zicnlijke steen- en pannebakkerij. Onder de inw. telt men ongeveer
700R. K., die hier eene kerk bebbcn, welke door eenen Pastoor be-
diend wordt. De statie behoort tot het aartspr. van Gelderland. De
Herv., die hier eene kerk hebben , behooren tot de gem. Angeren-en-
Loo. Ook is hier eene dorpschool, alsmede eene buitenplaats , het
Roode Wald genaamd.
De Domproosl van Utrecht bezat hier eenen aanzienlijken hof, welke
waarschijnlijk van ouds eenige betrekking tot het dorp had.
A ngeren is eene heerlijkh. en het adellijke geslacht, dat van dit d.
zijnen naam ontleende, is in de geschiedenis bekend ; zoo waren ten
jare 1249 , G erhard en D ir k van A nkeren getuigen van den Graaf
van Kleef. In 1558 bezat dit geslacht nog de tienden van A ngeren.
Thans is deze heerlijkh. een eigeudom van het ambt Overbetuwe.
De Oudheidkundige en Latijnsche dichter J acobus de I I hoer i s hier
in 1725 geb., hij •}■ 12 Dec. 1814.
ANGEREN, d. in het graafsch. Zutphcn. Zie A ngerloo.
ANGEREN-EN-LOO, kerk. gem., prov. Gelderland j klass. van Nijmegen
, ring van Eist; met ruim 60 ziel. Zij heeft eene kerk, te Ang
e r e n die door eenen Predikant bediend wordt. Het beroep is eene
collatie van het ambt Overbetuwe.
ANGERESTEIN of A nge ie ste in , landgoed in Veluwenzoom, prov.
Gelderland, kw. , distr. , a rr., kant. , gem. en \ u. N. W. van
Arnhem, f u. 0. van Yelp. Het komt reeds voor in den jare 1487 ,
als de bezitting van zekeren J ohan C o s t e r , die wegens een weg over
dit goed met het naburige klooster Bethanie in verschil was. Ongeveer
twee eeuwen later behoorde het aan E ngelbert E ngelen ; van wien men
opgeteekend vindi, dat hij eenen papiermolen die de Franschen in 1612
afgebrand hadden, weder heeft doen optimmeren. Het huis •, vroe-
ger rondom in diepe grachten gelegen, is nu aanmerkelijk naar den he-
dendaagsclien-bouwtrant veranderd, en even als den geheelen aanleg
door den tegenwoordigen eigenaar Jonkheer J. Baron P allandt van
W al fo rt zeer verfraaid. De tuinen zijn met veel loopend water door-
sneden en het geheel, dat zeer aangename wandelingen aanbiedt, heeft
eene uitgestrektheid van ruim 565 bunders, waafonder ongeveer 245
bund. heidegrond.
ANGERLOBROEK, weidestreek in het graafsch. Zutphen. Zie
A ngerloobroek .
ANGERLOO, gem. in'het graafsch; Zutphen, prov. Gelderland,
kw. en arr. Zutphen, distr. en kant. Doesborgh (14 m. , 5 s. d. ) ;
palende N. aan Doesborgh , 0. aan de gem. Hummelo-en-Keppel,
Z. aan Zevenaar, Duiven en Westervoort en W. aan den IJssel, im
bevattende de d. An g e r l o o en L a t h nm , benevens de buursch.
B a h r , Gi e s b e e k , B e i n um , Bi n g e r d e n en B e v e rme e r ,
alsmede deadellijke havezathen B i n g e r d e n en Ke i l . Deze gem.
telt ruim 1500 inw. die meest hun bestaan vinden in den landbouw.
Men heeft er 2 Herv. kerken, 1 R. K. kerk en 2 scholen.
Het d. A ngerloo , A ngeloo , A ngeren ook wel A ngler en A ngerloe
geschreven , ligt 5 | u. Z. van Zutphen , \ u. Z. van Doesborgh , $£ u.
W. van Doetinchem 1 | u. N. van Zevenaar, en 4 u. N. 0. van
Arnhem. Sommigen willen dat het zijnen naam ontleent van de
Angrivarien, een Germaansche volksstam , die vroeger zieh , eenen
geruimen tijd, in deze streken heeft opgehouden.
