daar de sluizen echter gcsloten bleven , kwam het aangevoerdc water
weldra tot den horizontalen stand , en de hierdoor veroorzaakte klim-
ming was op allé plaatsen , waar de •waarnemingen gcschied zijn ,
nagenoeg éveil groot.
De opkomst en eerste aanwas van A msterdam is geheel in het duister
bedolven. Het meest algemeene gevoelen is , dat zij van zeer geringe
beginselen aangegroeid zij , en aanvankelijk geen bijzonderen naam geliad
liebbe, tot dat zij allengskcns aangewassen, vermoedelijk niet vöor de
dertiende eeuw, den naam van A mstelredamme (dat is A msteler-dam) heeft
aangenomen. In eenen Latijnschen brief, in het jaar 1103, door B u rc -
u a r d den drie en twintigsten Bisschop vciu Utrecht} gegeven , wordt van
zekeren W o l f g e r , Schont van A (bestelle , gesproken ; maar het is
onzeker, of men, door dit A m e s t e l l e , eene liebouwde plaats of wel het
Land der Heeren v as A mstee moet verstaan. Evenmin moet het
verhaal van M elis S toke , dat de Kennemers omtrent het jaar 1203
Aemstel sine vesten in brand staken , op A msterdam toegepast worden ,
want het blijkt uit andere schrijvers, dat hierdoor het slot te
Amstel bedoeld wordt. Zeer waarschijnlijk is het echter , dat om-
streeks dien tijd reeds eenige lieden , vermoedelijk visschers , zieh,
in de nabijheid van den Amsteldijk of den dam, die reeds in den
aanvang der dertiende eeuw lag, ter plaatse, waar nu de Papenbrug
ligt, gevestigd hebben.
F lo r is de V , Graaf van Holland, spreekt, in het oudste bekende
handvest van A m s t e r d am , dat in het jaar 1273 gegeven is , van
homines maventes apud Amstelredamme dat is : lieden die bij Amsterdam
lmn verhlijf- hielden. Het plaatsje, het möge een vlek, een dorp
of slechts maar eene bunrt geweestzijn, was toen a l , naarhetschijnt,
tamelijk in aanzien töegenomen, want uit hetzelfde handvest blijkt,
dat de Amsterdaiümers , tot vergoeding van zekere schade , hun doör
s Graven volk aangedaan , verlof kregen , om hunne eigene goede-
ren tolvrij éoor het geheele land te voeren. De schamele visschers waren
dus toen reeds welvarendebinnenlandsche kooplieden geworden, of leg-
den zieh ten minste zoo wel op den handel als op de visscherij toe.
A msterdam i s v i j fm a l e n v e r g r o o t g e w o r d e n , e e r z ij h a r e t e g e n w o o r -
d ig e g e d a a n t e v e r k r e g e n h e e f t , a l s d e e e r s t e m a a l in h e t j a a r 1482,
t o e n d e s t a d n i e t a l l e e n n i t g e l e g d , m a a r o o k m e t m u r e n e n t o r e n s
o m r i n g d w e r d ; d e tw e e d e v e r g r o o t i n g w e r d i n h e t j a a r 1383 b e g o n n e n ;
m e t d e d e r d e m a a k t e m e n i n h e t j a a r 1393 e e n e n a a n v a n g : d e v i e r d e
w e r d i n h e t j a a r 1612 e n d e v i j f d e in h e t j a a r 1638 o n d e r n o m e n . Bij
d e z e l a a t s t e v e r g r o o t i n g v e r k r e é g d e s t a d v a n b u i t e n o m t r e n t d e z e l f d e
g e d a a n t e , d i e z ij n o g t e g e n w o o r d ig h e e f t , b e h a l v e d a t z ij v a n d e l a n d -
z i jd e m e t w a l l e n o m g e v e n w a s , w e lk e vöör e e n ig e j a r e n t e n d e e l è
g e s i e c h t e n i n a a n g e n a m e w a n d e l p l a a l s e n h e r s c h a p e n z i j n .
Voorheen was A msterdam vooral om hare ligging zeer sterk t e
achten , alzoo het land om de Stad door middel van verscheiden slui-
zen ligtelijk onder water kan worden gezet. Na de laatste uitlegging
is de stad binnen hare muren met aanzienlijke grachten, fraaije stra-
ten en nog onderscheidene uitmuntende openbare gebouwen versierd.
Aan den IJkant is zij met geene muren, wallen noch bolwcrken, maar
gedeeltelijk: met palen omringd.
