melijk aan J a k o b v a n G a a s b e e k , broeders ,zoon van meergemelden W i l l
e m . Alle die heerlijkheden , benevens de daaraan onderboorige leenen ,
in 1440, door gezegden J a k o b , aan bet Sticht overgedragen zijnde,
stonden daarom onder den naam van Gaasbeeksche leenen bekend.
Thans is Abcoude verdeeld in twee ambachtsheerl., die ieder eene bur-
gerlijke gem. uitmaken , namelijk A b c o u d e - P r o o s t d i j e e n -A a s d o m en
A b c o u d e -B a a m b r u g g e (zie beide hieronder afzonderlijk behandeld).
De kerk van A b c o u d e , staande op het grondgebied van Abcoude-
Proostdije-en-Aasdom , is eene fraaije en groote kruiskerk met eenen
hoogen toren en twee klokken. Aan het koor staat eene prächtige
tombe , door eene der Ambachtsvrouwen tot eene bijzondere bcgraaf-
plaats opgerigt. Voor de Hervorming was zij aan de H. I I . C o sm u s en
D am i a n u s toegewijd, en er waren daarinvan ouds verscheidene altaren en
vikarijen gesticht. Yolgens sommige handschriften. zoude zij onder
den Koor- Bisschop van Utrecht gestaan hebben • in andere wordt gezegd,
dat de Proost van St. Jan er het bewind over had. In hetbeginder
vorige eeuw sloeg de bliksem in den toren dezer kerk, zoodat de
spits of kap geheel afbrandde ; • maar kort daarna werd zij weder
op menw herbouwd. Na de Reformatie is de kerk in gebruik
bij de Herv. gem. , die tot in het jaar 1633 met die van Baam-
b rüg ge gecombineerd was, en tot eersten Predikant had A n d r i e s
O o s t e r b e e k ; na de sclieiding dezer beide gemeenten was de eerste
Predikant te A b c o u d e A r n o l d u s S c h o o n h o v e n . Thans behoort zij tot
de klass. van Utrecht, ring van Mijdrecht, telt 400 zielen, wordt
door eenen Predikant bediend, en beeft een vrij beroep. De statie
der R. K. , die hier mede eene kerk hebben, behoort tot het
aartspr. van Holland-en-Zeeland, dek. van Amstelland, en telt
442 comm. Vroeger stond hier een regthuis, dat zoowel voor de
gem. Ab c o u d e - B a a mb r u g g e , als voor Ab c o u d e - P o o s t -
d i j e - e n - Aa s d om diende, en met het wapen van het kapittel
van S t . P i e t e r en dat van L e L e u d e W i l i i e m pronkte, terwijl het ei-
genlijke wapen van A b c o u d e , in bet midden tusscben beide gevonden
werd. De vergaderingen dier beide gemeentebesturen , worden thans ge-
houden in de logementen, waarvan een onder Ab c o u d e-Baambrugge
en een onder Abcoude-Proostdije-en-Aasdom gevonden wordt.
Er is hier eene dorpscbool, en A b c o u d e heeft met Baambrugge een
depart. der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, dat den 1 November
1824 opgerigt is en 23 leden telt. De paardenmarkt, die op den
laatsten Donderdag in Augustus gehouden wordt, is zeer beroemd.
Dit dorp heeft vele rampen ondergaan zoo in de binnenlandsche
oorlogen als in die, welke de Utrechtschen tegen de Holländers gevoerd
hebben. Den 7. November 1672 zonden de Franschen, die toen meesler
van Utrecht w aren , een hoop krijgsvolk derwaarts, dat in het holsle
van den nacht het dorp op verscheidene plaatsen in den brand stak
en de inwoners op de vlugt dreef, in weerwil van de bezetting op
bet kasteel, die te zwak in getal was , om dien post te kunnen verlaten ,
maar door seinschoten de noodzakelijkheid van bijstand aan de omge-
legene plaatsen deed kennen , hetgeentengevolgehad, dat dadelijk uit de
stad Weesp eenig volk aankwam, hetwelk, daar de Franschen reeds
vertrokken waren, de brand in de kerk benevens eenige huizen , die reeds in
vlam stonden, bluschte, zoodat nog een derde gedeelte van het dorp
behouden bleef, en toen de vijand den 30. November terug kwam, om
het nog staande gedeelte insgelijks in de ascli te leggen , bood de be-
zelting van het slot, die inmiddels versterking bekomen had , zoo veel
tegenweer, dat de vijand genoodzaakt was, met achterlating van ver-
seheidene gevangenen, onverrigter zake terug te keeren.
