ik hun trouwens ook gaarne, want de rivier had yoortdurend zoo-
veel water, dat het opvaren zeer groote moeite kostte en van
ons vertrek tot onze aankomst bij het huis van Tekwan den volgenden
morgen, voeren wij nu aan den eenen en dan aan den anderen
oever, om buiten den sterksten stroom te blijven. Daarbij zag de
Incht er in het Westen voortdnrend zeer dreigend uit, zoodat wij
voor de volgende dagen ook niet op laag water behoefden te bopen.
Na onze aankomst diende de rest van den dag, om eenige zieken
te bebandelen, voedingsmiddelen in te koopen en afspraken te maken
voor den volgenden dag. Den vorigen keer scheen men ons alles
wat te missen was van oebi en sago verkocht te bebben, ten minste
nu verklaarde het hoofd, dat het hun onrüogelijk zou wezen,
ons voor een paar dagen voldoenden voorraad te leveren. Daarom
stelde Kwing Irang voor, dat eenigen onzer mannen naar Batoe
Sala zouden terugvaren den volgenden dag, om daar het noodige
te koopen. Anderen moesten ons vergezellen, want een onzer voor-
naamste redenen, om bij deze 'Ma Soelings nog stil te houden,
bestond in het voorgenomen bezoek aan een zoutbron bij den Daja
(Sepan Daja), een klein Noordelijk zijriviertje van den Mah&kam.
Dit moest de eenige wezen, die tot voor körten tijd nog gebrnikt
werd, om zout te winnen; bovendien was zij een groot aantrekkings-
punt voor de wilde stieren en herten, die er het zout kwamen likken.
Door de vele regens en de daardoor veroorzaakte verdunning van
het opborrelende water, moesten wij de hoop opgeven, die dieren
daar over dag te ontmoeten of des nachts op te wachten, maar na
de belangwekkende vondst bij Sepan Dingei, wilde ik toch eene
bezichtiging niet achterwege laten.
30 Nov. bleek de rivier echter nog meer gewassen te zijn, en
daardoor werd het onmogelijk, per boot het grootste gedeelte van den
weg af te leggen, die anders, den Daja o p , niet zoo heel ver was.
Te voet het laatste eind in de bedding te volgen, belette echter het
hooge water en de boot moest daar onbruikbaar wezen, zoodat er
niets anders opzat dan over land ons doel te bereiken. Aan de
moeite, die het kostte, tegen goede belooning een gids te krijgen,
hadden wij kunnen nagaan, dat de weg bezwaren zou opleveren,
maar in den regel ging dat niet glad, om de menschen uit hun
i i l