tijd, wanneer dit geschied zij, eenig zeker narigt heeft. Vermoede-
lijk zal een der Heeren dezer plaats, ten einue zijne heerlijkheid
des te veiliger te bezitlen, die vrijwillig als een leen aan den Bisschop
liebben opgedragen. Een .der gevolgen dezer opdragt was, dat zij ,
in 1289 , door H enderik. van V ia n b e n , acht en dertigstcn Bisschop van
Utrecht, met bet stadsrcgt begunstigd w.erd. Niet lang daarna rnoes-
ten de burgers evenwel de wränge vruchten der Bissehoppelijke regering
smaken , door de verregaande twisten, waarin zij leefden met
J an var N assau, J an van VERNENBURGen F rederik van B lankenheim , den ne-
gen en dertigsten, acht en veertigsten en een en vijftigsten Bisschoppen van
Utrecht, waardoor zij menige belegering bebben moeten uitstaan ; behalve
dat zij dikwijls betrokken waren in de oorlogen, door de Bisschoppen
tegen hunne naburen , namelijk de Hollanders en Gelderschen , gevoerd,
Meest haddcn zij, in tijd vanoorlog, van de Gelderschen te lijden, voor-
namelijk, gedurende de regering van K a r e l , Hertog van Gelder, die,
in den jare 1824, zeer misnoegd was, over de benoeming van H endrik
van B eijeren lot Bisschop, welke in den beginne, zoo wel door die
van A mersfoort , als door die van Utrecht, zeer begunstigd werd. Na
dien tijd , hebben de Gelderschen onderscheiden malen eenen aanslag
op deze stad gedaan, welke bun eindelijk gelukte in 1843 , toen de
Veldoverste Maarten van K ossem, na eene korte , doch hardnekkige
belegering , zieh daarvan meester maakte, en, niettegenstaande de plundering,
voor eenc som van 80,000 caroliguldens , afgekoclit was, tegen
zijn gegeven woord, den ingezetenen van hunne bezittingen berooide.
Later was de stad, met de andere steden dezer provincie, niet zoodra
onder de gehoorzaamheid van K arel V gebragt, of zij moest de
bittere gevolgcn der binnenlandsche onlusten ondervinden , werdende
nu eens door het Staatsche , dan weder door het Spaansche krijgsvolk in-
genomen. En dewijl de burgers, uithoofde van bet groot aantal
Roomschgezinden, dat zieh onder hen bevond, der Spaansche rege-
ring rneer , dan der Staatsche waren toegedaan , kondcn zij niet beslui-
ten tot het aannemen der Utrechtsche unie van het jaar 1379,
dan na daartoe door het Staatsche krijgsvolk te zijn gedwongen.
Sedert dien tijd is A mersfoort bestendig aan de Staatsche partij ge-
bleven , en was eenige jaren van alle oorlogsrampen bevrijd. Maar
de belegering van ’s Ilertogenbosch, door Prins F rederik H enderik
van Oranje , in het jaar 1629 , gaf aanleiding , dat de stad weder
een vijandelijk bezoek 'te lijden had; vermits Graaf H endrik van
den B erg, om eenige afwending van ’s Hertogenbosch te maken , met
eenen troep Spanjaarden, ondersteund door 14,000 man keizerlijke
troepen, onder bevel van den Graaf E rnst van Montecuculi , door de
Veluwe, in bet Sticht van Utrecht drong , en den 3 Augustus voor
A bersfoort verscheen. De bevelhebber T ertulliaan van D orp zag
zieh genoodzaakt, dewijl het de stad aan genoegzame sterkte cn be-
zetting ontbrak, haar, den tweeden dag van het beleg, bij verdrag
over te geven. Ofschoon de regering der stad aan M ontecuculi groote
sommen tot afkoop van de plundering had gegeven, werd zij nog-
tans, tegen de voorwaarden van bet verdrag , deerlijk geteisterd en
geplunderd. De schade, hierdoor veroorzaakt, werd op meer dan
70,000 gulden geschat. Deze troepen hieldcn Amersfoort in bezit,
totdat de verrassing van Wezel, door de Staten, hen noodzaakte het
geheele Sticht, en dus ook A mersfoort , weder te verlatcn, uit
vrees van te worden afgesneden. Toen hierop. de vijanden , den 24
dierzclfde maand , weder waren afgetrokken, werden verscheiden persdnen,
die tot de overgave hadden inedegewerkt , door den Raad vai»
State met geldboete of ballingschap gestraft; wordende onder andere»
d e Bevelhebber van D o r p gebannen. _
Bij den inval der Franschcn in Gelderland e» Utrecht in 1672, bevond
A mersfoort zieh te zwak , om eenigen tegenstand te kunnerr
bieden, weslialve de Markgraaf de R ochefort zieh van deze stad
verzekerde, welke, gedurende 17 maanden , door zware inkwartie-
ring, brandschatting en velerlei geplecgde baldadigheden der Soldaten ,
jammerlijk geplaagd werd, waartegen de Boomschgezindc burgers
geene andere vertroosting hadden , dan dat de G r o o t e of S t.
