p o o r l of St. E u s e b i u s p o o r t , bij verkorting ook wql de S e-
b i s p o o r t geheeient, ten 0 .; de Ni euwe Wa t e r p o o r t len Z.
Deze laatste is echter reeds in het begin der vorige eeuw toegemetseld.
De St. J a n s p o o r t , die de fraaiste van alle, en in het jaar 1557
door Hertog K arbe , op kosten van de Arnhemsche burgerij , met een
roodeel en vast bolwerk versterkt was , is , even als de Rijn- en Yel-
perpoorten , afgebroken, en thans door een fraai ijzerenhek veivangen.
Tussclien de St. Jans- en Velperpoorten , liad llertog K arel den Gel d
e r s c h e n t o r e n gestiebt, die later is afgebroken en reeds vöör meer
dan eene eeuw geheel verdwenen was.. In het begin van den Spaanschen
oorlog | werd A rnhem inet onderscheidene boiwerken bevestigd , en in 1625
door Urins M a u r u s nog meerder versterkt, met eene reduit, die bij aan de
Sabelspoort deed opwerpen , en met drie voorname boiwerken längs den
Rijn. De beroemde Vestingbouwkundige M enno van K oehoorn, lieelt
almede het zijne bijgedragen om deze stad te versterken , daar hij , in het
jaar 1702, haar door onderscheidene vestingwerken omringde , onder
welke een tamelijk veruitgestrekt retranchemcnt, bestaande uit vier
aarden lunetten met eenen bedekten w'eg. Toen later de bedekte weg
en contregardes , tusschen de Sabels- en Velperpoorten , vervallen w aren ,
zijn die in het jaar 1728 weder hersteld , als wanneer men eenen
nieuwen bedekten weg , van de Velperpoort af tot aan den Rijn toe ,
en verscheiden contregardes , met watergrachlen omringd , aangelegd ,
en daarin eenige wachthuizen gebouwd heeft. Omdat de stad van de nabij
zijnde hoogten , op meer dan eene plaats kan beschoten worden, was
reeds onder de regering van Koning L o d ew ijk besloten A rnhem te ont-
mantelen ; de vestingwerken werden toen aan de stad afgestaan , waarop
men die begon te siechten en tot wandelingen aan te leggen , helwelit
onder de regering van onzen tegenwoordigen Koning , W illem 1, op de
fraaiste wijze voltooid is.
A rnhem is tegenwoordig zeer welvarende. De gestadige doortogt en
de veelvuldige bezoeken van vreemdelingen , die des zomers derwaarts
komen , om de fraaije omstreken te bezigtigen , geven aan de stad veel
vertier en levendigheid. Ook wordt zij steeds meeren meer uitgelegd,
en men ziet, langsde wallen, de singels en in de voorsteden , eene menigte
nieuwe huizen oprijzen. Zoo is tusschen den Rijn en de St. Janspoort,
längs de binnenzijde van de gracht, eene fraaije rij geheel nieuwe
huizen gebouwd, de J a n s - Si n g e l geheeten. De verbeteringen
ter wederzijde van de Yelperpoort zijn nog belangrijker, inzonderheid
aan de regterzijde , waar men vele fraaije huizen rondom een plein
heeft opgetrokken. Hoewel de stad van binnen nog een oud en omegel-
matig aanzien heeft, wint zij toch sedert eenige jaren veel in verfraaijing,
zoodat men het oude spreekwoord : de Veluwe is ecu vale hleed inet
eenen fluweelen rand, thans wel op de stad A rnhem zoude kunnen toc-
passen. Rinnen hare muren telt zij 1/00 huizen en ruim 10,000 inw.
Haar omtrek is ruim § u. groot.
Het gebouw , dat tot 1850 tot S t a dh ui s diende , bestond
reeds in 1590, en is van tijd tot tijd vernieuwd en vergroot. Zoo
werd , in 1447 , onder anderen de oude toren door eenen nieuwen ver-
vangen, en daarin eene klok, zwaar 856 ponden, gehangen j in het
jaar 1540 werd de linkervleugel er aan gebouwd , en in 1591 het nog
naast het stadhuis staande en inwendig daarmede gemeenschap hebbende
gebouw opgetrokken , om tot eene vergaderplaats van de Gedeputeerde Sta-
ten des Veluwschen kwartiers te dienen. De voorgevel van dit stadhuis
is in den Gotliischcii smaak opgetrokken. In eene kamer zag men
boven den schoorsleen voorheen het levensgroote afbecldsel van G e o r u e I ,
Koning van Grootbrittanje, door dien Vorst aan de stad ten ge-
schenke gegeven, voor het doen aanhoudeu van den beruehten Zweed-
schen Baron von G ürtz , het hoofd eener zamenzwering, ten behoeve
des Pretendenten naar den Engelschen troon , die, den 20 Februarij 1717,
op zijne vlugt uit ’s Gravenhage naar Duitschland, hier ter stede
door den vermaarden W illem Y leertman , achlerhaald zijnde , tot den
51 Julij daaraanvolgende op deze kamer in hechtenis zat, w aarnaar
dit vertrek , tot heden toe, nog de Go r t z e k ame r genoemd wordt.
