y. Schildluizen, hier voor , is opgemerkt. Ze-
XXXVI* ^ vee^ waarfchynlyker, dan dat de
H oofd* Jongen , onder de gedaante van roode Wormp-
stuk. je s , in de Winter langs den Grond loopen;
schari&en- hebbende hy mooglyk een Soort van kleine
Befïe. roode Myten, van oDgemeene kleinheid, die
men ’s Winters op de Boomen en Planten
vindt, daar voor aangezien.
Manier van Naar dat de Winter min o f meer zagt is ,
inzameling. men een J.yice]yj5;er offchaarfer Inzameling
van de Kermes-Befiën. Men hoopt op een goeden
Oogft, wanneer het Voorjaar zonder Ryp
o f Miftig Weer paflèert. Ook brengt de gefteld-
heid van het Land niet weinig in deezen toe :
die digt aan Zee groeit wordt gezegd grooter
en levendiger van Kleur te zyn , dan die ’er
ver af gevonden wordt. Oude Boomen leveren
, volgens de Waarneemingen van den Heer
E M e r i c, meer uit dan jonge. Men gebruikt
tot de Inzameling, in Provence, geen andere
Werktuigen dan de Nagels der Vingeren: zo
dat lange Nagels aldaar dienftig zyn. Het
Vrouwvolk neemt , als ’t in de tyd is, deezen
arbeid waar, beginnende ’s morgens terwyl de
Daauw nog over 'i Land le g t ; dewyl de Bla.
den alsdan zagter en niet zo fcherp Stekelig
zyn. Behalve de bekwaamheid omze te plukken,
moet men ook weeten, waar de meeften
zyn. Sommige Vrouwsperfoonen kunnen ’er
tot twee Ponden ’s daags van in zamelen.
DeWantde j ) e pry s , tot welken men de Kermes ver*
verfchillenie.
. „ . koopt»
koopt, is zeer verfchillende, en wordt al hoo- V.
ger, van dat de Inzameling begonnen is, tot x x x v t *
dat dezelve eindigt. Het Pond, dat in den Hoofd-
aanvang niet boven de agt o f negen Franfche STÜK*
Stuivers f geldt, loopt op het laat ft tot zeftig; schalken-
om dat alsdan de Kermes zeer ligt wordt; ditBefie*
wil zeggen, dat ’er minder Eitjes en Jongen^ S°h
onder de overblyffels van de Moeders, die de*
zelven voortgebragt hebben, en de Dop alleen
uitmaaken, gemengd zyn. De Heer E m e r i c f Francs
getuigt, dat hy dezelve heeft zien betaalen tot
zes Franfche Guldens f het Pond.
Z y die deeze Beften, dat dan/ eigentlyk In- Bereiding,
fekten zyn, koopen tot het Verwen van Zydé en
Wolle, hebben de zorgvuldigheid van de Eitjes
, die zig daar van affcheiden, met Azyn te
befproeijen. Z y ftellen dezelven, vervolgens,
aan de Z on , o f aan een dergelyke Hitte bloot,
om alle de Jonge Diertjes, die uitgekomen zyn
o f in ft^at om uit te komen, te doen fterven:
zonder het welke z y , in ’t vervolg, een groote
vermindering van Gewigt zouden hebben te ondergaan
, op deeze Koopmanfchap. De Azyn,
nu, verandert de Kleur van de Kermes en
maakt dezelve van blaauw roodagtig ; het
welk de oorzaak is , dat weinigen kennis gehad
hebben aan de natuurlyke Kleur van deeze Beften.
Het is niet zeldzaam, dat men, in één Jaar,
twee Inzamelingen van de Kermes heeft: zyn-
de de tweede zeer bekwaam om de overeen-
I, Deee. X. Stuk. • k om ft
b S
H M