gestaan lieeft, die aan den zeekant eenen muiir liad , doch aau de laud-
zyde open lag.
Den 14 Mei 1613 , werd deze vesting door de onzen , onder Adiu-
aam yaa der Dussem , niet zoo veel dapperhcid aangevallen , dat zij ,
na een half uur vechtens , een bolwerk van den waterkant inkregen,
nadat zij de Bandanczen recds vroegcr nit de loopgraveu liadden
>doen wijken , waarna zij hen dwongen naar het laag gebergte en in
het bosch de vlugt .te nemen , welke overwinning de onzen op niet
meerdcr dan 9 dooden en 13 of 16 gekwetsten te staan kwam. De
-overwinnaars, op deze spoedige verovering, nu meenende van alles
meester te zijn , begaven zieh ter ru st, waarop de Bandanezen de
vesting met nieuwen moed van de landzijde aanvielen , en die zonder
slag of stoot weder innamen , waarna zij door het in brand steken van
de pakkuizen vol speeerijen . rijst en kleederen, en door hun sterk schie-
ten de onzen noodzaakten, met verlies van 27 dooden en 170
gekwetsten, bet eiland , op den derden dag, nadat zij aldaar geland
waren , weder te verlaten. Maar in het jaar 1616 werd de Bevel-
hebber Jam Buiksz. Lajs, met 12 Scbepen en veel volk, naar Banda
gczonden , waarmede liij op den 10 April de vesting op bet eil. Ai weder
iunam , welke big Revenge noemde. Ook veroverde liij nu
het geheele eiland, en dwong de inwoners , zoo van dit als van de om
liggende eilanden , in Mei 1616 , een zeer voordeelig verbond met de
onzen aan te gaan. Zij overtraden en verbraken echter niet alleen
dit verbond, ¡naar zelfs ook een nieuw , dat zij in 1617 met den
derden Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indie , Laerens Reaal ,
aangegaan hadden, latende zij zieh gestadig opruijen door de Engel-
schen , die dan de Banda-eilanden , als zij met ons in oorlog waren ,
van levensmiddelen, geschut, oorlogsvoorraad, volk en sehepen
voorzagen en den inwoners de behulpzame hand boden. In dezen
moedwil hielden de Bandanezen nog aan , tot dat in Junij 1620 , te Ja-
katra, op de Engelsche en Nederlaodsche vloten, aldaar ter reede
liggende, het tractaat bekend werd, dat in Julij 1619 te Londen
tusschen den Koning van Engeland en de Nederlanden , tot vereeniging
der Engelsche en Nederlandsche Oostindische maatschappijen, gesloten
was.D
it eil. is in onzen tijd vermaard geworden, doordien de tegen-
woordige Koning van Anam er eene schuilplaats vond tegen zijne ver-
volgers.
AY, eil. in Oost-Indie , in den Sundaschen Archipel. Zie Wat.
AYA, riv. in Oost-Indie , op bet Sundasche eil. Java, resid. Ban-
joe-IHaas. Zij ontspringt nabij Banjoe-Maas en loopt in eene zuid-
oostelijkc rigting naar zee.
AYCKEMA , of Atrema , voorm. adell. state, prov. Friesland, kw.
Ooslergoo, griet. Achtkerspelen , 1 u. N. 0. van Surhuizam, waar-
onder zij behoorde , £ u. Z. van Stroobos.
AYCKENWEER of Aykkw eer , voorm. d. in het Oldambt, prov.
Groningen, ten W. van de Eea of Ee , ter plaatse , waar nu de Dollart
gezien wordt. In het jaar 1277 werd het, benevens nog twee-
en-dertig andere dorpen, door eenen geweldigen watervloed verzwolgen.
AYER , Ajer , of P dlo-Ater , kl. eil. , in Oost-Indie, in den Sundaschen
Archipel, bij de westkust van Sumatra , 1° 11/ Z. B.
AYER-ABU, Ajer-Aru , Aver-Gran , of Ajer-Gram , riviertje, in
Oost-Indie, op het Sundasche eil. Sumatra, distr. Serampej.
