stad Middelburg uitgediept zijnde , slikte het ras weder aan, en werd
daardoor onbruikbaar voor de visscbers van Arnemuiden en voor de
societeit van de zaagmolens , waarom het in 1818 op nieuw uitgediept,
van een bckwaam sas en eenen dijk werd voorzien , die het eil. Wal-
cheren met St. Joosland aaneenvoegde, met oogmerk 0111 het alzoo ,
door schuring, diep te houden.
ARNERMUIDE11ZAND, voorm. zandplaat, prov. Zeeland. Zie
A rNEMBIDERZAND.
ARNHEM, kw., prov. Gelderland, palende N. aan de prov. Over-
ijssel, 0. aan dezelfde prov. en het kw. Zutphen , Z. aan het kw.
Tiel en voor een klein gedeelte aan de Pruissische prov. Rijnland , W.
aan de prov. Utrecht en N. W. aan de Zuiderzee.
Het hevat 6 steden , als : A r n h e m , H a r d e r w ij k , Wa g e n i n -
g e n , Ha l t e r n , E i b u r g en Ni j ke rk, en 5 districten, als:
Ov e r -Ve l uwe , Mi d d e n -V e l u w e , N e d e r - V e l u w e , V e-
l u w e - Z o om en Ze v e n ' a a r , en telt ruim 74,000 inw.
ARNHEM, arr. prov. Gelderland, dat denzelfden omvang lieeft als
het kw. van dien naam. Het is verdeeld in de volgende 7 kant. :
A r n h e m , Z e v e n a a r , Wa g e n i n g e n , N ij k e r k , E 1 b u r g ,
A p e l d o o r n e nH a r d e rwi j k .
ARNHEM, kant., prov. Gelderland, arr. Arnhem; palende N. en
0 . aan het kant. Velp, Z. aan den Rijn, die het van het
kant. Huissen seheidt en W. aan het kant. Wageningen. Het be-
vat de gem. A r n h em , R e e d e n en R o z e n d a a l , en daarin
19,500 inw.
ARNHEM, klass., pro v. Gelderland, verdeeld in de volgende 5 ringen
: Ar n h em , Wa g e n i n g e n en Ap e l d o o r n . Zij bevat 25
gem. met 29 kerken, die door 30 Predikanten bediend worden, en
ongeveer 34,000 ziel, teilen.
ARNHEM, kerk. ring, prov. Gelderland, klass. van Arnhem. Hy
telt ruim 11,000 ziel, in de volgende 7 gem. : Ar n h em, E i k um,
O o s t e r b e e k , R e e d e n , R oo z e n d a a l , S p a n k e r e a - e n -
D i e r e n e n V e l j ) , en heeft 9 kerken, die door 11 Predikanten
bediend worden.
ARNHEM, gem. op de Veluwe, prov. \Gelderland, kw., arr. en
kant. Arnhem (1 m. k., 1 s. d.); palende N. en O. aan de gem.
Reeden, Z. aan den Rijn, die haar van de gem. Eist seheidt, en W.
aan de gem. Renkum.
Zij bevat, behalve de stad Ar n h em, nog de buursch. de K 1 i n-
g e 1 b e e k , en de landgoederen: Ge l de r s -Spi j ke r , Hu l k e s t e i n ,
den B r i n k , M a r i e n d a a l , de K l i n g e l b e e k , S t e r r e n b e r g ,
H e i j e n o o r d , L i c h t e n b e e k , B a k e n b e r g , de Wa t e r -
b e r g , Zi j p e n d a l , So n s b e e k , P r e s i k h a a f , Kl a r e n -
b e e k e n An g e r e s t e i n .
Deze gem. telt ongeveer 14,500 inw., diebelangrijken expeditieban-
del hebben op Duitschland, en van daar terug op Amersfoort, Utrecht,
Rotterdam, a Amsterdam enz., welke gedeeltelijk met wagens, maar
grootendeels te scheep , gedreven wordt, waartoe de ruime , vierkante
baven aan den Rijnkant, door hare groote geschiktheid tot berging van
schepen, uitmuntende gelegenheid aanbiedc. Bovendien is er een
aanzienlijke handel in granen en andere waren , die binnen de stad
te koop gebragt, en van daar naar onderscheiden omliggende plaalsen
verzonden worden. Ook heeft men er sommige fabrijken, als:
1 pottenbakkerij ; 1 zeepziederij ; olie- en runmolens ; 1 wollenstollenfabrijk,
tcr wering van bedelarij ; eene in 1834 builen de stad op-
gerigte katoenfabrijk; wolkammerijen ,-spinnerijen en -verwerijen.