In 1829 zijn aan die zijde van A msterdam , twee havens aangelegd
cn sedert voltooid : de eene genaamd het 0 o s te r d o k , welks dijk
eenenaanvang neemt, tegen den Diemerdijk bij Zeeburg , ongeveer 2000
eilen van de stad , terwijl hij , met insluiting der eilanden O o s t e nb
ü r g , W i t t e n b u r g en K a t t e n b u r g , benevens het dok
der marine , aan de kraansluis eindigt, bevattende eene lengte van
ongeveer 4300 tot 4600 eilen ; de andere genaamd het We s t e r -
d o k , welks dijk eenen aanvang neemt tegen den Sparendamschcn
zeedijk , ongeveer 600 eil. van de stad , van waar hij , inet insluiting
van het B i k k e r s - , het P r i n s e n - , en het R e a a l e n e i -
l a n d , eindigt aan de Nieuwe Haarlemmersluis, bevattende eene lengte
van ongeveer 2000 tot 2100 eil. Beide deze havens zijn in de haar
omgevende dijken met kapitale zeesluizen voorzien , en kunnen voor-
taan tot eene veilige ligplaats voor groote schepen dienen. Omtrent
terzolfdor tijd is men achter de Oosterhaven begonnen een voortrelle-
lijk entrepotdok aan te leggen , welks omlrek men nu bereids eene
kleine stad van enltel pakhuizen zoude kunnen noemen, waarvan het getal
nog van tijd tot tijd vermeerderd wordt. De invaart in genoemd
entrepotdok uit de Oosterhaven, eeniglijk door de Scharbiersluis plaats
vindendc , wordt nu (in 1838) door nog eene geheel nieuwe schutsluis van
eene veel grootere uitgebreidheid, voorzien, ten einde de schepen geladen
uit en naar zee, tot en van de pakhuizen aan en af te voeren.
Het open gebleven gedeelte tusschen de beide nieuwe havens van
A msterdam wordt met drie boomen afgesloten , de K r a a n s - , de
N i c u w e - b r u g s - en de Ha a r l em me r b o om genaamd.
De dijken om voornoemde havens worden , bij günstig weder , veel
door de inwoners van A msterdam bezocht, om zieh met het fraaije
gezigt op het IJ te verlustigen ; terwijl zieh bovendien , binnen de stad
in de Plantaadje , .längs den Buitenkant, het NieuWe-werk (de voor-
malige wallen of zoogenaamde schansen) , de Heeren- en Keizersgracliten,
den Singel enz. en daar buiten längs den Amstel, den Overtoom ofde
fraaije Buitensingels ruimschoots de gelegenheid tot wandelen aanbiedt.
Een ander vermaak voor de Amsterdammers bestaat in het varen
met speeljagten en boeijers , zoodat onderscheidene inwoners een der-
gelijk vaartuig in eigendom bezitten , waarom men dan ook hier drie,
met palen en boomen afgesloten jagthavens heeft, waarvan twee aan den
IJkant en een in den Amstel tegen de groote Amstelbrug. De eigenaars
der jagten zijn gewoon jaarlijks in de maand Augustus, het eene jaar
op het IJ , en het andere jaar op den Amstel, in orde eene spele-
vaart en een spiegelgevecht te houden , als wanneer de jagten onder
eenen Admiraal, eenen Yice-Admiraal en eenen Schout bij nacht geschikt
worden, hetwelk men Admiraalzeilen noemt.
A msterdam heeft thans in hären geheelen omtrek binnen de stad,
eene oppervlakte van 760 bund. 41 v. r. 46 v. e. Zij tclt acht
poorten als: drie aan de westzijde, de Haar lemmerpoor t ,
het Zaagmolens- en het Raampoor t je, twee aan de zuidzijde,
de Leidschepoort en het Weter ingspoor t je en drie aan de
oostzijde, de Ut recht sche- , de Weesper - en de Muider-
poort . Drie dezer poorten, de Leidsche- de Utrechtsche- ■, en
de W e e s p e r p o o r t , zijn sierlijke gebouwen, en de beide laatste ge-
genoegzaam van eenerlei gedaante. De H a a r l e m m e r p o o r t , die de
fraaiste van allen en in 1617 gebouwd was, is in het jaar 1837 afgebroken
en wordt door eenen nieuwen toegang vervangen, zoodat deMui derp oor t ,
die in 1771 gebouwd en alzoo de nieuwste is , thans met het volste regt, de
fraaiste kan genoemd worden ; het Zaagmo le n s- , het R a a a m- en het
W e t e r i n g p o o r t j e zijn slechts uitgangen onder de wallen door , en
alleen voor voetgangers bestemd; hoewel de boomen, w'aarmcde zij afgesloten
zijn. wel eens geopend worden om wagens en karren van molenaars