
verre voorwaarts uitgeftrekt, leggende de fprietetl zijd-
waarts langs het lijf.
31. Ph. caeruleocephala. Linn. Spec. 5 9 , p.
2429. Fabric. Ent. Syst. III , pars 1 , p. 440,
N ° . 103, Bombyx caeruleocephala. De blaauwkopr
pige Nachtkapel. De Krakeling. , Z e doublé Omega.
D e r B l a u k o p f . De r M a n d e l f p i n n e r .
Se»p. o. c . , ie d. 4e f t ., 13e Ve rh ., bl. 53 , tab. 13,
f. 9 M . , ƒ. 10 F. R oesel, ie d. ie f t . , bl. 268,
tab. 16, f. 4 M ., f. 5 M.
Kcfiteeken. Donkergraauw bruinachtige voorvleugels ,
met twee rosachtig bruine ftrepen, en drie o f vier
ronde geelachtige vlekken, de achtervleugels licht asch-
graauw.
Woonplaats. In het laatst van'September aan den ha-
gedoorn, fleedoorn en ooftboomen.
Voortteling. De eijeren, in October gelegd, blijven
den winter over, in het volgende voorjaar, omftreeks
A p r il, komen de rupfen u it ; volwasfen geworden, bereiden
zij in het laatst van Mei of begin van Junjj
een fpinfel, om tot pop te veranderen; komende de kapel
niet voor het laatst van , September, o f begin van
October, uit dezelve voort.
Eigenfchuppen Zeer fchadelijk voor vele bloemen.
32. Ph. dictaea, Zinn. Spec. 60, p. 2430. Fabric.
Ent. Syst. I I I , pars 1 , p. 443. N°. i n . Bombyx
dictata. De Brandvlerk Nachtkapel. D e r S c hwa r z -
p ap p el fp inner.
Sepp. 0. c ., se d. 36e V e rh ., bl. 121, tab. 36, f. 6
M.,
f,t f. y F, Meineckens, Eniomologipchs Pcobuchiuug
jm fia tu r fo r fch e r , 6e f t ., f. 1 16 , tab. 5 , fïg. 4.
Kcnteeken. Smalle voorvleugels; witachtig van grond-
kleur, aan de punt eene bruine vlek , die zich als gebrand
of gezengd vertoond; de achterrand donkerbruin*,
met witachtige ftrepen; de achtervleugels graauwachtig
wi t , met eene bruine vlek aan den achterrand.
Woonplaats. In Mei aan den ftam van den Italiaan-
fche populier, den hazelaar, aan berken en wilgen.
Voortteling. Zij legt hare eijeren aan de onderzijde
van de bladeren van de bovengemelde boomen; de rupfen
kruipen, ter verandering in eene pop, in den grond, overwinteren
in denzelvep, komende de kapel in Mei des volgenden
jaars daaruit voort,
Eigenfchappen. Is ’ s nachts zeer vlug en vliegt
fnel,
33. Ph, Ziczac. Zinn. Spec. 6 1 , p, 243c, Fab
r ic . Ent. Syst. I I I , pars 1 , p, 442, N ° , 107.
Bombyx Ziczac, De kameeltjes Nachtkapel, Phalena
Ziczac d trois tubcrcules, le bols veind. D e r Zi k z ak -
f p i n n,e r,
Sepp, o. c . , Je deel 4e ftuk, ige verhand,, bl. 49, tab. 12, f. 9
M ., f. 10 F. Roesel, Ie deel 2e ftuk, bl. 299, tab. 20, f. 7
Mv f. 6 F. Panzer X V i l l , tab. 22 M.
Kenteeken, De voorvleugels vuil geelachtig bruin ,
met eene agaat gelijkende mengeling van kleuren, aan
den binnenrand een bruine met zwartachtige haartjes omzette
tand, en aan de punt eené als uitgewischte donkerbruine
vlek; de achtervleugels bij het mannetje w i t ,
bij het wijfje donkerachtig graanw,
Hoon”
f