in de omstreken van -Antwerpen, hetwelk zijn eh naam (Ambtvarfen)>
van lien za! gchad hebben ; nog anderen zelfs bezuiden den Demer,.
tnsschen den Dender en de Maas, Velen zijn daarentege u van gevoe-
len, dat zij meer noordelijk gevestigd waren; sommigen van deze«
plaatsen heil in Opper-Gelderland, en willen de benaming der stad
Emmer,ik van hen afleiden ; terwijl anderen hunne woonplaats be-
palen tnsschen de Maas en den Rijn en das in Gelderland, in het
Land-tmsclien-Maas-en-Waal, een gedeelte van het tegen woordige-
distr. Nijmegen. Deze laatste meening heeft wel het meeste voor
zieh, terwijl ook het oord inet den naam zeer goed instemt, die
j nit ons om- (amu) en overvaren verklaard schijnt te moeten worden.
AM BLAU , A ä b l a u w of A m b lo u , ook wel onder den naam van
A m b lio voorkomende, en door de inlanders wel eens B e l a u w genaamd,
eil. in Oost-Indie , gouv. Amboina, 5 n. van den zuidoostelijken hoek van
Boero, op 3° 33'Z. Br. en 127° 0. L. Het beslaat 3 Duitsche mijlen
in den omtrek, is bijna ovaal of eirond van gedaantezeer bergach-
tig en een der onvruchtbaarste der Ambonsche eilanden , zoodat het
weinig sago, en naauwelijks genoeg rijst voor de behoefte der zeer
armoedige inw. oplevcrt, die daarom hunne meeste levensmiddelen
van het eil. Boero halen ; vroeger vond men er vele nagelboomen ;
ook heeft men er onderscheidene soorten van visch, en aan de
stranden worden bij uitstek fraaije zeehorentjes en schelpen gevonden.
Het land is met eene menigte riviertjes doorsneden, waarvan de
voornaamste zijn: de E l a , de Läpi a , de Sonoe, de Sel a r i a
of Selassa, de Sale, de Boy, de Loene, de Loewa, de
Ni toe, de S ilehoe en de Boate. Men telt er thans 2000 inw., maar
het was oudtijds veel volkrijker, zoodat men er wel vijftien dorpen vond,
die ieder ongeveer 800 inw. bevatte, deze dorpen waren even-
wel reeds op het einde der 17de eeuw tot op negen verminderd.
Vroeger stonuen de inw. onder die van Roemah Ite op Boero , maar in
1638 werden zij door den Koning H h am z a voor vrije volken verklaard ,
en lnin eenen afzonderlijken Sengadji of Hertog gegeven.
Men heeft op ondersclieiden tijden vestingen op dit eil. aangelegd
en die van bezetting voorzien, ten einde den sluikhandel en andere
aanslagen der eilanders voor te komen, maar meer dan eens zijn deze
vestingen door de Amblauwers afgeloopen en ons volk vermoord, zoo
als onder anderen in 1633 plaats had , voor welk scliendig feit zij
in 1641 vergiffenis kwamen smeken, tevens verzoekende, dat hun
ciland wederom -van eene bezetting mögt worden voorzien ; hetwelk
men hun, na verloop van eenigen tijd, gedurende welken zij blijken
van trouw gegeven hadden , toestond. Twee jaren later deed de Gouverneur
van Amboina, G e r a b d H em m e r , hier een fortje aanleggen, waarop
een Sergeant met eenige manschappen post hield. Bij den opstand der
Amboinezen, in Maart 1681, werd de Sergeant L a u r e s s S ip k e n s , terwijl
hij beneden in het fort met de Orang kaja’s over een en ander
zat te beraadslagen, door dezen op eene verraderlijke wijze om het
leven gebragt. Vier Soldaten echter, die zieh boven bevonden, wisten
zieh aldaar eenige dagen tegen de muitende inhoorlingen te verdedi-
gen , maar eindelijk , door hunne wonden te veel verzwakt zijnde , gaven
zij het fortje aan K im e la h a H a s i , het hoofd der muiters , over , die hen met
eenen duren eed bezwoer, dat hij hun geen leed zoude aandoen, welken
eed hij ook letterlijk gestand deed, door zelve hen ongemoeid te
laten , maar cvenwel te zorgen , dat zij dadelijk door anderen vermoord
werden, waarop het fortje door de muiters verbrand en vorder afge-
« *£/i. ÄiÄT
broken werd. In Augustus daaraanvolgende werd het eil. weder bc-
magtigd door de onzen , die de nagelboomen uitroeiden. Later is het
dikwijls door de invallen der Negers van Nieuw Guinea verontrust, die
het, onder anderen in 1768 % plunderden en eene menigte inw. 'weg-
voeiden. Maar toen de Oost-Indische kompagnie hier vervolgens eenen
Postlumder met eene kleine bezetting gcplaatst had, scliijnen dergeliike
aanrandingen niet meer te hebben plaats gehad.