AYER-BANGIES, resid. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Sumatra,
vroeger een gedeelte der resid. Sumatras Westkust uitgemaakt
hebbende, maar in 1838, toen die resid. een gouvernement geworden
is, werd Ater-Bamcies tot eene residentie verheven. De hoofdstad draagt
denzelfden naam.
AYER-BANGIES, Ajer-Bangies , ook wel Ajer-Bangies , of Ajer-
Bongay geheeten, st. in Oost-Indie, op de Westkust van het Sundasche
ed. Sumatra, noordel. afdeel. van het lands. P a d an g , resid,
Ayer-Bangies, waarvanhetde hoofdstad is , 2° 4 2 'Z. B. 118° 26' O.L.,
günstig gelegen voor den handel, inzonderheid voor de berglieden van
het gebergte Padasser en Rauw , die er hun goud ter markt brengen.
Er is eene veilige buitenreede , alsmedeeene binnenréede , voór den mond
-der rivier , die voor binnenlandsche sehepen bevaarbaar rs. De plaats ,
ofschoon bijna onder de linie, is gezond, daar zij overvloed aan
allerlei levensmiddelen en goed bronwater heeft. De omtrek is rijk in
peper, kamfer, benzoin en cassia. De Oost-Indische Compagnie had
liier eene factorij , welke echter na 1774 opgebroken werd. Vóór 1838
ontliield zieh hier een Burgerlijk gezaghebber; thans is het de zetel
van eenen Resident.
AYER-DIKIT (DE-GR00TE-) riv. in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Sumatra.
AYER-DIKIT (DE-KLEINE-) riv. in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Sumatra.
AYER-DINGIEN of Ajer-Dimgiem , riv. in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Sumatra, prov. Palembang, die bij eene uitbarsting van den
vuurspuwenden berg Boekit-kaba , door uitgerukte boomen en ingestorte
aardbrokken opgestopt werd, en daardoor uit hare oevers gedreven,
de naast bijgelegen plaatsen overstroomde.
AYER-GRAN, kleine riv. in Oost-Indie. Zie Ayer-Abü.
AYER-HADJI , landsch. in Oost-Indie. Zie Aíerhadji (1).
ÁYER-LING. Zie Taelamg Ayer-Ling.
AYER-POOR of Ayrpoor , st. in Oost-Indie , op de westkust van
het Sundasche eil. Sumatra, 5° 11' Z. B.
AYER-RAJAH of Ajer-Rayah , st. in Oost-Indie, op de westkust
van het Sundasche eil. Sumatra, lands. P a d an g , aan eene riv. met
eene gevaarlijke dwarsbank.
AYÉR-TIRIE , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Sumatra,
lands. Padang, distr. der Fijf-Kotta’s.
AYKEMA , voorm. adell. state, prov. Friesland. Zie Ayckema.
AYKEMA, adell. huis, in het Westerkwartier, prov. Groningen,
arr. en 5j u. W. ten N. van Groningen, kant. en 1-J u. W. ten N.
van Zuidhorn, gem. ¿ u. W. van Grijpskerk, aan den weg van
Grijpskerk naar Yisvliet.
AYKENWEER , voorm. d. in het Oldamlt. Zie Ayckenweer.
AYLVA of Ayeüwa , voorm. adell. state, prov. Friesland, kw.
Oosiergoo, griet. Ferwerderadeel, onder Genum. Zij werd in den
oorlog tusschen de Gelderschen en de Friezen, in het jaar 1313,
door de eersten afgebrand.
AYLVA of Aylrwa , voorm. adell. state, prov. Friesland, kw.
Oostergoo , griet. West-Dongeradeel, onder Ternaard, in wier plaats het-
tegenwoordige huis van den Geneesheer R. de Boer is gebouwd.
AYLVA of Aylüwa , voorm. adell. state, prov. Friesland, kw. Wes-
tergoo , griet. Wonseradeel, onder Schraard. Sjoerd Ayeva , dieVeld-
( l ) A lle de wo Orden, b e g in n en d e in e t ä y e r , die h ie r n ie t g e v o n d en w o rd e n , zo e-
k e men op Aj i r .