V. Ook zeid’ dezelve hem, dat zy, op zekere ty,
XXvTn' dcn ? in Arabie 20 menl'gvuldig waren, als zy
£ oofd-* hedendaags zeldzaam zyn in Egypte, alwaar-
3TUIf* zy ten minde geene Landplaag zyn , [gelyk
in andere Geweden.
verwoes- Hier kan ik thans gevoeglyk fpreeken van
ting door de Je nac]ee]en , die aan eenige deelen van A-
^ninAfie, f1G door de Springhaanen worden toegebragt.
T e Balfora, in Perfie, pafleert doorgaans, vier-
of vyfmaalen in ’t Jaar, een zo verbaazende
veelheid van deeze ïnfekten, dat zy van verre
zig als een dikke Wolk vertoonen, waar door
de Lugt t’eencmaal verduiderd wordt* Som-
wylen fmyt de Wind hun over de Euphrates
heen, en dan moetenze in de Woedynen omkomen.
Hieruit blykt, dat die van Woed,
Arabic Oodwaards geboren zyn , 'en dus vinden
wy ook dat in China fommige Landfchap.
pen , op een deerlyke w y z e , aan de ver-
woedingen der Springhaanen zyn bloot gedeld.
Een Chinepfch Autheur geeft ’er de volgende
befchryving-van , volgens den Heer du
Ha l d e (*).
China, ” Men ziet een zo verbaazende veelheid van
Springhaanen verfchynen , dat zy elkander
„ met de Wieken fchynen te raaken, bedek-
„ kende dus den geheelen Hemel. Het is ,
,, alsdan , even of groote Bergen van Groente
„ de Menfchen op ’t hoofd kwamen vallen.
Hy
/*) Dans 1 Kif! oir i Gêné rail des Voyagcs , &c.
„ Hy voegt ’er b y , dat het Geraas, ’t welk V.
„ deeze ïnfekten onder ’t vliegen maaken, XXVHI*
,, naar dat van Trommels gelyke. Deeze ge- Hoofd.
„ vaarlyke Legioenen bezoeken China niet STÜK#
j, dan in de drooge Jaaren, die op de Over-
„ droomiDgen volgen. In zulke ongelukkige
„ omdandigheden Hooft het Landvolk zig a f ,
,, op het heetde van den Dag, om deeze Vy-
„ anden van hunnen Arbeid te verdryven,
5, door het uitlpannen van Lakens over de Vel-
,, den. Somwylen wordt die Plaag niet dan
„ in de uitgedrektheid van een Myl befpeurd,
, , terwyl men in’t overige des Landichaps een
,, fchoonen Oogd heeft” .
In drooge Zomers wordt het Land derKofak« in Tartatic,
ken o f ce Ukraine, gelyk men dat gedeelte van
Tartarie noemt, zodanig aangetaft door Spring,
haanen, die ’er met een Ooften o f Zuidooften
Wind in overkomen, dat al het Gewas een ge-
heele verwoeding ondergaat. Uit de Eijeren,
die zy in de Herfd leggen, komt in ’t Voorjaar
een nog grooter veelheid voort van deeze In-
fekten, ten z y derzelver Eijeren o f dc uitge.
komen Jongen vernield worden door den Regen
, o f dat ’er een derke Noorde o f Noord-
oode Wind ontdaa, die de Springhaanen in
de Zwarte Zee komt werpen. De Varkens,
daar te Lande, drekken ook in deezen tot behulp
, dewyl zy veel fmaak hebben in die Eijeren,
en dus het Land daar van zuiveren,
het welk ’er fomtyds zo vol van is > dat zy in
I. Deel. X. Stuk, O 4 d e