J o r i s k e r k hun ter godsdienstoefening was ingeruimd. De stad
genoot, sedert dien tijd, eene tamelijke ru st, tot in het jaar 1702,
wannecr eene geweldige beroerte tussehen de regering en de burgerij
ontstond , die zoo hoog liep, dat zij de geheele stad met den ondergang
bedreigde , maar , door het onthalzen der twee voornaamste belhamels ,
P ieter van H octen en R ichard S a a b , twee aanzienlrjke burgers , en de ver-
banning van den Oud Burgemeester W ili.eii T ukman, die eerst met het
zwaard over het hoofd gestraft werd, gelukkig werd gestuit en geein-
% de burgertwisten in 1787, beeft een gedeelte der Staten van
Utrecht hier eenigen tijd hun verblijf gehouden. Yan de onlusten
van dien tijd, en de wränge vruchten, welke zij den Nederlander,
zoo vele jaren achter elkandcr, deed smaken, bleef A m e r s f o o r t ook
geenszins verschoond; terwijl het Franscbe dwaugjuk, dat , van
1793 tot 1813, onder zoo vele onderscheidene vormen den Neder-
landeren op de schouders drukte, zieh hier ook al te knellend heeft
doen gevoclen, om reeds door de ingezetenen vergeten tc zijn.
/Behalve door de oorlogsrampen, is Amers foor t dikwijls door andere
plagen bezocht geweest, als door brand , pest, en bijzonder ook door
watervloeden , die meest veroorzaakt werden door het Rijnwater, dat
bij dijkbreuken, tussehen Rheenen en Wageningen, door en längs
deze stad, den weg naar de Zuiderzee nam. Van zoodanige watervloeden
zijn voorbeelden geweest in de jaren 1477 , 1332, 1893,
1643, 1631 en 1702; door welk ongeval somwijlen geheele poor-
ten en stukken der wal weggespoeld zijn.
Amersfoor t heeft onderscheidene beroemde mannen in allerlei vak-
ken voortgebragt. De godgeleerden noemen er : W illem H endriksen ,
in de geleerde wereld meer bekend onder den naam van Gulielmus
H enrici , eerst Regent der Hieronymusbroeders tc Amersfoort, . en
la te r, in 1380 , Generaal der geheele orde van den H. F ranciscus ,
van den derden regel; E lias van A mersfoort, Hoogleeraar m de
godgeleerdlreid , aan de hoogeschool te Bazel ; J acobus T htmaeus ,
gewoonlijk J acobus van A mersfoort , Hoogleeraar in de godgeleerdheid,
en , in 1494, President van het St. Laurenscollcgie te Keulen; Marcellus
L ent Generaal der Reguliere Kanunniken van geheel Duitsehland;
T heodorus van E mbden, Overste van het St. Agnesklooster te Goriu-
chem , en een dier geestelijken welke den 8 Junij 1372, door de
Soldaten van L umey , op eene wreedaardige wijze werden om het
leven gebragt, en door de Roomsche kerk als martelaars vereerd
worden; Christiaan van B eusecom , Hoogleeraar in de godgeleerdheid
te Leuven; N icolaus Z oesius , (eigenlijk N icolaas van Z oest) de vijfde
Bisschop van ’s Hertogcnbosch, geb. o Augustus lu64 , '!f 22 Augustus
1628 ; G ualtiierus de B iiuyn , Hoogleeraar in de godgeleerdheid te Utrecht,
f Julij 1683 ; L udovicus W olzogen, Hoogleeraar in de kerkelijke ge