
tige Weegluis. L a Punaife ‘cuirasfé. D ie Kaferar-
t ige Wa nt z e .
Wol f f , i heft., f. 4 , tab. i , f. 4 , a , b. Panzer XIX, tab. 43.
Kenteeken. De kop ftomp, met holle ftipjes . jiet
borstftuk gewelfd, digt geflipt; het rugfchildje (lomp,
gewelfd, korter en fmaller dan het achterlijf, en even
gelijk de dekfchilden geflipt; het vliezige gedeelte w it,
het overige even gelijk den kop; het borstfluk, rugfchild,
achterlijf en pooten koperglanzig; de kleur verfchilt foms
van goud, koperglanzig en zwart.
Woonplaats. Op de bloemen en bladeren van den
veldhanenvoet (Ranunc acris L.') en fintjanskruid (IJy-
peric perfomtum.')
7. X . Bispinus. Panzeri. De tweeftekelige Weegluis.
D ie Do p p e l s t a c h e l i c h t e Wa n z e .
P anzer XIX, tab. 63. Wolff, i heft., f. 8. tab. 1 , f. 8.
Kenteeken. De kop zwart, met roestkleurige vlekken ,
van voren twee achterwaarts loopende groefjes en vele
flippen; het bruingele borstftuk aan beide zijden met
eenen zeer fpitfen, zwarten, eenigzins krommen, fcher-
pen ftekel gewapend , en met vele flippen in hetzelve L>
gedrukt; het fpitsuitloopende fchildje bruingeel, in het
midden met eene zwarte vlek en eene menigte flippen;
de dekfchilden bruingeel roestkleurig gezoomd en met
vele ingedrukte flippen; het achterlijf roestkleurig, met eenen
zwart gevlekten rand; de pooten lichtgeel eenigzins behaard.
Woonplaats. Op de bloemen van vele planten.
8. C. Maurus. Linn. Spec. 5 , p. 2130. Fabric.
Ent. Syst^lV . p. 8 7 , N°. 30. De Moorfche Wee>-
2uïs.
181
luis. L a Punaife tortue brune. D ie S c h i l d wan z e
m i t z w e e n w e i s z e n p u n k te .
Wolf, 4 heft., f, 134, tab. 13, f. .129, a, b , c, d.
Kenteeken. De kop bijna driehoekig , en even gelijk
de overige deelen van het infect bruingeel; het borstftuk
met ronde hoeken, van voren ingedrukt, van achteren
gewelfd; het fchildje zoo lang als het lijf; de dekfchil-
den met vele ingedrukte flippen bezet; derzelver vliezig
gedeelte is bruinachtig; de vleugels zijn witachtig ; het
lijf zwart van boven , van onderen roestkleurig; de pooten
bruingeel.
Woonplaats. Van Mei tot in Julij op velerlei
planten.
9. C. Bidens. Linn. Spec. 23, p. 213$. Fabric.
Ent. Syst. IV , p. 93 , N ° . 54. De Tweetandige Weegluis.
L a Punaife ci pointes aigues. D i e zwei jzal i -
n i g t e Wanze.
Panzer XIX, tab. 12. Wolff, o, c, ites heft., tab. 1 , f. 7.
Kenteeken. De kop ftomp, koperglanzig, met vele
ingedrukte flippen en twee ftrepen overlangs; de fprieten
ros; het borstftuk graauw geflipt, en beiderzijds met
eeuen regten fcherpen doorn $ het rugfchildje zoo lang ais
het halve lijf , graauw, aan het achtereinde wi t; de dekfchilden
bruingraauw , fterk geflipt; de vleugels bruiii-
achtig; het lijf roestkleurig bruin, aan de bovenzijde
zwart, met eenen bruinen roodgevlekten rand; de pooten
rood, de voorfte aan de dijen en aan de fchenenlïnet
eenen kleinen, zwarten tand gewapend, Lengte 5
lijnen.
M 3 Woon