en alzoo , Indien zulks noodzakelijk was , ook voor lagere prijzen af-
zetten. De Compagnie had daardoor, als het wäre, de magt in hangen
, om de markt te bepalen, en voorzag 0111 die reden ook bijna-
geheel Europa van deze voortbrengselen. Nadat Engeland zieh uit-
sluitend de heerschappij op het Indische- schiereiland verzekerd , en a ide
voortbrengselen en dat land aan zieh cijnsbaar gemaakt h e e ft, is
deze handel echter, voor het grootste gedeelte, in de handen van die-
natie overgegaan. De voornaamste waren, die van gezegde kusten
naar Europa vervoerd worden, zijn : katoen, peper, sa lpeter, verw-
h o u t, gomlak , boräx, sandelhout, suiker , katoenen- en zijden stoffen ,
shwals enz.
Ook de handel op China is voor ons niet meer zoo voordeelig als
eertijds , uit hoofde dat de Engelschen de waren , die zij uit China
voeren , met voortbrengselen van Bengalen betalen, en dus zoowel op.
afzending als retour winst behalen , hetgeen geenszins hei geval is met
onze kooplieden , die verpligt zijn het grootste gedeelte der Chinesche
koopwaren met baar geld te- voldoen, en dus alleen uit het retour
de inkomsten hnnner uit- en te huisreis moeten vinden. Ook is-
deze h a n d e l, te onzen opzigle , ook nog beperkt geworden door het
ruimer aandeel dat andere natien daaraan genomen hebben. De
goederen, die uit China gehaald. worden , zijn : thee, suike r, nankin,.
koper, borax, aluin, kwikzilver, porselein ,• verlakte waren, kaneel,
rabarber , muskus en ondersebeidene droogerijen. De koopwaren,
die derwaarts gevoerd worden, zijn: katoen; lakens en andere stoffen
, glaswerk, vossen-, otter- en bevervellen , sandelhout enz.
De handel op Japan i s , behalve aan de Chinezen , alleen aan de
Nederlanders toegestaan , die eene factorij hebben op het eilandje
Desima, zijnde een uithoek van de stad Nangasaki. Sedert het ja a r
1 6 0 9 , hadden d e onzen eene löge op Firando, maar nadat zij , in
1 6 o 9 , veel bijgedragen hadden, om aan de Portugezen, -met welke
zij toen in oorlog waren , het land te doen ontzeggen, zagen zij zieh
twee jaren later zelven genoodzaakt, de plaats te gaan innemen, welke
de Portugezen verlaten hadden , zijnde het gezegde eilandje Desima,
dat de ‘gedaante heeft van eenen uitg'espreiden waaijer. Op dil eilandje
staan niet slechts de woningen van het- Opperhoofd en verdere
Nederlandsche beambteu, maar ook eene reeks van pakhuizen, to t
berging der aangebragt wordende lad: r,e u ; vooits een intrek of ver-
blijf voor de Opperbanjoozen, de Ottona’s , de Kasserosseri, de Tolken >.
de Beambten der geldkamer en voor de verdere japansehe bedienden,-
wijders een groote vlaggemast, en eindelijk, sedert 1 8 2 5 , eene botanische
tu in , welke meer belangrijk dan uitgebreid is. Dit alles Staat,
als het wäre, opeengedrongen op eene oppervlakte, die sleehts vijf en
zestig roeden lang en achtlien breed is , maar draagt niet te min den
wijdschen titel van f a c t o r i j v a n d e n N e d e r l a n d s e h e n h a n d
e l i n h e t r i j k v a n J a p a n . De Nederlanders halen van däär;
kam fe r, verlakte waren en vooral k o p e r, en voeren aldaar hunne
koloniale en andere waren in.
