V.
'A fdeel.
XXI.
H oofds
tu k .
ri.Lxxvin
Tïsj. 2.
II.
Mauritanicus.
Moorfche.
Als de Worm zyne laatfte Huid afgelegd
heeft, verandert hy in een Pop, die ook geel
is en de twee puntjes aan de Staart behoudt,
loopende agterwaards fpits en ruig zynde door
drie Stekeltjes op ieder Ring. Na verloop van
eenige Wecken komt daar uit de Meel-Tor
•voort, die in Fig, 2 , is afgebeeld. Deeze is
in ’t eerft g e e l, doch wordt wel haaft zwart-
agtig bruin, met den Kop en ’t Borftfchild glanzig
, de Dekfchilden dof van Kleur. Z y paa-
ren fchielyk en leggen geelagtige Eijeren.j
(2} Meel!-Tor die zwart en van onderen
bruin is, met de randen van het Eorjl-
Jluk, van voeren en van agteren, hoekig
getand.
D e Heer B r a n d e r heeft deezen te Algiers
gevonden, zynde aaq den voorgaanden
g e lyk , maar vyfmaal kleiner ( * ) , van boven
geheel zwart, van onderen, als ook de Sprieten
en Pooten , Pekzwart. De Dekfchilden
zyn geftreept. De rand van ’t Borftftuk heeft
van vooren, wederzyds, een uitfteekend , van
agteren een flaauw Tandje*
(3)
(z) Tenébrio ttiger fubtus piceus, Thoracis nïarginibus an-
fice pofticeque dente angulatis. Syft- Nat. X.
(*) De langte van den Meel-Tor ruim een half Duim of
zeven Liniën zynde, zou dan, volgons evenredigheid eri ge-
lykheid van Geftalte, de langté van deezen moeten zyn onge-
vaar twee tierde Duims of vier Liniën.
(3 ) Meel-Tor die Roeftkleurig is mefgeßreep. V.
te Dekfchilden. Ax x iEL‘
D e e z e , die zig in Vuiligheden onthoudt, is
in de Zuidclyke deelen van Sweeden gevonden Ilr
door D. L e c h «, hebbende de grootte, en g e - g 7™ -
daante van een middelmaatige Aard-Tor. Tor*
(4 ) Meel-Tor die zwart en zeer glanzig is , IV<
hebbende bet Borftftuk rond , en het Kop-^ a r y fc h e ,
fchild, van vooren, met een verbeven rand.
In Barbarye nam gemelde Heer B r a n d e r
deezen waar, van dergelyke grootte als de
Keuken-Tor , hebbende de Dekfchilden van agteren
aan elkander valt en naauwlyks fpits.
(5 ) Meel-Tor die Pekzwart is , met de Klaauwt- v.
jes der Voorpooten Vingeragtig. G»am.
Deeze onthoudt z ig , by Upfal, in de Duinen
o f Zandheuvelen , die hy doorgraaft, o f
ook in rottige Beukeboomen. Hy is viermaal
zo klein als de voorgaanden , hebbende het
L y f wat langer dan een Weegluis en bruin.
D e Voorpooten gelyken naar die vandenMol-
krekel.
(6)
(3) Tenebrio ferrugineus , Elytris ftriatis. Syft. Nat. X.
Mordella ferrugineo-rufa, Thorace antice depreffo. Faun. Suec.
S4«.
(+) Tenebrio ater glaberrïmus, Thorace orbiculato, Capitis
clypeo antice margine elevato. Syft. Nat. X-
(s) Tenebrio piceus, Digitis anticis palmato-digitatij, Syft.
Nat. X.
I. Deel . X. Stuk*