. B ï S t B R Ï V l H * VAK
V. e e r s t e A R T I K E L .
A fdeel.
XXVIII.. g R T L L Ü S M A N T l S. Spookje.
H o'ofd-
SÏÜK’ Met het Borftftuk langwerpig en nagenoeg
egaal van breedte-: de Voorpooten
zeer ver af van de anderen.
p
Gigas.
Groot
Spookje,
( i ) Spookje dat bet Borftftuk Spilrondagtig
en ruuw , de Dekfcbilden kort, de lo o •
ten gedoomd beeft.
T o t de Infekten van dit Artikel gebruikt
LiNNi EUs den Bynaam van Mantis , een
Griekfch Woord , dat van ouds in gebruik
fchynt geweeH: te zyn , om een Byfoort van
Springhaanen te betekenen , gjoenagtig van
JKleur, lang van L y f en Pooten» die het on-
ophoudelyk 'bewoog. Sommigen merkten het
aan als een Voorlooper der Springhaanen, en
dus als een Voorteken van Gebrek of Hongersnood.
Daar is een groene Springhaan ,
„ Mantis genaamd, zegt S ui ’i d a s , die zig
„ traaglyk beweegt, en op welker beweegin-
gen fommigen lettende, waarzeggen (*> ” •
In Italië is nog hedendaags ’ t woord Mante in
gebruik voor zulke Infekten; gelyk wy ftraks
ö zul-
( i ) Gtyllus Mantis, Thorace teretiusculó fcabro, Elytris
brevibus, Pedibus fpinofis. M. L. U. Syjl., Nat. X. Gen.
JH. ROES. /»/.IX. G a Y L L. T.XIX. f .9, 10. BRADL.
Natur. T. *7. f. 6.
(*) Vid. citat, apud A l d r o v a n d b m , uot
Gi*ca aliter interpretata^ fifnt.
f i ! K u k e u 137
zullen zien. Eenige dergelyken uit delndiën, V.
gelyk deeze en de volgende Soort, noemt men
S p o o k j e s , waarfchynlyk wegens de zeld- idooFp-
zaame Geftalte. stu k.
'• Schoon onze Autheur hier de Afbeeldingen sï*ekjt‘
aanhaalt, welken R o e s e l van twee dergely-
ke Infekten heeft gegeven; geloof ik , egter,
dat van hem die bedoeld worden, welken men
op Plaat LXXVII. van S e b a afgebeeld vindt,
hoedanigen ook de HeerW. v a n d e r M e ijl
e n heeft, zynde insgelyks Reusagtig: want
deeze hebben de Vleugels zeer gro o t, gelyk
L i n NjEüs ze gt, en de Dekfchilden zynonge-
vaar half zo lang als het Agterlyf (*). De lang-
te daar van heb ik , by gemelden Heer, afge.
meten , zeven Duimen; de dikte \ an t L y f
een half Duim; de breedte der Vleugelen drie
Duimen: zy zyn met groote graauwe Vlakken
gemarmerd, en de Kleur is , over t geheel,
bleekgraauw. Het Borftftuk bevind ik een
Duim lan g , Spilrondagtig en met verheven
Pukkeltjes bezet te zyn. Dit alles komt
zeer wel overeen met de opgegevene Kenmerken.
1 pfict veel verfchillende is de gedaante van Groen
die twee Groene Spookjes, ook uit Ooftindie
afkomftig, welken gemelde Heer h eeft, c n % j,
waar
Elytra Abdomine dimidio breviora : Al« maximae.
SyJÏ. Nat. X. p. 4^5*
I. DEEL. X. STUK- I 5