Ingevolge het regiement op het beleid der regering, van het Justi-
ciewezen, den handel en de scheepvaart voor de kolonie Suriname,
gearresteerd den 21 Julij 1821, mag de handel en vaart op en van
deze kolonie alleen geschieden uit- en naar het Moederland, zoo dat
alle de daar gewonnen wordende produeten nergens, dan onmiddellijk
naar de Nederlandkh mögen worden gezonden, en alle behoeften en
ware.n, voor de kolonie benoodigd , alleen uit het Moederland derwaarts
mögen worden aangebragt ; waarvan echter uitgezonderd zijn
de Noord-Amerikanen, aan welke de vaart op Suriname, overeenkom-
stig de toen besl.aande inrigtiogen , is vergund gebleven; en de inge-
zetenen der Nederlandsche West-Indische eilanden, aan welke dezclfde
regten als de Noord-Amerikanen zijn toegestaan. Volgens de deswege
bestaande Verorderungen mögen de Noord-Amerikanen niet anders van
deze kolonie uitvoeren , dan -. oud k o p e r, tin of lood, alsmede ta b a k ,
en het hoofd product van uitvoer melassie. De goederen, waarvan
de invoer, met Noord-Amerikaansche schepen w-ordt toegelaten, z ijn :
aardappelen en andere aardvruchtcn , b e s ch u lt, blorn (fijn ineel) ,
boomvruchten, gevogelte, hoornvee, houtw a re n , kaarseii van sperma-
cetie, muilezels , olie van spermacetie of traan , paarden , peulvruch-
te n , rijst, schapen, tabak in b lad en , vark en s, visch en vleescb, de
beide laatste artikelen gedroogd, gerookt. gezouten of in pekel. Naar
DE Nedeelandes worden van Suriname uitgevoerd : su ik e r, koffij , ka-
tö e n , cacao, indigo, melassie, r um, oranjeschillen, tonka , gom ,
kwassiehout, wormbast, aroroot enz. Het meerendeel der koloniale
produeten wordt naar A m s t e r d a m uitgevoerd, een veel kleiner gedeelte
gaat naar R o t t e r d a m , terwijl een nog geringere boeveelheid
naar M id d e lb u rg gebragt wordt. Men berekent den geheelen uitvoer
naar de Nkderiasden op 70 , hoogtens 80 scheepsiadingen. De invoer
bepaalt zieh alleen to t de koloniale consumtie, maar is , naar de
hoeveelheid der bevolking, ongemeen groot. Van de Nederiahdeh
worden ingevoerd allerhande soorten van levensmiddelen , gezamenlijk
provision geheeten, bestaande in -. zoo gedroogde, gezoutene , gerookte,
ino-elegde als versehe eetwaren , Rranken, wijnen , bieren, likeuren ,
mmerale wateren enz. ; alle mogelijke mans- en vrouwenkleedingstuk-
k e n , welke veelal gemaakt uit de Nederlanden komen ; verder alle be-
denkelijke meubilaire goederen, zilver-, aarde- en glaswerken ; overi-
gens allerhande soerten van modewaren, galanterien, bijouterien,
toilet-artikelen, verlakte goederen, bronswerken, niuzijk en muzijk-
instrumenten; alle keukengereedschappen, van koper-, ijzer-, tin -,
hlik- en aardewerk; p.aardentuigen, zadels e n z .; ook nog geconsig-
neerde plantaadje-behoeften, zoo als: stoomwerktuigen, suiker- en
disteleerketels ; bouwmaierialen , als: mopsteenen , k a lk , c ement, vloer-
steenen of plavuizen , koper- en ijzerwerk ; gereedschappen voor den
veldarbeid, alsmede voor molenmakers, timmerlieden en mctselaars ;
verfolien , hoepels, linnen voor koflij en katoenbalen ; en eindelijk :
uitrustingen voor de slaven, a ls: bont lijnwaad , duffels, waakjassen,
hoeden, messen, scharen, kämmen, scheermessen , tonteldoozen enz.
De handel op Curacao en de verdere West-Indische eilanden is geheel
en al verloopen , en sedert het ja a r 1795 is dit eiland, als
het ware, van Nederland in wederkeerige betrekkingen afgescheurd ,
en heeft de aanvoer van goederen uit het Moederland geheel opgehou-
den , zoodat er tegenwoordig ieder ja a r slechts eene kleine brik komt.
De uitvoer is buitengemeen gering, en beslaat slechts in : cabriethui-
den en eenig siecht v e e , gedroogde oranjeschillen en zout. De
voornaamste invoer beslaat u i t : gezouten vleesch, spek en v isc h ,
tarwemeel, aardappelen, ruwe suiker , b ro o d ,' ta b ak , roode w ijn ,
maderawijn , brandewijn , jenever en rum.
In de handel op de kust van Guinea, die groötendeels in handen
der Europeanen i s , had ons Vaderland vroeger een aanzienlijk d e e l,
thans is hij echter van minder belang. De uitvoer bestaat in goud
en ivoor , waartegen allerlei Europesche fabrijkwaren , speelgoed, ko-
ra le n , kru id , löod en bijzonder brandewijn worden ingeruild.