van Or as je, wiens voorouders vroeger, als Stadhouders van onder-
scheidene provincien, het land dunr aan zieh verpligt hadden, ora
herwaarts terug tekomen, en de teugels van het bewind in handen-
te nemen, waarop Prins W i l l e m , in December van dat jaar, tot Sou-
vereinen Vorst werd uitgeroepen , welke waardigheid liij echter niet wilde
aanvaardden , ten zij men de daaraan verknochte magt door eene grond-
wet omschrcef. Bij deze grondwet werd de Wetgevcnde magt in handen
gesteld van eene Nationale Vertegenwoordiging, die den naam van
Staten-Generaal bekwam , terwjjl de Soutrereine Vorst de uitvoerende
magt in handen hield. In het volgende jaar werd op het Weener-
Congres besloten , dit land met Bel gi e tot een Koningrijk te ver-
eenigen , dat den naam van K o n in g r i j k d e r N e d e r l a n d e n , en in het
Fransch R o y a lm e d e s P a y s -B a s , zou dragen, hoewel de Franschen
h e t, naar de uitgestrektste zijner provincien, meestal L e R o y a dm e d e
i a H o l l a n d e , lieetten; eenigen tijd voor den opstand in Belgie begonnen
de Franschen echter ook te spreken van Le R o y a dm e d e l a N e e r l a n d e .
Dit koningrijk bestond nit zeventien provincien; zijnde : Noord-Br a-
b a n d , Zu i d -Br a b a n d , Li m b u r g , Ge l d e r l a n d , L u i k ,
O o s t - V l a a n de r en , W e s t - V l a a n d e r e n , Ho l l a n d , Zeel
a n d , Namen, An twe r p e n , U t r e c h t , F r i e s l a n d , Over -
y s s e l , Gr o n i n g e n en Dr e n t h e , terwijl het Grootbertogdom
L u x emb u r g , wel onder het bestuur des Konings stond, maar
eigenlijk geen deel van het rijk uitmaakte, waarom de Koning
den titel voefde van Koning der Nederianden, Prins van Oranje-
Nassau, Groothertog van Luxemburg. Bij den Koning was nu weder
de Uitvoerende magt, maar de Wetgevende magt bleef in han--
den van de S t a t e n Ge n e r a a l , thans in twee kamers verdeeld •
wordende^ de leden van de Eerste kamer , die uit niet minder dan
40 , en niet meer dan 60 leden bestaan mogt, door den Koning voor
bun leven lang benoemd, en die van deTweede kamer, 110 leden
teilende, gekozen door de Provincial Staten van elke provincie , welke
nit drie standen : de Ridderschap , den Stedelijken en den Landelijken
stand bestonden. Van deze laatste moest ’s jaarlijks een derde ge-
deelte aftreden, maar de alzoo aftredende leden mogten op nieuw
worden ingekozen. De Staten-Generaal moesten bet eene jaar te B r us-
s e 1 , het andere te sGr avenhage vergaderen , in welke plaatsen de
Koning ook, bij afwisseling, zijneresidentie houden moest. Voor deze
vergrooting van grondgebied , en tevens voor het hulpbeloon der bond-
genooten tot bekoming van hunne vrijheid inoesten d e N e d e r l a n d e n
61 millioenen betalen; als 11 millioenen aan Zweden , voor het verlies
van het eiland Guadeloupe, waarvan het bezit vroeger aan dat rijk
verzekerd was , maar dat thans aan Frankrijk moest worden terugge-
geven, en 60 millioenen aan Rusland voor de bevrijding der Bel g
i s c h e p r o v i n c i e n ; voorts werd de versterking der zuidelijke
grenzen , die tegen eenen onverhoedschen inval van Frankrijk met eene
dubbele rij van vestingen moesten voorzicn worden , op 44 millioenen
geschat, zoodat de geheele som , hetzij tot schadevergoeding , hetzij tot
verdediging der grenzen , te voldoen , 106 millioenen guldens beliep.
