Vereeniging werd in hct jaar 1871, bij eene bulvan Paus Gregorus X,
oen rege voorgeschreven. Hun eerste klooster stond nabij de oude
Vischmarkt, naast de sinds lang verdwenen Kapel -van St. Everhard •
doch alliier te bekrompen gehuisvest zijnde, gingen de Kloosterlingen
in eenige huizen over, in de Bokstraat aan den voet van de Maasbrug
gelegen. Velc ongemakken deden hen later ook dit verblijf verlaten :
liunne wonmg was door eenen openbaren weg vaneen gescheiden,
liet klooster bezat geen tum, de beweging op de rivier gaf den Vaders
te vecl afleiding en was hun in banne' S tu d i e n binderlijk, men wendde
zieh dus in 1086 tot de stedelijke Regering, ten einde hun eene meer
geschikte plaats, tot hct opbouwen van een nieuw klooster mögt
worden aangewezen. Als een gevolg van dit verzoek werd den Mon-
niken aanvankeiijk de kapel van St. Maria ten oever, zoo men wil
bet oudste christengebouw binnen Maastricht, en later het daaraan
grenzende kerkbof, benevens eene bclendende woning, alles in de Bokstraat
gelegen,, afgestaan. Eerst in 1609 evenwel ontvingen de kloos-
terhngen de magtiging, om tot den opbouw van hunne nieuwe woning
overtegaan, Deze vergunning werd van wege de Stedelijke Reperinn-
met eene gilt van 100,000 brikken opgevolgd , terwijl zij het oude
kloostergcbouw , voor eene som van /8000 Luiksche guldcns, van de
Vereeniging afkocht. Deze afkoop nogtans bleef, ten gevolge van eenin-
opgekomen verscbil, steken , want volgens eene publicke akte bliikt
het , dat het oude gebouw, den 24 Mei 1610 , door do Paters aan
eenige partikulieren in koop werd afgestaan.
Op eyengemelde datum, werd dan ook eindelijk de eersten sleen van
het nieuwe klooster gelegd, waarbij de Groot-Kommandeur der
leutomsche orde, de Deken van St. Servaas, de Stads-BIagistraat en
velc andere aanzienlijke personen tegenwoordig waren; deze nlegtigheid
werd door een fecstmaal opgevolgd , waaraan niet alleen de hier vermelde
personaadjen, maar ook de klooslerlingen deel namen; dit feest
werd. van stadswege bekostigd , en veroorzaakte de uitgave der zeker
malige som van 29 guld 2 stuiv. Luiksch geld, (nagenoeg zoo veel als
16 guld. 2o cents Nederlandsch); dit alles komt in de stedelijke
regislers voor waarin te dier gelegenbeid de pötwijn tegen 12 Luik-
scxie stmvers (ongeveer cent) in rekening is gebragt.
1 ^ 00 Ilet sehijnt zijn, by gebrek aan middelen, hct klooster en de
.erk eerst in 1660 voltooid ; het geheel was fraai, terwijl de klooster-
kerk met eenige schilderten van waarde versierd was , die bij de vernie-
tnjing »an hct klooster, door de Fransehe Kommissarissen vandaarzijn
wcgg^0voerd 9 en Inter niet 'weder terug’g^e^even.
Deze kloosterlingen waren nimmer meer dan 16 in getal, en zoo
weinig bemiddeld , dat zij niettegenstaande dit gering aantal, slechls
door opzamelmgen zoo in als buiten de stad, in hun onderlioudkonden
voorzien Sedert de ophefflng der monniken orden, heeft dit klooster
. tot versclnllende einden gediend. In 18215, bragt men erde School
vooh 11ET ovololing oMERwus in over; later bezigde men een ander
e? e. 0 Teekenschool ; tbans (in 1838) gebruikt men de voorma-
ige erk, tot Stadsaribenscrooe , in welke 6 ä 700 binderen, van beide
Kunncn , klassikaal onderwijs ontvanp*cn,
AUGUSTIJNENKLOOSTER (ST.) , voorm. klooster in de Meijerij-
kw- Kempenlancl. Zie Haaoe (Ten).,
| ARGUSTIJjNENKLOOSTER, voorm. klooster in de Meijerij-vm
kw‘ m“aslan<l- Zie Aknabero (St.).
