BS5SSBII Uh
46 B e s c h r y v i n g v a n
Borflftuk blaauw, de Dekfchüden groen
Goudkleurig geftreept , bet Onderlyf
zwartagtig.
Het L y f van deezen is grooter dan in eenige
andere Europifche Aard-Tor. zegt L ï n n a s u s ,
o f in eenige andere Soort van Sweeden (* ) ;
dat egter naauwlyks ten opzigt van onze Aard-
Torren, en geenzins in vergelyking met den
Duitfchen zwarten fchynt plaats te hebben.
De langte ook der onzen is naauwlyks een
Duim. Ik vind hem van onderen niet zwart,
noch groen- maar blaauwagtig glimmende. W y
hebben ’er de Afbeelding van bygevoegd, in
Fig. 13.
Men mag deezen , met regt , de fierlyke
noemen: want in fierlykheid munt hy u it,
zelfs boven de Gouden Torren. G e o f f r o y
geeft ’e r , om dat het L y f zo kort en breed is,
den naam van Vierkante, Goudkleurige Aard•
Tor ( f ) aan. R e a umu r ze gt, dat het Mannetje
van het Wy fje alleen verfchilt, doordien
het kleiner is , en dat van zyne Afbeelding,
een Wy fje zynde, was rykelyk een Duim lang.
Hy hadt deeze Torren op de Eikeboomen ge-
vonden , maakende Jagt op de Rupfen, die
daar op waren, dezelven doorboorende met de
fcher-
(*) Maxirnus Europasus. Syfl. Nat. X. p. 414. Corpus
majus quam in uli4 aliä ipecie noflratum. Faun.Stete, Ed. II.
p. 120.
( f ) Ee Buprefte quarré couleur d’Or. Hifi. des Inf. Torn
V.
A fdeel.
XX.
H oofdstuk.
fcherpe Nypers die zy aan den Kop hebben, V.
en dan opeetende. Deeze To r heeft by zyne
fierlyke Kleur een affchuwelyke Reuk, welke Hoofd-
eenigen tyd aan de Vingeren b lyft, waar me- STÜK
de men hem aangeraakt heeft. De Worm,
die uit zyne Eijeren komt, is zwart van Kleur,
en aaft ook op Infekten.
Ik voeg hier, uit myne Verzameling , de pi. lxxvii.
Afbeelding by van een kleiner Torretje, dat I+*
niet minder fierlyk is en tot dit Geflagt behoort.
Hetzelve komt , in Geftalte en Kleur,
nagenoeg overeen met den Geribden Duitfchen
Gouclmid, uitgezonderd de Kleur van’tBorft-
ftuk, die Rood Koperig is en de Dekfchüden
zien meer uit den groenen ; dewyl de Groefjes,
vier op ieder Dekfchild, zeer fraay gepointilleerd
, en glinflereDd groen, tuffchen de zwarte
Ribbetjes uitmunten. Bovendien zyn de Dek-
fchilden met een Bronskleurigen rand, dietaa-
melyk breed i s , gezoomd, en aldaar, gelyk
ook het Borflftuk, Sagrynagtig geftippeld. Ik
weet niet, van waar dit Torretje afkomftig zy.
(10) Aard-Tor die bet Borfljluk Roeftkleurig, x.
de Dekfchüden zwart, maar aan de zj* Bkekb&bw.
den bleekbruin beeft.
Men heeft deezen, in Sweeden, onder verdorde
Bladen gevonden, zynde meer dan middelz
o ) Carabus Thoracc fcrrugineo, Elytiis nigris, lateiibug
lividis. Syfl. Nat. X.
1. Deel X, stuk.