Ftg. 7 , 8. De Bolletjes der Palmbladeren
door Bladzui-
gertjes. bl. 442
---- 9. De hladmotten van den
Elzeboom. bl. 444
;__ 10, II. Dezelven vergroot, bl. 438
___ xs. Het Bladzuigertje van
den Vygeboom, natuurlek
en met fterke vergroo-
ting door V Mikroskoop. bl. 449
Pla a t LXXXIII. Afbeelding van
de S c h i l d l u i z e n . ' tegenO'CèrBladZ.
Ftg. i . Die der Perfiken te« -
derley, en de Jongen op
de Bladen. bl. 458
---- 2. Die der Oranje -Boomen,
enz. bl. 461
-----3. De Kermes of Scharlaken-
Beften, met Diertje. bl. 466
-----4. Het PoolfchGrein , en
deszelfs Infekt, fterk vergroot
zynde. bl. 495
----- 5. Schildluisje van het Gras
of Kanary-Zaad, met de
Greintjes daar onder a f
getekend. bl. 497
---- 6 , a. De Mannetjes Con -
chenilje , zo natuurlyk
als vergroot. bl. 511
b , c, d, e, De Wyfjes
in verfchillende Geftalte,
enz. Zie bl. 512
—— 7. a , b. Een gepunte Bla-
zenpoot of Ziertje.
c , d. Een dito dat breeder
i s f docbJ vitermaate klein.
BESCHRYVING
D E R
D I E R E N .
V X' F D E A F D E E L I N G .
t> e I N S E Ii T E N,
X V I I I . H O U F JU 5 T U K .
Fefcbryving van ’t Gellagt der A g r u t - T on-
r e n , wegens hunne frdaije Kleur dus getyteld:
Cf#%€£Et Woord Buprejlis, dat L i n n j e u s
tot den Geflagcnaam van deeze In-
0 % jÉ | i fekten gebruikt, werdt oudtyds gegeven
aan zekere Torren, d ie , door hunne
Venynige eigenfchap, ingenomen o f by toeval
in de Maag gekomen zynde, fchadelyk waren
Voor het Vee, Men oordeelde dezelven, in dit
bpzigt, eenigërmaate met de Spaanfche Vliegen
overeenkomftig te zyn. Dewyl ae Kleur
veel overeenkom!! heeft, en het onbekend is,
welk Infekt de Ouden daar mede gemeend hebben,
zo is deeze Naamgeeving niet oneigen;
Om die zelfde fraaije Kleur der Dekfcbildeh
noemt menze , in ’t Nederduitfch, A c r e ï -
A T or.
Naam,
I. DKEL X. St v k .