AUGUSTIJNENKLOOSTER, yoorm. klooster te Middelburg, be-
woond door Heremrten van de St. Augustinusorde. Hct stond in
het tegenwoordige Schuttershofstraatje. Er werd aldaar eene gewijde
hostie bewaard , die vermaard was wegens een mirakel, dat daaraan
in het jaar 1374 zoude geschied zijn. Nadat Middelburg aan de
Staten was overgeaaan , is deze hostie naar Leuven overpebrairt. 1 • « / » . ö ü ' aiwaar zij , ot ten mmste een stuk daarvan , benevens een stuk van
liet tafellaken , waar drie droppelen bloeds op te zien waren, tot op
den overgang van Braband aan Frankrijk en de daarop gevolgde ver-
nictiging der kloosters, bewaard , en telken jare , in eenen plegtigen
omgang, omgedragen werd.
Per plaatse, waar vroeger dit klooster gestaan heeft, is thans het
S ciiütter siiof va» den H andboog of van St. S ebastiaan , aan welke
Schutterij dit klooster, nadat het in 1373 door de R. K. geestelijkheid
was verlaten geworden, in het jaar 1373 , door de stedelijke Regering
in eigendom is opgedragen, tot schadeloosstelling van geledene ver-
liezen , gedurende het beleg der stad.
AUGUSTIJNENKLOOSTER, voorm. klooster te Nijmegen. Zie
M ariaaskonvent.
AUGUSTIJNENKLOOSTER, voorm. klooster in Opper-Gelder. Zie
E lizabetrsdal.
AUGUSTIJNENKLOOSTER, voorm. klooster in Rijnland. Zie
E n g e ien d a a e.
AUGUSTIJNENKLOOSTER, voorm. klooster te Rhenen. Zie Ag-
n ietenk eooster (St.).
AUGUSTIJNENKLOOSTER, voorm. klooster te Roermonde. Zie
H ieronimrskeooster.
AUGUSTIJNENKLOOSTER, voorm. klooster te Tiel, door Celle-
broeders van de orde des H. Augustinus bewoond. Het moet gestaan
hebben in de Tolhuisstraat bij de Tolhnispoort, waar nog tot in het
begin der 17de eeuw bet kerkje der Cellebroeders stond, dat sedert tot
partikuliere huizen verbouwd' is.
AUGUSTIJNENKLOOSTER, voorm. klooster in Twenthe. Zie Ae-
BERGEN.
AUGUSTIJNENKLOOSTER, voorm. klooster te Utrecht} op den
Springweg. Zie O nze- L iev ev ro uw ek eo o ster.
AUGUSTIJNENKLOOSTER, voorm. klooster te Utrecht, aan den
Stadswal. Zie A gnietenkeooster (St.).
AUGUSTIJNENKLOOSTER , voorm. monnikenklooster op de Veluwe
bij Arnhem. Zie M ariebron.
AUGUSTIJNENKLOOSTER, voorm. nonnenklooster op de Veluwe,
bij Arnhem. Zie B e th a n ie .
AUGUSTIJNENKLOOSTER , voorm. klooster op de Veluwe, te
Renkum. Zie Mariaaskonvent.
AUGUSTIJNENKLOOSTER, voorm. klooster te IVaalwijk, dat
door geestelijke Maagden van de orde des H. A ugdstinds bewoond werd.
Het was gesticht in het jaar 1434 door zes Geestelijke dochters van de
derde orde van St. F ranciscos uit Amsterdam , maar deze, door de
moeijelijkheden afgeschrikt, hebben het werk overgelaten aan andere zus-
ters van de St. Augustinus-orde , uit het St.Agnieten-klooster te Dordrecht,
met welke zij toen die orde aannamen. In de Nederlandsche beroerten
zijn sommige der bewoneressen van dit klooster naar Lotharingen ge-
vlugt, en hebben aldaar te Pont-ä-Mousson , een nieuw klooster opgerigt,
hetwelk bij de omwenteling, in het laatste der vorige eeuw, is te niet
gegaan. De overige zijn , waarschijnlijk door goedgunstigheid van het
doorluchtige huis van Ora n je -N assaü , te Waalwijk verbleven, tot omtrent
I . D e e e . 28