xlv v o O K # E ]) E.
wanneer er bij de eindschikking eenige wijzigingen in de grens-
sckeiding mogtenplaats hebben ,men dan zalmoetenaangeven de
plaatsen , welke daarbij aan ons Faderland toegevoegdof er van
afgenomen zijn.
Noor onze bezitfingen op de Kust ran Guinea is het ons doel-
maiig voorgekomen, ook de landen, waarin onze forten gelegen
¡ f j | ’ af z(mderW» te vermelden , als kunnende h e t, zoo voor onzen
handel als om andere redenen, van belang zijn iets nadersom-
trent de vorstendommen op die kust te weten. Zoo ook zijn
op de Oostindische eilanden, waar de Wederlanders gevestigd
z ijn , met alleen de aan ons onderhoorige, maar ook de andere
daarop bekende plaatsen behändeId , aangezien ons gezag zieh
daarhoe langer hoe meer uitbreidt,en het dus meeren meer belan-
rijk wordt, die eilanden in hun geheel naauwkeurig te kennen.
Wogten nu , niettegenstaande alle onze uangeivende pogingen,
d it ons iverk (en welke menschelijke arbeid is daarvan volkmien
vrijV) noghier o f daar eenige onvolkomenheden aankleven , dan
noodigen wij hen , die ze mogten ontdekken , ten vriendelijkste
m t , om die aan ons o f eenen onzer medearbeiders opte geven , ten
einde z e , bij eene volgende aßevering, met dankbare vermel-
dingvanhunnen naam, zoo ons d it geoorloofd z i j , aan onze in-
teekenaars te kunnen bekend maken.
JSn nu smeeken w ij H em , zonderwien ivij niets vermögen, dat
H ij ons de noodige bekwaamheid en kracht verleene,om ons iverk zoo
te voleindigen, dat het tot mit van onze medeburgers en tot meerdere
bekendwording van onzen vaderlandschengrond möge verstrekkem
H h e d a , 30 November 1837,
A. J. YAir ueu Aa.
TERKLARINGEN DER YERKORTINGEN IN DIT WERK
V00RK0MENDE :
aartspr. aartspriesterdom.
ads. resid. adsistent residentschap.
afd. afdeeling.
akk. akkers.
amb. ambaclit.
amb. heerl. ambachtsheerlijkheid.
A. P. Amsterdamsche peil,
arr. arrondissement.
arr. hoofdpl. arrondissementshoofdplaats.
bisd. bisdom.
bund, bunders,
b. buurt.
buursch. buurschap.
cler. clerezij.
comm, communicanten.
dek. dekenaat of dekensehap.
dep. département,
distr. distrikt.
doopsg. doopsgezinden.
d. dorp.
droogm. droogmakerij.
eil. eiland.
eil. gr. eilandengroep.
eil. eilen.
Ev. Luth. Evangelisch-Lutherschen.
fakt. faktorij.
geb. geboren.
geh. gebucht.
gem. gemeente.
gemet. gemeten.
gen. genaamd.
gl. guldens.
gouv. gouvernement.
sriet, ffrietenii.
gr. groep.
grooth. groothertogdom.
heerl. heerlijkheid.
H. of HH. Heilige of Heiligen.
Herst. Luth. Herstelde-Lutherschen.
Herv. Hervormden.
H. E. H. G. Hoog-Edel Hoog geboren,
h. huizen.
HEGM. Hunne Edele Groot Mögenden,
inw. inwoners.
Jans. Jansenisten.
kant. kanton.
liant, hoofdpl. kantons hoofdplaats.
kast. kasteel.
katoenpl. katoenplantaadje.
klass. lilassis.
kl. klein.