De stad A rnhem , oudtijds A m e m , en iuhetlatiju A rnhemia gehecten,
is de hoofdst. der prov. Gelderland, eene arr. en kant. hooidplaats , de
zetel van een provinciaal geregtshof, van eene arrondisseinentsregtbank,
die tevens eene regtbank van koophaudel is , en van een kantonsgerigt.
Zij ligt 12 u. Z. van Zwolle, u. W. van Deventer, 5-J u. Z. W.
van Zutphen , 3 u. N. van Nijmegen , 12^ u. N. O. van s’ Hertogenbosch
, 8 u. O. ten N. van Tiel en 12 u. Z. O. van Utrecht, op
51° 58' 46" N. B ., 23” 34r 30" 0. L. De stad is in de gedaante
van eene halve maan gebouwd, aan den regteroever van den Rijn, na-
genoeg ^ u. van de plaats, waar de IJssel haar verlaat. Over eerstge-
noemde rivier ligt hier eene schipbrug , die de gcmeenscliap tusschen
A rnhem en de Betuwe veel bevordert. Wegens het gevaar, waaraan
zij door den ijsgang bloot Staat, worden de schepen dezer brug in den
winter weggenomen , en in de haven geborgen.
De landstreek rondom de stad is bij uitstck bekoorlijk , en men ademt
er eene zeer gezonde lucht in. Ten N. verheilen zieh eenige hei- en-
boschachtige heuvelen , die de laag gelegen stad tegen de gure noordenwinden
beschermen. Ten Z. wordt zij van den Rijnstroom bespoeld.
Aan de N. W. zijde ziet men eenen verheven’ zandberg. Ten 0. en Z.
liggen welige weiden, en van alle zijden is zij door landgoederen,
lusthuizen en speeltuinen omgeven ; terwijl twee beken , een half um-
ten N. der stad ontspringende, hare grachten van water voorzien,
van welke de S t. J a n s b e e k door de stad loopt, en zieh vervolgens
in den Rijn stört. De oorsprong van den naam der stad is onzeker;
eenigen willen , dat het eene verkorliog zij van A rendsheim of A rnobdsheim ,
dat is woning of verblijf van A rend (A rnoldi-V illa ) , zonder optegeven ,
welke A rend aldaar zijn verblijf zoude gehad hebben, en welke alzoo
de oorzaak harer stichting geweest zij. Anderen beweeren , dat zij
A rnhem of A ernem genoemd zij naar de arenden, in vroeger tijd hier ge-
vonden werdende. Het gevoelen , als of hier het A renacbm , waarvan
T acitbs spreekt, zoude te vinden zijn
wordt door den geleerden
W. A. van S pa a n , verdedigd (1).
A rnhem is eene zeer oude plaats , die reeds in de lOde eeuw vermeld
worijj, maar toen zeker geene stedelijke regten had. Men wil,
dat reeds , kort na de eerste invoering van het Christendom hier te
lande, te dezer plaatse eene kerk gestaan hebbe. In eenen openen
brief van het jaar 997, gegeven door Keizer O tto III, wordt de
plaats onder verscheidene dorpen genoemd, en voor de helft aan het
klooster te Elten geschonken ; deze brief is, in het jaar 1129 of 1134,
door Keizer L othartbs bevestigd geworden. A rnhem kreeg zijne eerste
stedelijke regten van O t t o , Graaf van Gelre, in het jaar 1233; zijn
zoon Graaf R einald I , vernieuwde die in 1322. Denkelijk werd de
stad omstreeks dien tijd ook met muren omringd. In de 14de ceuvv
moet het eene aanzienlijke koopstad geweest zijn , want in 1343 was
zij in het lianzeverbond opgenomen.
A rnhem had vroeger vijf poorten , als : de St. 3 a n s p o o r t en de
R ij n p o o r t ten W. ; de V e l p e r p o o r t ten N. ; de S a b e l s —
( i ) Zie ’ s rna ns O o r d c e l k u n d i g e l n l e i d i n g t o t d e I l i s l o r i e v a n G e l d
e r l a u d , D . I I I , bJ. 39- 56,