
334 NAAMLIJST v an
p, 1947. Fabric. Ent. Syst. I,Pars 1 , p. 194, N ö. 35.
De roodkoppige duikende Waterkever. L e Dytique d
tête rouge. D e r R o t h k o p f i g t e T a u c h -
k a fe r .
Pahzer IV , teb. 3,
Kenteeken. De fprieten aan het begin roodachtig,
naar het einde graauw; de kop rood; het borstftuk en
de dekfchilden graauw bruin, de laatfte met een’ roo-
den zoom, eenigermate gegroefd; de pooten rood. Lengte
2 lijnen.
Woonplaats. In (taande wateren.
7, D. Macueatus. Linn. Spee. 1 5 , p, 1948.
Fabric. E n t. Syst. I , Pars 1 , p, 194, N ° . 34,
De gevlekte duikende Waterkever,
t Olïvier, Ent, Tomé 111, No, 40, p. 27, pl. 2 , f. 16,
Kenteeken. De fprieten en de kop van voren bruin ^
en het borstftuk bleek, roestkleurig; het rugfchildje
klein, donkergrijsachtig ; de dekfchilden overlangs met
witachtige en zwarte ffrepen, aan de buitenzijde grijsachtig
gerand; de pooten ros. Lengte 4 lijnen,
8, D, Fenestratus, Linn. Spee. 3 7 , p. 1949*
Fabric. E n t. Syst I , Pars 1 , p. 19 2 , No. 23- De
gevensterde duikende Waterkever. Le Dytique vitré.
Olïvier, Ent. Tom. 111, No, 40, p, 23, pl, 3, f, 27, a, b.
Kenteeken. De fprieten roestkleurig; de kop en het
borstfchild zw art; het laatfte roestkleurig gezoomd; de
dekfchilden mede zwart, met twee doorfchijnende glas-
achtige flippen; het lijf van onderen roestkleurig. Lengte
$ lijnen*
Woon*
Woonplaats. In de zoete (taande wateren.
9. D. T ransversalis. Linn. Spee. 40, p. 1949*
Fabric. Ent. Syst. I, pars 1 , p. ï9 2 > N°. 0.6: De
bruine duikende Waterkever met eene gele dwarsfteeep
Der braune Wasferkafer mit der gelbe
Qu e e r f t r e i f e .
Olïvier, Ent. Tom. I I I , No. 40, p. 24» P1* 3 , f- Pawzbr
IV , tag. |$.
Kenteeken. De fprieten, de kop van voren en de
pooten roestkleurig; het borstftuk glad, van voren geel,
van achteren bruin; <10 dekfchilden glad, bruin van
voren, met eene gele dwarsftreep en eenen rand van
kleur. Lengte 4 lijnen*
Woonplaats. In (taande wateren en putten.
xo, D. Ovatus, Linn. Spee. 18, p. 1950* Fa*
bbic. Ent. Syst. I , pars 2 , p. 196» Nv. 45« De
eironde duikende Waterkever. L c Dytiqué sphérique•
Olïvier, Ent. Tom. 111, No. 40, p. 33, pl. 3, f» *8, a, 9.
Kenteeken. De fprieten bleekgeel; de oogen zwart y
kop en borstfchild roestkleurig; de dekfchilden bruin,
zeer fijn gedipt- de pooten en het lijf van onderen roestkleurig.
Lengte 2 lijnen.
Woonplaats. In de zoete (taande wateren.
i i . D. Impreesus. Linn. Spee. 53, p. 1951* Fabric.
Ent. Syst. I , Pars 1, p. 199» N*. 57» §e~
voorde duikende Waterkever, D er Wa s f e rka f e r
mi t den in ftreiffen liegende hohlpuneten.
Olïvier, Ent. Tom. l i l , No. 40, p. 34, pl» 4» f" h.»
Panzer IV , tah. 7.
I 4 Ken