In het jaar 1274 stond O tto van B ommel al zijn regt op Angerloo
aan het klooster Bethlehem af. Later kwam het den Hertog van
Kleef toc, maär is in het jaar 1544 door Keizcr K a r e l V , wederge-
bragt onder het rigterambt van Doesborgh, waartoc het te voren be-
hoord had. Men telt hier ongeveer 500 inw. _
De Herv. gem., welke, met die uit de onderhoonge buursch. Be i n
u m , B e v e rm e e r en B i n g e r d e n , 400 zielen heeft, behoort
tot de klass. van Nijmegen, ring van Eist. Zij heeft eene kerk,
welke door 6enen-Predikant bediend wordt, die , bij vacatuur, door
den kerkeraäd beroepen wordt. D e eerste Predikant, hier ter plaatse,
is geweest. G e ll ius de B ouma, die er in 1610 het leeraarambt waarnam.
Voor de Reformatie was de kerk van dit dorp aan den H. G allus toe-
gewijd, - en stond ter begeving van den Graaf van Zutphen. In deze
kerk was eene vikary ter eere van de H. H. T heo ba ld u s, C orn elius ^
A ntonius en A pollonia gesticht.
ANGERLOOBROEK of A n g e r lo b ro ek , weidestreek in het graalsch.
Zutphen-, prov. Gelderland, kw. en arr. Zutphen, distr. en kant.
Doesborgh, gem. Angerloo, gedeeltelijk aan de gem. Angerloo, ge-
deeltelijk aan partikulieren toebehoorende.
ANGIOL , gegraven kanaalin Oost-Indie. Zie A n s jo l .
ANGIR, d. in Oost-Indie, op den Oosthoek van het Ambonsche
eil. Ceram.
ANGJUM , d. in Friesland. Zie A n jum.
ANGKEE, A nkee of T mringin , riv. in Oost-Indie, eil. Java, die
uit de bergen op het land Eoeripan ontspringt, zieh, bewesten Batavia,
in de Mookervaart uitstort. Met de A ngkee Vereenigen zieh de
riviertjes Sasak-Pandjang en Kal ie-Poetr i of Kapitian.
ANGKOLO, distr. in Oost-Indie, op de oostkust van het Sundasche
eil. Sumatra, landsch. Batta.
ANGLER , d. in het graafsch. Zutphen. Zie A ngerloo.
ANGRIVARIEN , Germaansche volksstam, die eerst tusschen de Eems
en de Wezer gewoond heeft. Volgens sommigen, zoude zij zieh
later met de Chamaven en andere volken tegen de Bructeren Verbünden
, die natie geheel en al verdelgd en hun land in bezit genomen
hebben. Waarna de A ngrivarien zieh in een gedeelte van het graafschap
Zutphen en wel bezuiden die stad längs den IJssel zouden hebben neerge-
slagen. Men wil, dat hunnen naam bewaard zij in de d. Ange r e n
en Angerloo. Ook zoude dit hetzelfde volk zijn, hetwelk in het le-
ven van K arel de Groote vermeld wordt, als hebbende zieh aan dien
Keizer onderworpen en hem gijzelaars gegeven.
ANGSTEL of K romme A ngstel , welke laatste naam haar gegevten
wordt ter onderscheiding van de Paart van Nieuwersluis, die men
wel eens de Re g t e A n g s t e l noemt, riv. in het Nederkwartier der
prov. Utrecht. Het is eene voortzetting van de riv. de Aa of A d e ,
die in het d. Nieuwer-Ter-Aa, alwaar zij de wateren van twee We-
teringen, die uit de Vecht komen, en een gedeelte der wateren van
de O u k o o p e r s l o o t opneemt, den naam van K rommen A ngstel aan
neemt , onder die benaming, tusschen Nieuwer-Ter-Aa en Loener-
sloot, de Vaar t van Nieuwersluis ontvangt, voorts van daar met
onderscheidene bogten en krolikelingen noordwaarts längs Löenersloot
cn Abkoude aanstroomende bij het laatstgemelde d. eenen tak, het
Gei n geheeten, afzet, van daar westwaarts naar het Abkouder-
meer loopt, en daarin liare wateren stört, terwijl zij, na dit meer
Vertaten te hebben, den naam van I I olendrecbt draagt.
ANGSTEL (REGTE) of V aart van N ieuw er slu is , vaart in het
Nederkwartier, prov. Utrecht, die reeds in de zestiende eeuw