AMBOELOE of A mboloe, d. in lndie, op het eil. Java, resid. en
onderresid. Remhang, 113 palen van Samarang, aan de noordkust, ten
W. van de riv. Troepen.
AMBOENG , st. op het Oost-Indische eil. Borneo. A mboosg.
AMBOINA landv. in Oost-Indie, de oudste en eene der gewigligste
bezittingen der Nederlainlers beoosten Java, Zij behoort tot de Mo-
luksche eilanden, en bevat die eilandengroep, welke onder den naam
van A misossciie E ilasdes bekend is , en waarvan de volfrende twaalf de
voornaamste zijn : Amboina, Cerarn, Boero, Amblau . Manipa,
l i i l a n g , Benoa, Noessa-Laoet , ‘Honimao of Saparoea en
ü o ewa n g Bessi of Oma ook wel Iiaroeka genaamd, welke drie
laatste veelal de Uliassers geheeten worden. Alle deze eilanden
hggen in die zee, welke door de Portugezen van oudsher Archipe-
lago d'i of. Lazaro genoemd wordt.
De grond dezer eilanden is over het algemcen zeer vruchtbaar, hoe-
wel meestal bedekt met lieuvelen of bergen, die tamelijk hoog en van
smalle valeijen doorsneden zijn. Vele dezer bergen beslaan ml dipt
grämet, andere uit broze schist, waarhij men hard asbest vindt, ter,
wijl sommige bergtoppen beddingen van zwavel hebben. In de valeijen
bestaat de bovengrond meestal uit eene roodachtige klei, die met tuin-
aarde vermengd, zeer vruchtbaar is. De voornaamste plant is de
sagoboom, waarvan men onuitputbare bosschen vindt, die als het wäre
de moerassige en läge gronden, vooral op het eil. Ccram, bedekken.
llet merg van dezen boom is het voornaamste voedsel der inwoners. Ten
einde dit te bekomen, houwen zij den boom om , die hen nu als van
zelven het voedsel aanbiedt, daar dit slechts eene geringe bereiding moet
ondergaan om te kunnen gegeten worden. Behalve den sagoboom, heelt
men er alle andere gewone Indische vruchten, en onder deze de kruid-
nagelen in eene aanzienlijke hoeveelheid; ook uitmuntende annanassen.
liyst, hoewel anders een geliefdkoosd voedsel der inwoners, en door
hen meestal boven de sago geschat, wordt er weinig aangekweekt,
deels omdat de inzamehng meer moeite kost dan die der sago, welke
boom bovendien zieh zelven voortplant, deels omdat men, sedert de af-
scbaihng van het uitroeijen der nagelhoomen, dat te voren overal behalve
op de eil Amboina, Oma, Honimao en Noessa- Laoet
moest plaats hebben , zieh hoofdzakelijk op de kruidnagelteelt toelegt’
die sedert 182-t gelieel vrij is , mits de opbrengst tegen eenen billijken
pnjs, aan het gouvernement geleverd worde (1). De A mbossche E i l a n d
e n zijn bovendien uitmuntend rijk in houtsoorten, waaronder gevonden
worden die zeer zwaar en sterk, ja meestal voor den scheepsbouw
0 ) H e n , die nicer v a n de zoo | n a g e lle e lt en den lian d e l in d a t p ro d
u c t wenschen te weten, v en v ijz cn wi'j n a a r J. O l i v i e r J z , , L a n d - e n Z e e t o g -
t e n i n N e d e r t a n d s c h I n d i e n , D . I I , b l. 48 e n volg. In w e lk w e r t men iiv
n e t algemeen me e r om stan d ig o v e v Amboina zal g ehandeld v in d e n , d an on5 b e -
ötek a lliie r getloo^de.