grootste feest der Bahau’s , het dangei, slechts eens in de drie of
vier jaren, uit gebrek aan middelen.
De bandigheden, die den stammen voor de aanraking met andere
en hoogere beschaving eigen waren, zijn onder de Mahäkam-Kajan’s
veel beter bewaard gebleven dan bij de Mendalam’s. Bij dezen
vindt men nog slecbts sporen van vroeger weven en van kunst-
vaardigheid, om met de naald om te gaan; aan den Mahäkam
weven de vrouwen een groot deel van haar eigen kleeding en die
der mannen en borduren bovendien deze veel beter dan die aan den
Kapoewas. Door de schaarschte van kralen kunnen echter de hier-
mede gemaakte patronen niet wedijveren met die van den Menda-
lam. De mannen aan den Mendalam verloren veel van hunne vaar-
digheid in het smeden en de enkele bij hen nog gesmeede zwaarden
zijn van geringe hoedanigheid. Aan den Bloeöe smeedt men wel geen
ingelegde zwaarden, maar zij zijn goed bruikbaar. Hoewel de kern
van het geloof bij beide gelijknamige stammen dezelfde blijft, is
de uiting daarvan in de handelingen der bedienaren van den gods-
dienst eigenaardig verschillend. Terwijl onder de dajoeng’s aan den
Bloeöe het grofste bedrog bij de uitingen van het bezield zijn en
het te voorschijn hrengen van ziekmakende dieren en voorwerpen
onmiddellijk in het oog springt, had ik moeite bij de oogstfeesten
van die aan den Mendalam een spoor daarvan te vinden en bezie-
ling uitte zieh hier nooit door het optreden van trillingen of krampen
zooals daari
Terwijl ten opzichte der macht van het hoofd en der wijze van die uit
te oefenen geen verschil met den toestand aan den Mendalam in het
oog sprong, was daarentegen het onderscheid in de verhouding tusschen
man en vrouw opvallend. Terwijl aan den Mendalam de positie der
vrouw in de Kajan-maatschappij gelijk is met die van den man en
deze in menig opzicht overtreft, bleek mij al spoedig aan den Bloeöe,
dat de vrouw hier ver beneden den man staat. In vergaderingen,
waar zaken van algemeen belang behandeld worden, heeft hier een
vrouw geen toegang, terwijl onder de Bloeöe-Kajan’s dikwijls meisjes
op zeer jeugdigen leeftijd aan oudere mannen uitgehuwelijkt worden.
Soms reeds bij de geboorte wordt zulk een kind aan een jongen
man verloofd, of anders op zes- of achtjarigen leeftijd, wanneer er
van eigen wil nog geen sprake is. Daarnaast behouden de meisjes
ook soms tot zestien- of achttienjarigen leeftijd hare vrijheid en
genieten daarvan op dezelfde wijze als aan den Mendalam.
Dat evenwel deze wijze van kinderen uit te huwelijken aan oudere
mannen niet oorspronkelijk inheemsch is bij den stam, blijkt, dunkt
mij, uit het fe it, dat de Kajan’s zelf deze gewoonte beschouwen als
een doorn in het oog hunner geesten, die hen daärvoor kastijden
met ziekte en tegenspoed. Het gevolg van die huwelijken voor den
vorm is, dat het veel spoediger daarbij ernst wordt dan voor de
meisjes wenschelijk is en men ziet aan den Bloeöe dan ook bijzonder
jonge moeders. WeUicht is deze gewoonte een uitvloeisel van
het fe it, dat zoovele slaven van de Barito-stammen onder hen leven,
bij welke de gewoonte heerscht, om de meisjes zeer jong uitte hu wen.
Ook de veelwijverij, die aan den Mahäkam heerscht onder de
hoofden der Kajan’s en Longglat’s , duidt op een minder hooge plaats,
die de vrouw bij deze stammen inneemt. Eerst Kwing Irang schijnt
evenwel deze gewoonte te hebben aangenomen als afstammeling
der Longglat’s , bij welke dit van oudsher zoo is.
De meeste huwelijken vinden zoo plaats, dat een huwbare jonge
man zijne ouders o f, bij ontstentenis van dezen, familieleden laat
onderhandelen over een voorloopige verbintenis met een meisje, mis-
schien van omstreeks zes of zeven jaar.,Hij treedt dan bij zijne schoon-
ouders in het gezin, geeft hun een zwaard of een ander geschenk
en evenzoo aan zijn bruidje. Zijn werk komt nu ten goede aan zijne
nieuwe omgeving en veelal wordt hij, zoodra het meisje ongeveer
den huwbaren leeftijd bereikt heeft, ongemerkt hun werkelijke schoon-
zoon. Het komt evenwel ook voor, dat de jonge schoone elders
haar keus gevestigd heeft en het eigenlijk huwelijk stuit dan veelal
op ernstige bezwaren.
Is het meisje ouder bij het maken van de afspraak tusschen de
ouders, dan leven beide partijen ongeveer een maand lang met
elkaar en gaat dit goed, dan sluiten zij den huwelijksband onder
eenvoudig feestvieren door het houden van een kleinen maaltijd,
die bij het vieren van dangei gevolgd wordt door een grooteren,
waarbij een varken geofferd wordt, waarvan ieder in het huis een
gedeelte krijgt. Wanneer volwassen huwbare jongens en meisjes het