ABCOUDE (SLOT VAN), voorm. kast. in het Nederkwartier der pröv.
Utrecht, arr. en ruim 5-£u. N. van Utrecht, kant. en ¿u, N. van Baam-
brugge, gem. Abcoude-Proostdije-en-Aasdom , ( n . Z. van Abcoude , aan
den Krommen Angstei, in eenen weeken moerassigen grond. Hetkomtin
oude bescheiden onder den naam van A b e k e w a l d a voor, en is in alonde
tijden een der sterkste kasteelen van het Sticht van Utrecht geweest,
Het is onzeker door wien bet gesticht en bewoond zij , maar het zal waar-
sehijnlijk gebouwd zijn door de eerste Heeren v a n A b c o u d e die zeer mag-
tig waren, en het regtsgebied Vöerden over een groot gedeelte van Utrecht.
Dit slot, dat men onder de open sloten van het sticht van Utrecht
rekende, werd in 1268 door G i j s b r e c h t v a n A m s t e l , den vierden van
dien naam die, aan het hoofd der op den adel en de geestelijk-
hpid misnoegde Kennemers, in het sticht van Utrecht Was gevallen
na het opbreken van het beleg voor het slot te Vreeland , verbrand.
Het behoorde dus toen reeds aan den Bisschop van Utrecht, van wien
Heer G i j s b e r t v a n A b c o u d e het ter leen had ontvangen. Maar omtrent
het jaar 1300 is het overgegaan aan die van Z u y l e n ; hebbende Z w e -
d e r oi A s s u e r u s v a n Z u y l e n , die het in 1328 herbouwde-, het bij
huwelijk, zoo het schijnt, verkregen van die van A s s e n b e r g h , voerende
eenen zwarten wolf in ’t zilver, hetgeen sommigen het oude
wapen van Abcoude noemen. In later tijd , toen gemelde Hiser
Z w e d e r , W i l l e m IV , Graaf van Holland eenige hulptroepen toe-
gezonden had, werd dit slot, in 1543 , door Bisschop J a n v a n A r k e l
weder belegerd en ingenomen , als wanneer Z w e d e r , te gelijk met
zijnen zoön G i j s b e r t v a n A b c o u d e - , zieh genoodzaakt zag met den Bisschop
een verdrag aan te gaan , waarbij zij , onder anderen, afstand deden van.
eenige hun toekomende regten, en zieh verbonden om den Bisschop-
bijstand te verleenen tegen alle degerien die hem hinderen willen of
wolden. Misschien is het S l o t v a n A b c o u d e ook te teilen onder de
zeventien Hoeksche sloten, welke, omtrent dien tijd, door de Kabel-
jaauwsehen zouden verwoest zijn. J a k o b v a n G a a s b e e k , , Heer van Putten
en Strijen , dien men, om zijnc onderscheidene verrigtingen , in onze
vaderlandsche geschiedenis, vermeld vindt, Heer van A b c o u d e geworden
zijnde , bekende, in het jaar 1412 , deze Heerlijkheid benevens
het slot, van het Sticht van Utrecht ter leen te houden , maar later
de Utrechtenaars , tegen hären Bisschop R u d o l p h v a n D i e p i i o l t , dien zij
uit de stad gedreven hadden, bijgestaan hebbende, en bij ’s Bisschops
terugkomst binnen de stad gevangen genomen zijnde , zag hij zieh genoodzaakt
, alle zijne heerlijke goederen in het Sticht, aan de west-
zijde van den IJssel gelegen, af te staan , behoudende alleen het vrucht-
gebruik daarvan gedurende zijn geheele. leven. In vervolg van tijd.
hebben de Holländers het weder veroverd en ingehouden tot in 1490,
wanneer Bisschop D a v i d v a n B o u r g o n d i ö het van die van Amsterdam
terug kreeg , en sedert heeft het ter woonplaats van de Maarschalken
van het Nederkwartier verstrekt, die daarom dikwijls Maarschalken,
van Abcoude genoemd werden ; ook heeft men er somtijds eenig krijgsvolk
in gelegd om de inlandsche onlusten te stuiten. In 1527 kwamen
eenige Stichtsche roovers, die den Gelderschen toegedaan waren , naar
dit slot, waarop de Bisschop kort te voren eenig volk had doön leggen.
Het gerucht van de aannadering dezer benden bragt de boeren in het
geweer , waardoor de struikroovers zoo bevreesd werden , dat zij zieh
liever aan de bezetting wilden overgeven , dan in de handen der onge-
nadige boeren vervallen. Graaf J o i i a n M a u r i t s v a n N a s s a u , in Augustus