Hiervan nam echter Engeland op zieh , de schuld aan Zweden geheel
en die aan Rusland half te voldoen , en zieh dus te verbinden voor 36
millioenen guldens, mits daarvoor de kolonien Deme r a r y, Esse-
q u e b o en Be r b i c e aan dat rijk afgestaan werden; terwijl het tevens
, tegen afstand van de Ka a p de Goede Ho o p , op zieh nam,
de helft; dus 22 millioenen guldens , in den opbouw der vestingen te
betalen. Van onze volkplantingen , die allen, bchalvc ecmgc vastig-
heden van weinig aanbclang, in handen der Engelscheri waren, bekwa-
men wij de volgende ferUg : in Azie: het eiland J a v a de Mol
n k s c h e e i l a n d e n , de bezittingen op S u m a t r a , B o r n e o ,
Ma l a c c a en eenige kantoren op B e n g a l e n ; ln Amerika;
S u r i n am e , benevens de eilanden C u r a c a o , B o n a i re , Arub
a , S t. E u s t a t i u s, S a b a en de helft van S t. M a r t i n , waarvan
de wcderhelft aan Frankrijk toebchoort. Terwijl wij op de kust
van Guinea: de forten St. A n t o n i e , St . S e b a s l i a a n , St.
Ge o r p e d e lMi n a en C r e v e c o e u r behielden.
In Maart 1824 werden echter alle de Nedcrlandsche bezittingen op
het vaste land van Indie , zijnde : M a la c c a en de kantoren op Beng
a l e n , tegen F o r t - M a r 1 b o r o u g h (B e n c o e 1 e n) en alleBritsche
bezittingen op het eiland S uma t r a , aan Engeland afgestaan welk
rijk van alle zijne aanspraken op Bi l l i t o n , even als d e N ed er landen
van die op Si n c a p o e r , afzag, belovende Engcland tevens
geene kantoren meer in de eilandengroep bezuiden straat b inca-
p o e r te zullen aanleggen.
KONINGRIJK DER NEDERLANDEN , NA DEN BELGISCHEN
OPSTAND.
Nadat het K oningr ijk d e r N ederlanden gedurende vijftien jaren, onder
het vaderlijk bestuur van W illem I, steeds in bloei en welvaart was toege-
nomen, stunden de Zuidelijke Niederländers in 1830 tegen zijn bestuur op,
en onttrokken zieh zijner regering. De groote Mogendheden , tot wie de
Koning zieh gewend had , ten einde zij als bemiddelaars zouden optre-
den, verklaarden toen de Zu i d e l i j k e pr o v i n ci e n, tot een ai-
■zonderlijk koningrijk , onder den naam van B elgie ; terwijl de N oo r.
del i jkc onder den Vorst, wien zij getronw gebleven waren, een atzon-
derlijk koningrijk , onder den naam van K oningr ijk der N eder land en zouden
uitmaken. ' Volgens de bepalingen van de Londenscbeconferentie van
16 October 1831 , bestaat alzoo het K oningrijk d e r N eder land en uit het
gebied van de voormalige R epub liek d e r V ereenigde N e d e r l a n d e n , met
bijvoeging van een klein gedeelte van L i m b u r g en de voorbeen tot
andere landen behoord hebbende plaatsen , die in de provincie G e 1 d e r-
1 and of Noord-Braband besloten liggen , benevens een gedeelte
van het Groothertogdom L u x emb u r g , welk laatste echter , als een
bestanddeel van het Duitschc verbond, eigenlijk niet kan gerekend
worden, tot het koningrijk te behooren , waarvan het bovendien ook
afgesclieiden ligt. Zoo dat het koningrijk nu zamengesteld is uit de
volgende 10 provincien : N o o r d - B r a b a n d , Ge l d e r l a n d , Ho ll
a n d , Ze e l a n d , U t r e c h t , Fr i e s l a n d , Ov e r i j s s e l , Gron
i n g e n , Dr e n t b e en Limbur g.
REGERING VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.
De regering is nu nog, even als tijdens de vereeniging met Beige,
Monarchaal, maar door eene grondwet gewijzigd , hebbende de Koning
de uitvoerende magt in handen. De tegenwoordige Koning is A V i llem I ,
geboren te ’sGravenhage, den 24 Augustus 1 7 7 2 , die van 181<> af.^eerst
als Souvereinen Vorst der .NooRDELiJKE N e d e r l a n d e n en sedert 1 8 1 o als
Koning over alle de N e d e r l a n d e n geregeerd heeft. De kroon is erfelijk
in ’s Konings mannelijke nakomelingen , die naar het regt van eerst