In 1634 had men reeds het plan gevormd, om dit gebouw door een
ander te doen vervangen. Niettegenstaande de teekeningen daartoe reeds
vervaardigd waren door B arthel van B ussem , een bouwmeester , die daar-
voor opzettelijk uit ’s Gravenhage was overgekomen , bleef het werk
nogtans steken. Intusschen geraakte dit gebouw längs lioe meer in
verval, zoodat men, reeds voor een aantal jaren , voorzigtiglieidskalve
genoodzaakt was, het torentje af te breken. .In 1850 werd het zoogenaamde
D u i v e 1 s h u i s door de stad aangekocht, en tot een S t a d h u i s ver-
bouwd. Dit huis was omstreeks het einde der 18de eeuw, door den
vermaarden krijgsoverste M aarten van R ossem , opgetrokken, en ver-
toonde in den witten voorgevel bijna tallooze afbeeldsels van mensche-
lijke gedaanten, sommige met bokspooten, als saters, anderen als
gewapende mannen , van vele echter niets dan het hoofd. Men heeft
cvenwcl eenige reeds in 1826 weggenomen. Thans zijn nog alleen
de hoofden en borstbeelden boven de ramen der eerste en tweede ver-
dieping aanwezig j zijnde, bij de herbouwing tot een stadhuis, de
voorgevel veel vereenvoudigd en geel bepleisterd, doch in het oog van
lioogschatters der oude gedenkstukken zeer verminderd. Het voormalige
stadhuis ,. waarin nog de zittingen van het hof van assises en der regt-
bank van cersten aanleg gehouden worden , z a l, als het in aanbouw
zijnde paleis , waar het provinciaal geregtshof zijne zittingen zal houden ,
voltooid is , worden afgebroken.
Het uitmuntend nieuw opgebouwd Go u v e r n eme n t s h u i s Staat
op de plaats, waar vroeger het gebouw stond, dat het H o f v a n
G e 1 r e geheeten w'erd , omdat het ten gewoonen verblijve voor de Hertogen
van Gelderland verstrokte. Nadat Gelderland, even als de overige
Nedcrlanden, onder het bewind van Keizer K arel Y w as gekomen,
en dit gewest, in zijnen naam , door Stadhouders werd bestuurd ,
kreeg het den naam van S t a d h o u d e r s h o f , welken naam het
weder met dien van P r i n s e n l i o f verwisselde, toen de Prinsen van
Oranje Stadhouders werden. Het was een groot oud gebouw, waarvan
reeds in 1404 melding wordt gemaakt , en waaraan in 1547 een vleu-
gel gebouwd werd , naar het gebruik, dat men er van maakte, de
K a a t s b a a n genaamd, die door de Gcldersche lliddersehap met de
grootste geestdrift bezocht werd , en ten gerieve van M a u r u s , Prins
van Oranje, met een dak werd voorzien. In het jaar 1589 vloog het
h o f , door een ongeluk metbuskruid , gedeeltelijk in de lucht, waarbij
onder anderen A d o l f , Graaf van If ieuwenaar en Meurs , en Sladhouder van
Gelderland, zoodaniggekwetst werd , dat hij eenige dagen later overleed.
Eerst in 1649 werd het gebouw op ’s lands kosten w'eder hersteld ,
en met onderscheidene vertrekken vermeerderd. Het lioofdgebouw werd
in de jaren 1805 en 1804 afgebroken, en in plaats daarvan een nieuw
gebouw, zijnde het tegenwoordige Go u v e r n eme n t s h u i s , opgetrokken,
tcrwijl, in 1819 , de K a a t sbaa n en de daaraan gebouwdc hoofd-
wacht, mqde werden afgebroken , om dit gebouw te vergrooten. In