108 ALP.
dat liare vijaiiden reeds tot Leyden genaderd waren, brak heimdijk
het beleg voor Haarlem op , en sloeg zieh met haar leger te Alphen
neder, waar de Kabeljaauwschen, onder aanvoering van J an van U it -
icerken , wiens vader bevelliebber van Haarlem was ,, op den laatsten
April zoo raauw ontvangen werden, dat i zij na eenen langdurigen
en hardnekkigen strijd , waarin vrouw J acoba zelve de hären aanvoer-
de, met groot verlies op de vlugt geraakten , en , tot voor .de poorten
van Leyden vervolgd werden, van welke stad alleen vijf en tachtig
burgers op het slagveld bleven; waaruit men kan opmaken hoeveel er
in het geheel gevallen ziju r hetgeea dan ook door sommigen op wel
300 begroot wordt.
In 148» geraakten de Kabeljaauwschcn, onder Jo«an van R anst ,
Markgraaf van Antwerpen hier weder slaags met de Hoekschen , onder
R e im e r van B roekiwizen j welke laatste op de vlugt gedreven
werden.
Toen de Spanjaarden in 1375, het beleg van Leyden, ondernamen
wierpen zij te A lphen eene verschansing op, die zij echter bij het na-
deren van Graaf L o d ew ijk van N assad , weder moesten verlaten, waarop
deze verschansing geheel veruietigd werd. Maar in het volg.ende jaar
kwam de vijand terng, nam , na het verslaan der hier liggende Staatsehe
troepen, het dorp weder in | en wierp de verschansing ander-
maal op.
Een zware hrand, die hier tenjare 1619 in eenen olicmolen uit-
barstte, verspreidde zieh zuid- en noordwaarts zoo fei, dat in weinig
tijds niet alleen de molen, maar ook de fraaije kerk en bijna het ge-
heele dorp aan kolen gelegd werd. Door dezen brand, alsmede door
de toen plaats gehad hebbende overstroomingen , het gedurig doortrek-
ken van krijgsvblk en het sterke deel, hetwelk dit dorp genomen had
in toerustingen tot eenen togt buiten Utrecht, was de gem. zoo. fei ge-
teisterd, dat zij aan de Staten verzoclit, om voor een jaar vrijgesteld
te worden van de opbrengst harer belastingen, zijnde de ingezetenen
daardoor naauwelijks in Staat, om het noodige tot herbouw der kerk en
afgebrande woningen bijeen te brengen. Omstreeks honderd jarendaar-
na, namelijk op den 5 September 1716,ontstond er anderwerf een zw are
brand in de grutteräj van het dorp, die almede tot onderscheidene
andere gebouwen oversloeg en alzoo 23 huizen vermeide.
Bij het doortrekken van het vliegend legertje, in de woelzieke da-
gen van het jaar 1787, vielen te Alphen, waar de partijen zeer op elkander
verbitterd waren , groote onaangenaamheden voor, die tot spoor-
bijstere uitersten oversloegen, welke in hooge mate ten huize van den
Heer de S upervieee gepleegd werden. Na de verandering van zaken in
dat jaar , strekte Alphen voor eenen körten tijd aan den Hertog van
B r u n sw ijk ten hoofdkwartier, waar hem eene bezending uit hun Hoog
Mögenden, bestaande uit de Heeren van S paen van I I ahdestein en W as-
senaer van S panbroek , kwamen bedanken, voor de betoonde inschikke-
lijkheid, om geen krijgsvolk naar ’s Gravenhage te zenden.
• Toen in het jaar 1813, na het vertrekken der zoogenaamde Gardes
d’ honneur, de gehuwden tot leden der Nationale garde bestemd , en
als zoodanig opgeschreven werden, waardoor men voor uittrekken be-
gon te vreezen, waren het vooral de in w. van Alphen, Oudshoorn en
* Äarlanderveen, die, in eene vlaag van wanhoop , tegen dezen maatregel
opstonden, de lijsten der krijgsopschrijving verscheurden, en zelfs op
Leyden aanrukten , waar het gemeen hun de poorten opende, maar
ook weldra door onbesuisde handelwyze toonde, zonder eeu welberadeu
ALP. 109
aanvoerder, geheel plan- en doelloos te werk te gaan , zoodat delandlicden,
na een kort verwijl, de stad verlieten, terwijl een enkele hunner later
deze daad van wanhoop met zijn hoofd boeten moest. Op het einde
van dat jaar was dit dorp de eerste plaats in ons vaderland, waar de
Oranje vlag op den toren werd geheschen.
