
Olivier vermoedt dat deze mogelijk eene verfcheiden-
heid zij van de S. conspurcatus.
Woonplaats. In de drekhoopen.
Voortteling. ?
Eigenfehappen. P
1 1 . S. SüBTERRANEUS, Linn. SpeC. 28, p. 1546«'
Fabric. Ent. fyst. I , pars I , p. 23 , No. 78,
Olivier, Ent. Tome I , No. 3, p. 76, pl. 13, f. 16a, a , b. Panz
e r , No. i , tab. 7.
Kenteeken. De kop met drie knobbeltjes; het borst-
ftuk • bol en glad; de dekfchilden gegroefd; het lijf
glanzig zwart, van onderen een weinig behaard; de voor-
fchenkels zijwaarts met 3 tanden.
Woonplaats. Onder den grond.
12. S. Fossor, Linn. Spec. 3 1 , p. 1546. Fabric.
Ent. Syst. I , Pars I , p. 2 3 , N° . 72. De Graver. L e
Fosfoyeur. D e r G r a b k ä fe r .
Olivier, Ent. Tome I , No. 3, p, 75, pl. ao, f. 184, a et b.
Panzer, Fauna, No. 1 , tab. 8.
Kenteeken. De kop met drie knobbeltjes, van welke
het middelde een weinig langer is en eenigermate als een
horentje zich vertoont. Het borstduk glad, b o l, van
voren een weinig ingedrukt; het rugfchildje driekantig;
de dekfchilden gedreept; verfchillende in de kleur van
rood en roodbruin; de voorfchenkels zijwaarts met 3 tanden.
Woonplaats. Onder den koedrek op de weiden.
13. S. Scybalarius, Linn. Spec. 178, p. 1547.
Fabric. Ent. Syst. I , Pars 1 ,4 ) . 2 5 , No. 77.
Oli-
17
Olivier, Ent. Tomé I , No. 3 , p. 79, pl. 26, f. 226, a et b.
Panzer, Fauna, No. 1 , tab. 11,
Kenteeken. De kop zwart, met drie knobbeltjes, het
middelde een weinig langer en fcherp; het borstduk
glad, zw ar t, glanzig; het rugfchildje zwart; de dekfchilden
gewelfd groenachtig geel, ter wederzijde van
ieder eene zwarte v lek ; het lijf van onderen zw ar t; de
pooten groenachtig geel.
Woonplaats. Op de weiden.
14. S. T errestris , Linn. Spec. 179^ p. 1547. Fabric.
Ent. Syst. I , Pars I , p. 2 5 , No. 78. De
Aardtor.
Olivier, Ent. Tomé I , No. 3 , p. 76, pl. 24, f. 209, a et b.
Kenteeken. De kop met drie knobbeltjes; het borstduk
zw ar t, glad; het rugfchildje zw a r t, driekantig ;
de dekfchilden gedreept, en zoo als het geheele diertje
zwart.
15. S. Erraticus, Linn. Spec. 29, p. 1548. Fabric.
Ent. Syst. I , Pars I , p. 2 7 , No. 8(5. De
Zwerver.
Olivier, Ent. Tomé I , No. 3 , p. 79, pl. 18 , f. 163, a et b.
VuzssiYArchiyest p. 68, pl. 19 a. f. 2. Pan ze r , No. 1 , tab. 18.
Kenteeken. De kop met drie knobbeltjes, de twee
zijdelingfche bijna onmerkbaar; het borstftuk glad, en
even als het rugfchildje zwart ; de dekfchilden bruingeel,
geftreept, het lijf zwart.
Woonplaats. In den koedrek op de weiden.
B