 1£ u. Z. ten W. van Druten, gem. en | u. N. W. van
Appeltern, ruim 7 | u. Z. W. van Arnhem , midden in het weiland
, binnendijks gelegen. Tot dit d. behooren de gebuchten : de
Heppard, de Torsch en de Munniken Woe r d , en een pold. ,
bijna 600 bund. groot, die hij wintertijd onderloopt, en weder droog
wordt naar gelang het water in de Maas vroeg of laat wegvalt. Zie
voorts A p p e l t e r n .
Men heeft er 50 h . , eene in 1835 geheel nieuw gebouwde school,
met een gemiddeld getal van 30 leerlingen, en ongeveer 270 inw.,
die in landbouw en veeteelt hun bestaan vinden, en onder welke
men slechts 15 Hcrv. te lt, die hier eene kerk hebben, welke tot de
gem. Altforst-en-Appeltern behoort. De overige inw., die R. K. zijn,
hebben hier eene statie, die tot het vik. van het voorm. bisd. van
Roermmde, dek. van Druten, gerekend wordt. De kerk is in 1835
nieuw gebouwd en de pastorijin 1835 vergrooten gedeeltelijk veranderd.
ALTFORST-EN-APPELTERN T kerk. gem., prov. Gelderland,
klass. van Nijmegen, ring van Batenburg, met 75 zielen en twee
kerken, die door éénen Predikant bediend worden. Het beroep geschiedt
door den kerkeraad.
ALTINGE , geh. in Beilerdingspil, prov. Drenthe, kant. en 3 u.
N. O. van Hoogeveen, gem. en u. N. O. van Beilen.
ALTL1NSTER, op de meeste kaarten A l e n s t e r gespeld , geh. in
de heerl. Linster, grooth. , kw. , arr. en 2 j u. N. ten O.
van Luxemburg,' kant. en 2 u. W. ten N. van Betzdorf, gem. en
1 u. van Junglinster.
ALTONA, kostgrond in Nederlandsch Guiana, kol. Suriname,
aan den linkeroever der Parakreek, tusschen Vredenburg beneden-
waarts, en La Bonne Amitié bovenwaarts ; 3000 akk. groot, met 6
slaven. Deze plant, is in 1775 door de muitelingen geplunderd geworden.
ALTONA, berg in West-Indie. Zie A l t e n a .
ALTONA (NIEUW), voorm., nu verlaten koffijplant. in Nederl.
Guiana , kol. Suriname, aan den linkeroever derPcrikakreek , tusschen
Schonauw'en benedenwaarts , en Poelw'ijk bovenwaarts , 426 akk. groot.
ALTRIER, geh. , grooth. Luxemburg. Zie A l t - T r i e r .
ALTRIG, riv. grooth. Luxemburg. Zie O r z e t .
AjLTSCHEID, ook veelal A r s c h e id gespeld, gem. in het graaf-
schap Wiltz, in het grooth. Luxemburg, kw. en arr. Diekirch,
kant. Wiltz, palende N. aan Wilwerwiltz, N. O. aan Constumb.,
0. aan Hoscheid, Z. aan Bourscheid en Goesdorf, e.n W. aan Wiltz.
Zij bevat de gehuchten Al tscheid, IC a+t-l e n b a cl i , Merckol tz
en Scfrütburg, en daarin 430 inw., die tot de pastorij van Nieder-
wiltz behooren,
Het geh. A e t s c h e id ligt 3 u. N. W. van Diekirch, 1 u. 0. van
Wiltz, van rondom door bosschen omgeven. „ ,