A lphen wordt gezegd de geboortepl. geweest te zijn van den ver-
maarden historieschrijver W illem H eda. Ilij was geheimschrijver van
Iieizer Maximiliaan , en werd door hem in gezantscliappen gebezigd.
Nadat hij het geestelijk gewaad had aangetrokken, werd hij Proost en
Aartsdeken te Arnhem, en naderhand verheven tot Deken der proostdij
van St. Jan te Utrecht. Hij f te Antwerpen in 1623, na het leven
der Utrechtsche Bisschoppen, tot het jaar 1324 beschreven te hebben.
Ook woonde hier weleer zekere G ideon van J aarsveld , die muntmees-
ter van West-Friesland geweest is, en door W'ien de scheepjesschellin-
gen in 1679 gemunt zijn.
ALPHEN, d. in het Land-tussclien-Maas-en-Waal, prov. Gelderland,
kw., a r r., distr. en 6 j u. W. ten Z. van Nijmegen , kant en 3 u.
Z. W. van Druten, gem. en 2 n. van Appeltern, 9 j u. van Arnhem ,
aan de Maas, 31° 49' 51" N. 1K , 23' 8' 23" 0. L. Tot dit d.
behooren de geh. de Ni euwe s c h a n s , h e t Hoofd, Gr e f f e l i n g ,
d e n Ha ag, Ke r k e i n d , Mo l e n e i nd e nMo o r t h u i z e n , alsme-
dc een polder 700 bund, groot, die ’s winters altijd onder water
Staat, en waartoe de droogwording van liet vroeg of laat open-
gaan der sluizen en het vallen der rivier de Maas afhangt, loopende
het dikv/ijls de maand Junij u it, eer hij geheel van het kwel- en regenwater
ontzet is. Op dezen polder Staat 6en watermolen. A lpiien maakte voor-
heen met zijne onderhoorigheden, die gezamenlijk 831 bund. 65 v.
roed. en 65 v. eil. beslaan, eene afzonderlijke gem. uit, maar is in
1818 met de gem. Appeltern vereenigd.
De Herv. , die hier slechts 33 in getal zijn, hebben eene kerk ,
welke tot de gem. Maasbommel, behoort. De R. K. statie , die men
tot het vik. van het voarm. bisdom van Roermond, dek. van Druten,
rekent en mim 700 zielen telt, heeft eene kerk, welke door eenen Pas-
toor bediend wordt. Yoorts zijn hier eene school, met een gemid-
deld getal van 70 leerlingen, 139 h. en ongeveer 800 inw. , wier voor-
naamste middelen van bestaan , de landbouw en veeteelt zijn.
ALPHEN oudtijds A l fh e im , d. in de Baronie van Breda, prov.
Noord-Braband, arr. en ruim 4 u. Z. O. van Breda, kant. 3^ u. Z.O.
ten O. van Ginneken, distr. en 4f u. Z.O. ten Z. van Prinsenhage,
gem. Alphen-en-Riel 1 u. N. van Baarle-Nassau en even zoo ver van
de Belgische grenzen.
Dit dorp is zeer oud, want in 711 vindt men daarvan reeds gewag
gemaakt, gevende E ngelbrecht , een Saalfrankisch edelman, op den
20 Junij van dat ja a r, A lfheim aan den H. W ill eb rord us, die het in
726 bij uitersten wille aan de abdij van Echternach maakte, door welke
h e t, na verloop van 4£ eeuw, onder eenen jaarlijkschen cijns , over
gegeven werd aan het klooster van Tongerloo. Naderhand is A l phen
, gekomen aan de Heeren van Breda ; want G odevaart II., Heer van
Breda , gaf in het jaar 1216 de Ho.eve v a n N i c uw l a n d t , die tot
Alphen behoorde , aan het klooster van Tongerloo. En A rnout van L oven
benevens E lizabeth , zijne huisvrouw , Heer en Vrouw van Breda , schon-
ken aan hetzelfde klooster ten tijde van J an van B eblaer , dertiendon
Abt, ten jare 1280, zestig bunderen in bosschenen woeslijnen, gelegen
tusschen de hoeve van Nicuwlandt en het boscli der Tempeiheeren. On