V. noemende dit Infekt, daar hy de Afbeelding
XiVÏIl" van ^ee^c » een ^oort mn no£ $onêe en onw'tge-
H o o fd - groeide Springhaan. Hy oordeelt, dat dezel-
s t ü k . ve n0g tweemaal zou hebben moeten vervellen
, om de volkomene grootte en geftalte te
krygen. Ondertuflchen is de gedaante zo zonderling
, dat P e T i v e r ’er den naam van de
Kaapfche Mol- Springhaan, met lange Ppoten,
aan geeft. Het Agterlyf, naamelyk, is dik en,
Eyrond, met ryën van Stekels bezet, en het
Borftftuk verfchilt zeer van dat der andere
Springhaanen.
Z E S D E A R T I K E L .
G R T L L U S L O C U S T A . Springhaan.
Met de Staart eenvoudig.
XL. (4o) Springhaan, die het Borjlftuk gekield en
Oty^hafit" ' onverdeeld, bet L y f ongevleugeld heeft.
De eze, insgelyks uit Afrika afkomftig, voert
wegens de zwaarlyvigheid den bynaam van O-
lyphant, als onder de overigen in plompheid en
grofheid uitmuntende. Het L y f was geheel
• groen, met uitgeholde Stippen o f Putjes als
Sagryn, en het Borftftuk hadt een Verhevep
fcherpe rug, zonder verdeelingen, inkeepin-
gen o f plooijen. De Dyën der SpriDgpooten
wa,-
f40) GryJlus Locufta, Tliorace carïnato integfo , CorporG
aptero, K oe s . Inf. H. Cry/l. T. < .f. 2. '
waren, aan twee kanten, bezet met uitgeihee. v.
den Spitfen, en de Schenkels ieder met een Afdeel*
dubbele ry van fcherpe Stekels. Twee Stomp- H o o f d - *
jes der Wieken vondt men ’er aan , geen vier, STÜK*
als in de Poppen der Krekelen. De Sprieten
waren kort. R o e s e l hield deeze ook maar
voor een onvolgroeid D ie r , dat nog tweemaal
van Huid zou moeten verwiflelen, en
derhalve aanzienlyk groot worden, eer het zyn
vollen wasdom en Vleugels kreeg.
Mooglyk zullen ’t van deeze foort van
Springhaanen , o f van de naaftvoorgaande,
geweeft zyn, welken de Heer A d a n s o n ,
in ’t jaar 1750, op de Rivier Gambia vaaren-
d e , waarnam en van welken zyn Ed. ’er ver-
fcheidene heeft mede gebragt, die hy federt
in zyn Kabinet, te Parys, bewaarde, Dezel-
ven, naamelyk, waren, zegt hy ( * ) , geheel
bruin, van langte en dikte als een Vinger en
voorzien met twee getande Kaaken, als een
Zaag, waar mede zy een groote kragt konden
doen, Zy hadden veel langer Vleugels dan
alle de anderen, die hy ooit te vóoren hadt
gezien, en waren dus bekwaamer om zig hoog
op te heffen in de Lugt en met gemak ver«
heen te vliegen.
Nog op de Reede leggende voor het Kantoor Verwoe-
d’Albréda, zes of zeven Mylen opwaards aan spMgh°°r.de
die Rivier gelegen, zag men 's morgens om in Afri'
( * ) Voyage au Senegal. p. ®