faanderij , zijn längs de wanden genomnlerde kastjcs en laden tèr
ewaring der monsters graan ; ook vindt men, in de vertrekken achter
en nevens deze gaandertj, tafels met balansen, gewigt enz., ten dienste
der koornkoopers. Niet ver van deze beurs, op de kolk, staat het
Koornmetershuisje , een sierlijk steenen langwerpig vierkant gebouw,
dat ter wederzijde eenen steenen opgang keeft, met bet stadswapen
in den gevel prijkt, en boven eenen ruimen, overwelfden kelder Staat.
De meeste arbeiders en arbeidsters in granen onthouden zieh hier.
Tot het losscn en laden van grove waren en tot het inzetten en lig—
ten van zware masten, keeft men de Gro o te k r a a n , op de lioogte
van het. Kamperhoofd in het I J , die sedert het jaar 1498 bekend, in
1606 verbeterd en in 1824 geheel nieuw opgetimmerd is. Vroeger
was er nog eene Kl e i n e K r a a n , aan het Bikkerseiland , die tot het
lossen en laden van molensteenen diende, maar deze is in 1837 afgebroken.
Amsterdam had voorheen drie wagen als : de Waag op den Dam*
de St. Anthonieswaag en de Régul ierswaag. De Waag op
den Dam, de eerste en de oudste, waarvan de bouw in het jaar
1560 aangevangen en in 1565 voltooid werd, stond tegen over het
paleis, en was een hecht vierkant gebouw, van blaauwen arduin-
sleen opgehaald. Men woog er met zeven schalen,, behalve eene
schaal voor fijne waren , die midden in de Waag hing. Ter wederzijde
van de voordeur ging men, längs eenen fraaijen trap , naar het wacht-
huis voor de Soldaten. Dit trotsche gebouw wrerd echter in 1808, op
last van den Koning L o d e w i j k , gesloopt, ten einde het paleis een
ruimer uitzigt te geven. Diensvolgens werd de waag verlcgd naar de
Westermarkt in een gebouw, dat in het jaar 1619 opgetrokken was,
om tot eene vleeschhal te dienen,, en de W e ster ha 1 genoemd
Werd, terwijl het bovenste gedeelte tot een wackthuis der schut-
terij verstrekte. Later echter wederom van bestemming veranderd
zljnde, werd dit gebouw tot een kantoor van den ijk der Nederl.
maten en gewigten ingerigt. De S t. Anthonieswaag , ook wel, naar
bare standplaats op de Nieuwemarkt, de Nieuwe waag genoemd,
heeft in de. uitwendige gedaante veel van een oud kasteel, en diende
voor de laatste vergrooting der stad tot poort, dragende den naam
van St. Anthoniespoort . Het benedensle gedeelte Werd echter
in het jaar 1617 tot eene waag ingerigt, maar is thans tot een olie-
paklmis verhuurd, terwijl de bovenste vertrekken kèt The.atrum ana-
tomicum ,- het Col legium Chi rurgicum, de Ont leedplaats voor
de Hoogleeraren in de ontleedkunde , gemèenlijk deSni jkamer gehee-
ten,, èn de Stads Scherm-akademie bevatten. Ook wordt, bij open-
bare strafoefeningen , het schavot vöör dit gebouw opgeslagen , sedert het
Stadliuis op den Dam, waarvöör dit vroeger gescliiedde , in een paleis is lier-
schapen. De Regul ierswaag,opde Botermarkt, is mede eene der oiide
itadspoorten, die in 1655 gebouwd was, en de Re gul ierspoort
heette. Zij werd in 1668 tot eene stadswaag vertimmerd. Het bovenste
gedeelte , dat toen tot wachtkamer voor de. burgerij ingerigt
w.erd, dient thans tot eene provoost der schutterij. Het is een dcl’Lig
vierkant haidsteenen gebouw, dat in den voorgevel met de bude cn
nieuwè wapens der stad prijkt, en thans tot waclilhuis voor het gar—
nizoen dient. Naderhand heeft men hier de zoogënoemde K e u.l-
s e h e wa a g opgerigt, dienende om de goederen te wegen, die
door Keulsche schepen vervoerd worden. Zij bestond . voorheen in
een vlotlend huisje,. dat, aan den Buitenkant vöör het West-Indische
pakhuis aan den wal lag, en sedert 24 Augustus 1824 vervangen
is door een geboiiw, in den Binnen-Amstel op palen geheid. In
dezo waag, die om hare beknoptheid gcroemd wordt, is ook merkwaar-
dig de unster , door den bekwamen werktuigkundigen , W il l em Lik-
dermaw , vervaardigd, waaumede men 5000 pond wegen kan. Het
vlottend huisje, dat na het bouwen der Nieuwe Keulsche waag, ten.
