
Micro!eori). De kleine Kamarieons vlieg, D ie k le ine
C h amä l e o n s f l iege ,
ï )e geer, Ins. T. V I, p. 152, No, 2. tab. 9, fig, 1. Gronov,
Act. Helvet. Phys. et Med. vol. V , p. 405.
Kenteeken, Draadswijze, knotig vormige fprieten ; op
het fchildje een roestkleurige dwarsftreep, en twee tand-
jes van dezelfde kleur; het achterlijf zwart, de zijden
Wit gedreept,
Woonplaats. Veel op de bladeren der brandnetelen en
andere gewasfen, aan de kanten der flooten,
3* M. caesar, Linn, Spec, 64, p. 2838« F a b r ic *
E n t.'S y s t. I V , p. 316, N°, 17, De Keizerylieg, L a
Mouche dorée commune,
Merian, Ins. Europ. I. tab, 49. Reaumur, fns. IV , p. 129,
tab. 8, f. i,
Kenteeken. De fprieten gepluimd; de oogen raodach-
tig; het geheele lijf glinfterend goudkleurig groen, met
eenfëe zwarte haartjes bezef; de vleugels doqrfchynend,
met dikke ribben doorweven; de pooten zwart, Lengte
3 lijnen, doch zij verfchijlen fomtijds in grootte,
Woonplaats. Zeer gemeen in de tuinen, in de bos-
fchen en in het veld, vooral bij aas, komt Hecht? zei*
den in de huizen,
Voorttding. Zij legt hare eijeren in krengen,'
4, M, c a d a v e r in a , Linn, Spec, 6 5 , p, 2839,
F a b r ic . Ent. Syst. IV , p. 3*7 ? N° . 21. De Kreng-?
vlieg, L a Mouche dorée q corcelet bleu et ventre
yert.
C oedaart, Me tam, I. p„ 107, pl. 54. DE geee, Inf, IV,
p. 62, No, 7,
Kenteeken, De fprieten gepluimd, de oogen bruin-
achtig roodj . de kop en het borstftuk blaauw, en even
gelijk het groene iijf zwart behaard; de pooten groenachtig
zwart. Lang 2 lijnen.
Woonplaats. In krengen.
Voortteling. Zij legt hare eijeren in krengen; de
daaruit voortkomende worm in eene pop veranderd zijnde
, komt de vlieg na verloop van ruim 14 dagen daaruit
voort,
5. M. MORTUORUM. Linn. Spec. 6 6 , p. 2839,
F abric. Ent. Syst. IV , p. 318, N°. 23, De Doo-
dcnvlieg.
D e gêer, Ins. V I , p. 57.
Kenteeken, De fprieten gepluimd; de oogen rood;
liet borstftuk en de pooten zwart, het lijf groen.
Voortteling. Veel in kerken, pp de graven, doodkisten,
enz.
6. M. voMiTORiA. Linn. Spee, 6 7 , p, 2839. Fa-
Prig. Ent. Syst, I V , p. 318, N° . 25, De Blaauwe-
vlieg. L a Mouche bleue de la viande,
Goedaart, I , p. 106. pl. 53. Panzer, XXI. tab. 19.
Kenteeken, De fprieten gepluimd; het borstftuk
zwart; het lijf glinfterend blaauw en behaard, Lengte
| duim.
Woonplaats, Op gellagt, gekookt en gebraden yleescb.
Voed fel. Blijkt uit hun verblijf.
Voortteling, Zij legt hare eijeren op krengen en allerlei
vleesch; uit de tot pop veranderde worm komt de
Vlieg 14 dagen daarna voort.