V.
A fdeel.
XIX.
H oofdstuk.
VIT.
Fuseus.
Bruine.
VIII.
Cinereus.
Graauwagtige.
ri Lxxvii,
É£- *i 9.
Ia Sweeden komt deeze menigvuldig voor,
zynde van middelbaare grootte. Men kan die
Streepjes, met het bloote Oog , naauwlyks
zien.
(? ) Water-Tor die bruin is, hebbende de D e l-
fcbilden mep blaauw Dwarsjtreepjes.
Deeze fchynt naauwlyks te verfchillen van
den voorgaanden*
(8} Water-Tor die vaal bruin is , met den
rand der Dekschilden en de helft van ’t
Borftjluk geel.
Deeze is naauwlyks half zo gróót als de
bruine o f groene met geele Randen, reeds be-
fchreeven. W y geeven de Afbeelding van dit
Infekt in onze Wateren gevangen, en van het
W y f je , dat zeer duidelyk geribd is o f overlangs
gegroefd. Wat de Kleur belangt; R o e *
sel noemt dezelve bruinagtig zwartgraauw,
cd dit komt meer met die der Onzen overeen,
danAfcbgraauw, gelyk L i n n j e u s zegt. Hy
twyfelt o f de Geflreepte, zo even gemeld,
ook maar van verfchillende Sexe z y ; fchynen-
de het niet op ’t geloof van R o e s e l te hebben
(7) Dytiscus , Elytris transverfe fubftriatis. SyJÏ. Nat. X.
(*) Dytiscus cinereus, Elytrorum matgine Thoracisqua
jnedietate flaris. Faun. Saec. $66. Hoefij. Inf. II. x. t%'
Ï . IST. Mttt. T. f . f. I. R o i s . Inf. II. Aq. I. T. 3. f,
«. t,
ben willen aanneemeb, dat de Geribde het V.
W y fje is van deezen Water-Tor: doch het- ^ïï*®**1*
zelve is ons door Ondervinding gebleeken. hoofd-
Niettemin heeft de Heer G e o f f r o y , insge- «TÜK-
lyks, uit hoofde van eene ik weet niet waarop
gegronde twyfeling, daar van een byzondere
Soort gemaakt*
Het Masker o f Beeft, waar deeze Water-
To r uit voortkomt, verfchilt ook van die der
voorgaande niet alleen in Grootte en Kleur*
maar inzonderheid in de Geftalte. Het heeft,
naamelyk, een zeer langen Hals; de Kop is
niet rond, maar eenigermaate Hartvormig, en
het L y f zweemt meer naar dat van’t Masker der
Groote Zwarte Water-Torren, zynde egter maar
ruim een Duim lang, en van Kleur eenigermaate
Afcbgraauw, doch bruiner buiten dan in het W a ter
, met een donkere Streep op "t midden van de
Rug en aan de Zyden. De Verandering fchynt
veel met die d?r voorgaanden overeen te komen.
Men vindt deeze Water-Torren ruim zo
veel in de Vyvers en Rivieren als de anderen,
en zy zyn ook hier te Lande zeldzaam*
(9 ) Water-Tor die bruin is en voaar van bet
Wyf.
(9) Dytiscus fuscus, Elytris foeminz fulcis dimidiatis decern
villofis. Syft, Nat, X. A. Dytiscus lupra fuscus, fubtus
ater. faun. Suec. 56s. B. Dytiscus Elytris ftriis viginti de-
midiatis. Faun. Suec. 567. Hydro - Cantharus Elytris ftriati*
f. canaliculatis. RAJ. Inf 94. 11. z. FRISCH. Iff. II. X.
7. f. 4. R oes, Inf II. Aq. I. t. I. f. 10.
IX.
SemiJIriaiati
Half ge-
ftreeptéj
I. Css,*., X. Stuk,