dienste van de Amsterdamsche stoombootmaatschappij gebruikt werd ,
is nu weder door eene andere waag voor het Oosterdok vervangen,
zijnde er toen tevens eene gebouwd aan de binnenzijde der Wester-
dokslüizen en eene aan den noordwestvleugel der Nieuwehrug vöör het
openliggende gedeelte der haven.
Het Algemeen groot magazijn , voorheen het Admi ral i t e i t s
magazij n genoemd , aan den IJkant, op den zuidwesterhoek van Katlenb
u r gme t welksbouwing men den 12den September 1655 eenen aanvang
maakte, en dat negen maanden later reeds tot het gebruik , waartoe men
hetbestemde , bekwaam gemaakt was, is 62 eil. 2 palin. 2 duim. breed cn
56 eil. 6 palm. 2 duim. diep. De voor- en achtergevels zijn met zinnebeeiden,
van de scheepvaart ontleend, versierd. Längs eene steenen brug körnt
men in het portaal, en dit doorgaande komt men op eene groote vierkant«
binnenplaats , omgeven door eene gaanderij, die op 46 pijlaren rust.
Het van hardsteen opgehaalde gebouw heeft drie verdiepingen, behalve
de kelders, waarin watervaten , granaten , kogels en ander grof
ijzerwerk geborgen worden. Op de eerste verdieping vindt men de
bergplaatsen van zeilen, touwwerk, spijkers, bouten enz. Op de
beide ¡andere zijn blokken , vlaggen , kardoezen, lantaarns, kompassen,
letels en andere scheepsbehoeften geplaatst. Op de tweede verdieping
wordt bovendien eene zeil- en eene koinpasmakerij gevonden j terwijl
een gröot gedeelte van deze verdieping tot wapenkamer dient In 1791
werd dit gebouw inwendig geheel door de vlam vermeid, maar binnen
weinige : maanden was het herbouwd en even als voorlicen rijkelijk van
het benoodigde voorzien, hoewel de schade, door dit ongelukkig toeval
veroorzaakt, zeer belangrijk was. Achter dit magazijn ligt het sebeeps-
dok, binnen hetwelk de oorlogschepen , onttakeld zijnde, opgelegd
en bewaard worden. De *bij dit magazijn gelegen en daarmede ge-
meenschap hebbende Ri jkswerf, waar vaartuigen van alle grootte
van linieschepen af tot de kleinste jollen töe, vervaardigd worden ,
strekt zieh’ , van het magazijn längs het IJ , ter lengte van 424 eil.,
5 palm. 5 d. uit. De toegang der werf is door eene groote steenen
poort, • die vroeger met een fraai koepeltorentje. prijkte , nu nog van
een üurwerk voorzien is i, en in de Groote Kattenburgerstraat Staat,
even als de gebouwen , die tot de werf behooren , en waarin de woning
van den Schout-bij-nacht., de bureaux van den Equipagemeester , Onder-
equipagemeester ’ Construeteur , Onderconstructeur, Magazijmneestcr
fen Scheepsbouwmeester, alsmede de smederij , de houtplaats , de schil-
derswinkel, de becldhouwerswinkel', de blokkenmakerij , de kuiperij en
het takelmagazijn gevonden worden .Nog heeft men op deze werf12 groote
inet leijen overdekte kappen, waarvan 9 dienen , om schepen onder
te bouwen en elk een steenen kuisje liehbeD, om het hout in gereed
te maken , en de drie andere tot berging van het hout, en eenezes-
en vierdubbele kap , waarvan zes gedeelten tot aanbouw van kanonneerböten
en de vier overige tot berging van hout ingerigt zijn , voorts
eene mallen- of modellen-loots , eene mastenmakersloots , enz.
De Rij k s lij nbaan , op Oostenburg , pronkt, in den voorgevel, met
het wapen der admiraliteit onder een sierlijk feston, terwijl in de
lijst van den gevcl een leeuw met bet gcneraliteits wapen afgcbeeld is.